Beroepenfiches
Vorige

1 van 161

Volgende
Volgend artikel:

Wat doet en verdient een private banker?

Antiquaar worden? Enkele slimme tips

“Ik heb wel eens het deksel op de neus gekregen.” (Filip Devroe, antiquaar)
Een kabinet vol eeuwenoude atlassen, landkaarten en prenten. Gedempte geluiden, af en toe een aanspoelende toerist. Antiquaar lijkt een wat bestoft beroep, maar is het dat ook? En hoe werkt het? “Wakker worden en denken ‘ik zal er eens aan beginnen’: zo dus niet.” Enkele do’s en don’ts op een rij.

Veertig jaar is Izegemnaar Filip Devroe (70) bezig met zijn antiquariaat Sanderus. Eerst in Kortrijk, nu al 23 jaar in Gent, op de Nederkouter. “Ik werkte als informaticus bij Bekaert, maar ik verzamelde wel al boeken, prenten en kaarten. Op een bepaald moment ben ik halftime antiquaar geworden. Eerst alleen ’s avonds open met een bescheiden collectie van vooral heemkundige prenten, jaarboeken… de start van 40 jaar groeien.”

Locatie

“Nu zou ik geen locatie in het centrum meer kiezen”, zegt Filip Devroe. “De meeste klanten komen op afspraak. Toevallige bezoekers zijn vaak toeristen in korte broek die alleen rondkijken. Toegegeven, soms koopt zo’n toerist een fleurig fragment van een middeleeuws handschrift voor een paar honderd euro. Toch volstaat alleen een webshop niet. Klanten moeten kunnen voelen, kijken, naslagwerken raadplegen … alleen hoeft zo’n plek niet meer in het stadscentrum.”

Specialiseren

Geen antiquariaat is hetzelfde, zegt Filip Devroe. Iedereen heeft zijn eigen specialiteit. Literatuur, eerste drukken, volkskunde, natuurhistorie, incunabelen, kunst… “Onze specialiteit is topografie: de echt goede kaarten en boeken. Complete atlassen van Sanderus, Mercator of Ortelius vind je verder alleen in Nederland, Parijs en Londen. Specialiseren is dé voorwaarde om te overleven. Wij hebben ook altijd geïnvesteerd in de collectie. Na 40 jaar krijg je dan wel resultaat, al krijg je soms het deksel op de neus wanneer je met een duur boek blijft zitten. Ik heb daar nooit van wakker gelegen, het is een langetermijninvestering.”

Topstukken

“Gaandeweg deed ik interessantere en internationale beurzen, in Nederland, de Map Fair in Londen, de boekenbeurs is Parijs, de beurzen New York, Miami”, zegt Filip Devroe. “Vroeger waren die beurzen interessanter. Een gevolg van internet. Verzamelaars weten nu perfect wat er allemaal te koop is. Er zij geen verrassingen meer, de markt is totaal transparant. Koopjes doen, is bijna onmogelijk. Iedereen zoekt de echt zeldzame stukken, maar door internet is de concurrentie op veilingen – Sotheby’s, Christie’s, Drouot – vertienvoudigd en zijn de prijzen door het dak gegaan. Dat maakt de business héél kapitaalsintensief.”

Netwerken

“De echt goede stukken vind je alleen dankzij een uitgebreid persoonlijk netwerk. Je moet mensen kennen! Bovendien: aan een minder zeldzaam stuk verdien je nu veel minder. Zoals een Atlas Maior van Blaeu (1662) of aan een Flandria Illustrata, een historiografisch en cartografisch werk uit 1641 van de Vlaamse kanunnik Antonius Sanderus. Die prijs is nog maar een derde van 40 jaar geleden. Ik heb er hier vijf staan, terwijl die vroeger vlot de deur uitgingen. Het resultaat: antiquaars die kostbare oude drukken kunnen aankopen én verkopen blijven bestaan. Wie dat in deze branche niet kan, is een vogel voor de kat.

Naslagwerken

“Wat je ook nodig hebt, zijn goede naslagwerken”, zegt Devroe. “Ik heb een hele kast vol. Bijvoorbeeld de nieuwe reeks over historische Hollandse atlassen van Cornelis Koeman herwerkt door Dr. Peter Van der Krogt. Of de Monumenta Cartographica Neerlandica van Dr. Günter Schilder. Zo’n werken heb je echt nodig om je verkoop te kunnen staven. Ze lijsten zelfs op hoeveel exemplaren er bekend zijn van een kaart. Het geeft je ook credibiliteit bij vragen over cartografie.”

Willen verkopen

“Ik had ooit een handschrift uit Bologna uit 1280 waar ik zelf een publicatie over geschreven heb. Prachtige, heldere miniaturen. De top van de top, daar had ik wel spijt van toen ik het moest verkopen. Mocht ik nu ooit het Gruuthuuse-handschrift (middeleeuws verzamelhandschrift, in 1395 in Brugge samengesteld) met zijn belangrijke Middelnederlandse teksten in mijn bezit krijgen: dan zou ik het wel houden (lacht).”

Opvolging

“Ik ben zelf vanaf nul begonnen en heb al mijn kennis verworven als autodidact. De vonk is overgeslagen op mijn zonen Brecht en Dieter. Ze zijn actief in de zaak. Brecht, de oudste, toonde al vroeg veel belangstelling, hij heeft ook kunstgeschiedenis gestudeerd. Nu zit hij in Argentinië, hij is altijd op reis en hij heeft de wereldmarkt in de vingers. Een hele goede netwerker. Het zijn allebei puristen: ze willen alleen complete, authentieke publicaties waaraan later niets meer is toegevoegd of verdwenen. Goed om te weten in het licht van de levendige handel in losse atlaspagina’s.”

Keep calm

Naast internet en zotte prijzen steken ook overheden stokken in de wielen. “In bijvoorbeeld Frankrijk heeft de staat het recht op het laatste bod”, gromt Filip Devroe. “Uit veel landen is het lastig om stukken te exporteren. Het brengt een enorme administratie met zich mee. Er zijn onwillige ambtenaren of douane. Echt stressvrij is de job dus niet. Ik weet bijvoorbeeld een Columbusbrief zitten in Duitsland, maar ik zal nooit een exportvergunning krijgen, dus koop ik hem niet. Jammer! Maar toch blijf ik doorgaan. Dit is een prachtig beroep.”

(Wieland De Hoon)

18 december 2019
Anderen bekeken ook