Wim Lemmens, echtgenoot van Kathleen Cools: 'Ik ben een nieuwe man'
In de reeks ‘De man van’ gaat Jobat op zoek naar de man achter een bekende vrouw. Wim Lemmens en Kathleen Cools studeerden allebei filosofie. Intussen hebben ze drie kinderen, is hij professor en zij ankervrouw van ‘Terzake’.
Allebei een veeleisende job plus een groot gezin. Hoe passen jullie die puzzel in elkaar?
Goed organiseren is het sleutelwoord. Maar we hebben ook altijd veel geïnvesteerd in kinderopvang. We zijn naar Leuven verhuisd omdat Kathleen bij de radio aan de slag kon en ik er aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte kon doctoreren. Echte ambities hadden we niet na onze studie. Uiteindelijk zijn we allebei in ons werk gerold, kregen we kinderen ... Wij hebben nooit het gevoel gehad dat het onmogelijk was, een druk gezin en twee carrières, al waren er moeilijke momenten.
Wanneer liep het minder vlot?
Toen ik als docent begon aan de Universiteit Antwerpen. Voordien kon je in Antwerpen enkel de kandidaturen filosofie volgen, maar plots mochten we ook licenties organiseren. Als jonge docent leer je zo snel het klappen van de zweep (lacht). Kathleen had net de overstap van radio naar tv gemaakt en was daardoor zelden thuis. Niet dat ze daar zoveel meer moest werken dan bij de radio, maar mentaal weegt tv zwaarder door.
Als academicus heb je tamelijk wat vrijheid in je job. Heeft dat geholpen?
Als doctorandus kon ik regelmatig thuis zijn om aan mijn proefschrift te werken. Ik heb gedoctoreerd toen we al twee kinderen hadden. Tijdens de week stond ik grotendeels voor hun opvang in. Kathleen was op dat moment bij de radio aan de slag, tot 1996 nog bij Studio Brussel, later als journaliste op de nieuwsredactie. Maar ik vond het wel fijn om met de kinderen bezig te zijn.
Heb je ooit toegevingen moeten doen om de boel draaiende te houden?
Professioneel niet. Hobby’s heb ik nauwelijks en ik sta vier à vijf avonden per week in de keuken om het eten te maken. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat de job van Kathleen mijn carrière echt bemoeilijkt heeft. Toen ik druk met mijn doctoraat bezig was, heeft zij zich ook een stuk naar mijn levensritme gevoegd. Niet elke vrouw zou er even gelukkig mee zijn dat haar partner zijn eigen geestelijk rijkje heeft waar zij niet in mag.
Krijg je soms opmerkingen van andere mannen omdat je elke avond aan de kookpot staat?
Soms laat iemand zich daar eens ironisch over uit. Dit jaar zei Noël Slangen: “Jij bent het slachtoffer van dienst.” Er zijn mannen die zeggen: het zou niets voor mij zijn. Maar ik heb liever een boeiende vrouw die zich gelukkig voelt in haar job dan iemand die zich moet wegcijferen. Ondanks haar job neemt Kathleen alles over zodra ze thuiskomt: dan wijkt alles voor man en kinderen.
Ben je een nieuwe man?
Ja, zeker? Al voel ik mij vooral echtgenoot en vader. We zijn intussen de moeilijkste jaren voorbij en krijgen al eens hulp van de kinderen. Zo kwam ik vorige week op een avond doodmoe thuis. “Ga maar zitten. Ik maak het eten wel”, stelde Hendrik spontaan voor. Hij maakt heerlijke spaghetti. Hij heeft dan ook een goed voorbeeld gehad (lacht).
(ks)
19 januari 2010