Zelfstandigen en bijberoep
Vorige

1 van 191

Volgende
Volgend artikel:

“Na die burn-out ben ik terug coach geworden. Dat maakt me gelukkig!”

Ingenieur wordt wijnbouwer: “Wijn maken doe je met je hoofd én met je handen”

“Voor mij is het heel belangrijk dat de Belgische wijn een goede naam heeft.” (Martin Bacquaert, wijnbouwer-oenoloog)
Met een diploma bio-ingenieur kan je alle kanten uit, wordt vaak gezegd. Voor Martin Bacquaert gaat die stelling zeker op. Als ingenieur-oenoloog startte hij in 2004 zijn eigen wijngaard in Westouter.

Tussen de Rodeberg en de Zwarteberg, in het zuiden van West-Vlaanderen, ligt wijndomein Entre-Deux-Monts. Ooit teelde grootvader Jean hier tabak, vandaag produceert Martin er witte, mousserende en zelfs rode wijn. “Vanuit mijn voorliefde voor de levende wetenschappen koos ik voor de studies bio-ingenieur en niet voor industrieel of burgerlijk ingenieur. Ik heb ook groene vingers en ben geïnteresseerd in alles wat met planten, bodem en klimaat te maken heeft.”

“Tijdens mijn studies ging ik druiven plukken in de Bordeaux-streek bij een leverancier van mijn vader, die wijnhandelaar is. Later volgde een Erasmus-uitwisseling in Córdoba, midden in een wijnstreek. De aanzet was gegeven en nadat ik in België afstudeerde, deed ik in Montpellier een master vigne et vin (wijnstok en wijn – red.). Als wijnbouwer-oenoloog dacht ik eerst aan een internationale carrière. Tot mijn vader met een ander idee op de proppen kwam: waarom geen wijngaard aanplanten op de grond van mijn grootvader? En dus keerde ik terug naar het Heuvelland.”

Geen oogst

“Een wijndomein opstarten is zeer arbeids- en kapitaalintensief. De eerste drie jaar heb je geen druiven om te oogsten en wijn te maken. Daarom werkte ik in die periode in hoofdberoep bij mijn vader. Ik startte in 2004 met drie hectaren. Die breidden we stelselmatig uit tot de achttien hectaren van vandaag. Het was wel pionierswerk. We waren misschien niet de eersten, maar er waren geen instanties en amper collega-wijnbouwers bij wie we terechtkonden. Er waren momenten van twijfel, we voelden ons weleens alleen. Als je nog niks geproduceerd hebt, is dat vele werken en investeren zeker niet motiverend.”

“De laatste twee jaar ging het vrij gemakkelijk, het weer was gunstig. Maar als het volgend jaar lastig is, zal ik zeker de moed niet verliezen. Door de klimaatverandering gaan we niet alleen goede jaren tegemoet. Het weer kan warm, droog en zonnig zijn. Maar extreme regen, wind en eventueel hagel, dat is ook mogelijk.”

“Er is nu een lichte golf van mensen die in België starten met wijnbouw. Het ene verhaal zet het andere in gang. Nu, je kan niet overal druiven planten. De terroir moet goed zijn. Voor mij is het heel belangrijk dat de Belgische wijn een goede naam heeft. Nieuwkomers zijn pas concurrenten als ze slechte wijn maken.”

Kennis, feeling en groene vingers

“Wijn maken is voor een groot deel wetenschap en kennis. Daarnaast heeft een goede wijnbouwer ook feeling nodig, dat leer je niet op de schoolbanken. Mijn opleiding tot bio-ingenieur en wijnbouwer helpt me natuurlijk wel, net als mijn groene vingers. Ik wil zo duurzaam mogelijk werken. Wij hebben een holistische kijk. We verkleinen de ecologische voetafdruk voor het hele bedrijf: sproeien, woon-werkverkeer, keuze van fles, karton en etiket, zonnepanelen, hergebruik van regenwater, ...”

Entre-Deux-Monts

“Met een gecertificeerde meetmethode brachten we ons bedrijf in kaart en ontdekten we de aandachtspunten. Door bijvoorbeeld een fles te gebruiken waarin 10 tot 30 % minder glas zit, verminderen we het gewicht bij het transport en dus de CO2-uitstoot. Of we combineren de acties op de wijngaard, zoals het schoffelen en het maaien. Dan rij je maar één keer in plaats van twee. Kilometerslange hagen en gras beschermen de bodem tegen erosie. Het gras stapelt ook meer koolstof op in de bodem.”

Hoofd en handen

“Als ingenieur-oenoloog werk ik met mijn hoofd én mijn handen. Als wijnmaker zit je in de voedingsindustrie. Maar je bent ook landbouwer, want je teelt druiven. Er is ook de marketing, het verkopen. Ik ben van nature geen commerçant en leerde op dat vlak veel van mijn vader. Verder heb je nog het management en het toeristische verhaal. Het gaat dus echt heel breed, net als de opleiding tot bio-ingenieur. Voor mij was dat dan ook de perfecte basis om wijnbouwer te worden.”

(William Visterin)

24 januari 2020
Anderen bekeken ook