Meer dan helft werknemers bereid auto te ruilen
Een auto ruilen voor cash, extra vakantie of een ander voordeel? Daar zegt meer dan de helft van de Belgische werknemers geen ‘neen’ tegen. Maar… Hoe zit dat nu?
Vandaag moeten we vaststellen dat – voorlopig – nog steeds weinig gebruik gemaakt wordt van deze regeling. Slechts 0,011% van de werknemers die hiervoor potentieel in aanmerking kwamen, hebben gekozen voor het mobiliteitsbudget.
Het mobiliteitsbudget biedt de werknemer de mogelijkheid om met het budget van zijn/haar firmawagen op een alternatieve wijze zijn/haar mobiliteit in te vullen. Dit budget kan gebruikt worden voor de terbeschikkingstelling van een elektrische of zeer zuinige anders aangedreven wagen, voor de financiering van andere – milieuvriendelijke vervoersmodi (fiets, openbaar vervoer, autodelen…). En het niet opgesoupeerde budget wordt op het einde van het jaar aan de werknemer uitbetaald.
Tot vandaag – drie kwart jaar na de invoering ervan – hebben nog maar 0,011% van de werknemers effectief gekozen voor de toekenning van een mobiliteitsbudget ter vervanging van hun bedrijfswagen.
Er zijn redenen voor deze trage start. Vanzelfsprekend houden de meeste werknemers gewoon vast aan de firmawagen die ze door hun werkgever ter beschikking gesteld gekregen en zijn ze niet geïnteresseerd in de alternatieve invulling van hun mobiliteit. Maar er zijn ook andere redenen.
“Een firmawagen wordt voor een periode van 4 tot 5 jaar geleased door de werkgever. Dit contract vervroegd beëindigen zou extra kosten meebrengen voor de werkgever”, weet Annelies Baelus, directeur van Acerta Consult. “Daarnaast is het zo dat het beheer van het mobiliteitsbudget meer inspanningen vraagt van de werkgever dan het beheer van zijn vloot aan firmawagens. Het is dus wachten tot de markt tools aanreikt om dit beheer te vergemakkelijken.”
“Tenslotte is het belangrijk op te merken dat elektrische wagens in het middensegment tot vandaag weinig beschikbaar zijn en veelal niet gefinancierd kunnen worden met het mobiliteitsbudget waarover de werknemer beschikt”.
Voor de regeling mobiliteitsbudget werd in 2018 de cash for car-regeling uitgewerkt. Bij de cash for car-regeling krijgt de werknemer, die afstand doet van zijn/haar firmawagen, alleen een bedrag in geld in ruil. Ook deze maatregel kende een zwakke start. Waar in 2018 nog maar 0,065% van de firmawagens geruild werden voor een mobiliteitsvergoeding zaten we eind 2019 aan 0,175%.
“We geloven niet dat de cash for car-regeling echt succesvol zal worden in de toekomst”, besluit Annelies Baelus. “De behoefte van de werknemer inzake mobiliteit zal immers blijven bestaan. Deze zal hij beter kunnen invullen met het stelsel van het mobiliteitsbudget, dan met de cash for car-regeling.”
(sdc) - Bron: Acerta
23 januari 2020Een auto ruilen voor cash, extra vakantie of een ander voordeel? Daar zegt meer dan de helft van de Belgische werknemers geen ‘neen’ tegen. Maar… Hoe zit dat nu?
Volgend jaar treedt het nieuw mobiliteitsbudget in werking. Werknemers zullen hun bedrijfswagen kunnen inruilen voor een fiscaal voordelige vergoeding. ‘Car for cash’ heet het principe. Maar kiezen is niet simpel.
Het mobiliteitsbudget is een feit. Maar wat betekent dit voor jou en wordt het wat? Zal het de files (helpen) verminderen? Yves Labeeu geeft antwoord...
De meerderheid van de Belgen is vandaag de dag niet uit z’n auto te krijgen, maar kent ook de alternatieven onvoldoende.
De regering-Michel is het eens geworden over de invoering van een mobiliteitsbudget. “Maar toch zijn wij niet enthousiast”, luidt het bij Acerta.
Sinds vorig jaar kun je een bedrijfswagen inruilen voor geld. En binnenkort kan je zelfs kiezen voor een duurzamer alternatief. Maar wat levert nu het meeste op?
Precies 70,5% van de werknemers vindt het belangrijk om eigen keuzes te kunnen maken over de samenstelling van het loonpakket, zo blijkt uit onderzoek.
We vroegen aan 9 belangrijke Brusselse werkgevers om enkele hardnekkige vooroordelen over werken in Brussel tegen het licht te houden...
Veel bedrijven zetten stevig in op verandering. Maar niet iedereen staat te springen voor een nieuwe tool of een andere manier van werken dan ze gewoon zijn...