Zelfstandige Pieter getuigt: 'Ik word achtervolgd door schuldeisers'
Pieter Buyl (32) zag twee jaar geleden zijn bvba overkop gaan. Te grote investeringen aan woekerinteresten gaven zijn zaak de doodsteek.
In 1999 begon Pieter op 21-jarige leeftijd een bedrijfje dat op- en aanritten aanlegde. Aan klanten was er geen gebrek. “Ik kon het werk soms zelfs niet volgen. Zeven dagen op zeven was ik aan de slag. Mijn zondagen waren volgeboekt met klantenbezoeken.”
Het vele werk ontnam hem de tijd om zelf met de boekhouding en de administratie bezig te zijn. Dus vertrouwde hij daarvoor volledig op zijn boekhouder. “Die betaalde ik 800 euro per kwartaal. Maar toen de aanslagbrief van de belastingen in de bus viel, moest ik plots 20.000 euro bijbetalen.”
Toch groeide de zaak, Pieter nam 4 mensen in dienst plus iemand op leercontract en ging nog grotere investeringen aan. “Ik kocht een bedrijf over dat er op papier gezond uitzag, maar in feite schulden had. Mijn boekhouder raadde mij aan het toch te kopen. Dat is mijn ondergang geweest. Mijn bankdirecteur wou mij daar ook geen lening voor geven. Dus trok ik naar een andere bank, die me wel het nodige geld leende, maar aan veel hogere interesten die ik op de duur niet meer kon betalen. Zelf heb ik ook fouten gemaakt: te weinig naar advies geluisterd, persoonlijke leningen aangegaan. Maar ja, als jonge gast doe je graag je eigen gedacht.”
Intussen sleept het faillissement al drie jaar aan en zit Pieter met een financiële kater van 250.000 euro. “Momenteel ben ik in loondienst als ploegbaas. Maar alles wat ik verdien, gaat naar gerechtsdeurwaarders. Ik heb de fout gemaakt niet meteen werk te maken van de paperassen toen mijn zaak overkop ging. Je hoofd staat er op dat moment niet naar. Het is ook een hele klap, hé. Een eigen zaak zit er voor mij alvast niet meer in. Ik zie dat niet meer zitten. Maar ik laat het hoofd niet hangen en pep me elke dag op om naar mijn werk te vertrekken.”
(ks)
1 april 2010