5 trends op kantoor: heeft het landschapsbureau eindelijk afgedaan?

Hebben we vandaag nog een vaste plek op kantoor? Vaak wel, zo blijkt. Al zijn er meer verschillende plekken voor verschillende taken: van overleggen tot concentreren.

“Je kan niet zeggen dat open kantoren helemaal weg zijn. Vorig jaar kwam ik nog in een relatief nieuw gebouw waar er 72 werkplekken samen in één ruimte stonden”, zo vertelt Veerle Hermans, die verantwoordelijke discipline ergonomie is bij Groep Idewe. “ Toch maken meer en meer bedrijven de overschakeling”, voegt ze er aan toe.

1. Elke activiteit heeft zijn plek

De meeste experts bevestigen wel de hertekening van de landschapsbureaus in functie van die activiteitsgerelateerde werkplekken. Een open ruimte, aangevuld met verschillende plekken voor verschillende taken: van overleggen tot concentreren. “Cruciaal bij dit concept is de ‘vrijheid’ van zitten, de keuze die men heeft. Variatie en aanpasbaarheid zijn dus belangrijk”, stelt Veerle Hermans.

Bij activiteitsgerelateerd werken, hoort ook de telewerkplek als alternatieve werkplek. Dat is meestal de thuiswerkplek. “Binnen dit concept wordt het werk in activiteiten opgedeeld en gelinkt aan bepaalde ruimtes. Grote, langdurige concentratietaken doe je dan bijvoorbeeld thuis, teamoverleg in de brainstormruimte op kantoor, skypemeetings in de vergaderzaal en telefoongesprekken in de phonebox”, illustreert Hermans. “De interactieve taken zijn bij uitstek voor een open kantoorruimte, die echter beperkt moet zijn.”

• Lees ook: Een onprettige werkplek? Dit doe je er aan

2. Landschapsbureau wordt kleiner

Bij veel bedrijven lijkt het open bureau ook kleiner te worden. “Aanbevolen wordt om met niet meer dan zes in één ruimte te zitten. Onderzoek wijst immers uit dat er meer ongenoegen en zelfs ziekte is, indien de aantallen groter worden”, stelt Hermans.

Ook Frank Martens, interieurarchitect bij het Kantoor van Morgen ziet een evolutie in deze richting. “Het open landschapskantoor bestaat nog altijd. Maar het wordt wel opgedeeld in kleinere zones. Hierbij zitten we eerder met vier tot tien personen samen in plaats van twintig tot dertig, zoals vroeger vaak nog het geval was”, stelt Martens die ook die opdeling van de ruimte ziet voor andere functies zoals vergaderzalen of stilte werk. “Daarnaast zien we ook een groeiende interesse om teamzones te creëren in afgesloten ruimtes, veelal met een open deur politiek zodat er geen echte drempels komen.”

3. Vaste werkplek houdt stand

Hebben we vandaag nog een vaste plek? Vaak wel, zo blijkt. “Bij kmo’s zien wij dat er veelal nog voor iedereen een vaste plaats is. Al voorziet men voor bepaalde functies zoals verkopers die niet vaak op kantoor zijn, wel regelmatig flex-plaatsen. Dergelijke plaatsen maken het ook mogelijk om groei en tijdelijke consultants een plek te geven”, aldus Frank Martens. Grote bedrijven denken, volgens hem, wel meer na over flex. “Ook bij start-ups zien wij veel flexibele werkplekken. Maar dat zijn dan ook wel bedrijven die constant in beweging zijn.”

4. De groene toets

Ons kantoor wordt ook groener. “Het ecologische aspect en duurzaamheid is heel belangrijk. Die groene toets zien we buiten, maar ook binnen het kantoor”, aldus Hermans. “Denk aan natuurlijke ventilatie in plaats van continue airconditioning.”

Frank Martens merkt op dat duurzaamheid bij gebouwen door bouwpromotoren ook als een troef wordt gezien. “De huurder is hier ook door aangetrokken door de lage operationele kost van dergelijke kantoren. Hierdoor gaan veel promotoren ook voor een label van hun gebouwen zoals Leed, Breeam of Well.”

5. Move, move, move

Zitten is het nieuwe roken, is al vaak gezegd. En die oproep om meer te bewegen heeft ook impact in de kantooromgeving. Veerle Hermans raadt bedrijven aan om hierbij op drie domeinen te werken. “Ten eerste is er de dynamische werkomgeving, waarbij je onder meer het trappengebruik promoot en koffie, printers en vuilbakken op een centrale plaats plaatst.

Daarnaast is er de trend naar een dynamische werkplek waarbij mensen ook rechtstaand een aantal taken kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld via overleg aan statafels.” En ten derde zijn er de dynamische medewerkers waarbij organisaties inzetten op gedragsverandering, bijvoorbeeld door ze meer te laten stappen of lopen.

Het lijkt ook wel dat bedrijven voor dit alles meer aandacht (en middelen) aan willen besteden. “Steeds meer bedrijven hechten belang aan een optimaal comfort voor de werknemer”, besluit interieurarchitect Frank Martens. “Vroeger waren bijvoorbeeld akoestische oplossingen en zit/sta burelen nog echt een uitzondering.”

(William Visterin) - Foto: (Pulsar Photography / Kantoor van Morgen)