Je collega's corrigeren: do's en don'ts

Stoorzender

Van positieve kritiek kun je heel wat leren. Ook op de werkvloer kom je soms in vervelende situaties terecht waarbij je je collega maar al te graag collegiaal wil terechtwijzen op zaken die je storen: de radio die te luid staat, afspraken die zoals gewoonlijk niet nagekomen worden, traditiegetrouw te laat aankomen of te vroeg vertrekken, werk doorschuiven naar een andere collega, … en zelfs de penetrante lichaamsgeur of een onverzorgd uiterlijk.

Lees ook: Zo leer je constructief feedback geven én ontvangen

Mentale drempel

Toch is het niet altijd makkelijk om kritisch te (durven) zijn tegenover je collega waar je dagelijks mee samenwerkt. Ondanks de mentale drempel die je hiervoor vaak moet overwinnen (je wil de werksfeer tenslotte niet verpesten), kun je best niet te lang wachten om je gevoelens hierover te ventileren.

Wanneer je dat te lang uitstelt, kan het potje op lange termijn overkoken en kan de kleine ergernis onnodig escaleren tot een spreekwoordelijke Koude Oorlog … Trouwens, misschien zijn er nog wel andere collega’s die zich ook ergeren aan die ene collega?

De 5 ergerlijkste collega’s: zo ga je ermee om

Ventileren kun je leren

Deze do’s en don’ts helpen je om je gevoelens zo duidelijk en aangenaam mogelijk te ventileren.

DO’S

1. Zorg voor een gestructureerde opmerking.

Probeer je positieve kritiek zo goed mogelijk te beschrijven. Hiervoor kun je de 4 G’s gebruiken: gedrag, gevoel, gevolg en gewenst.

Beschrijf dus eerst het feitelijke gedrag zodat de ander dit herkent, beschrijf vervolgens jouw gevoel hierover (vervelend, storend, onprofessioneel, …). Laat weten wat het gevolg hiervan is (minder concentratie, slechtere sfeer, extra werk, …) en wat het gewenste gedrag is (op tijd komen, minder luid, …). Hiermee kun je op een correcte manier kort maar krachtig duidelijk maken wat jouw ergert of irriteert.

Ontdek: Hoe ga ik het best om met collega’s?

2. Wacht tot na het vervelende moment

In sommige gevallen kun je best even wachten tot na het vervelende gedrag. In de “heat of the moment” kunnen je emoties het wat overnemen en zeg je misschien zelf ongepaste zaken. Door eerst vanop een afstand rustig naar het voorval te kijken, kun je de juiste kritische woorden zoeken.

3. Begin met begrip

Gebruik een begripvolle benadering als intro. Laat weten dat je wel snapt waarom je collega zo reageert of iets op een bepaalde manier aanpakt, maar vertel vervolgens hoe het ook anders (en beter) kan.

DON’TS

Vermijd foute intro’s …

1. “Neem het niet persoonlijk, hoor, maar …” Hoezo, niet persoonlijk? Het is juist wél persoonlijk want het gaat over die ene specifieke collega.
2. “Ik heb het gevoel dat jij …/Ik vind dat jij …” Zo geef je een hard oordeel en moet de ander zich bijna verdedigen. Hou het bij “ik zag dat je/ik hoorde dat je …” Hiermee beschrijf je de feiten en vel je niet direct een oordeel.
3. “Ik ben gewoon eerlijk, hoor, maar …” Betekent dit dan dat je soms niét eerlijk bent?
4. “Is misschien een kleine opmerking, hoor, maar …” Zo maak je het voorval al op voorhand klein terwijl het jou wel ergert.
5. “Doe ermee wat je wil, maar …” Besef dat in dit geval de kans bestaat dat je collega na je opmerking niks verandert als dat is wat hij of zij wil …
6. “Sorry dat ik het zeg, maar …” Hiermee laat je zien dat je jezelf niet zo serieus neemt. Waarom zou je je hiervoor trouwens moeten verontschuldigen?
7. “Hoe vond je het zelf?” Geen goede intro want wanneer je collega “prima” antwoordt, is het gesprek meteen ten einde.

TEST: Hoe reageer jij wanneer je het volledig oneens bent met iemand?

(fd)