Wijvenverstand

Thomas Blondeau werkt voor het Leids Universitair weekblad Mare. Vorig jaar verscheen zijn tweede roman Donderhart.
Als puber was ik onvrijwillig onderdeel van een experiment. De proeven vonden zowat dagelijks plaats en dat zo’n zes jaar lang. Pas op mijn sterfbed zal duidelijk worden wat de effecten waren. Maar dat mijn bestaan erdoor aangetast is, staat buiten kijf.
Thomas Blondeau
Thomas Blondeau werkt voor het Leids Universitair weekblad Mare. Vorig jaar verscheen zijn tweede roman Donderhart.

Wat gebeurde er toen ik nog nat was van het vormsel? Mijn ouders besloten dat het beter was dat ik naar een meisjesschool ging. Niet omdat er vragen waren over mijn gender. Maar pa had weinig warme herinneringen aan zijn middelbare school en ma wel aan de hare. En de nonnen die die uniformschool bestierden, hadden net besloten dat ook jongens welkom waren.

Op 1 september barstte de hel los. De verschillende levende en dode talen, de gevaarlijke chemieproefjes, de foetussen op sterk water - het maakte allemaal geen indruk op me. Want op de speelplaats liepen er zeshonderd meisjes rond. Wij jongens waren met zijn tienen. Wat denkt u dat er dan overblijft van een uit zijn vel barstende adolescent? Zonder seksuele wanverhouding is die leeftijdsperiode al een gruwel. Gegijzeld tussen groeistuip en grote mensen, geterroriseerd door een onvolgroeid brein en een onvermoeibaar lichaam, trek je je aan voorhuid en tandvlees naar de volwassenheid toe. Voer deze martelgang uit te midden van honderden lokken en lachjes en een enigszins normale jeugd is uitgesloten.

Maar wie nu lijdt, heeft morgen profijt. Nog steeds hoor ik geslachtsgenoten piepen over hoe het samenwerken met vrouwen ‘toch echt anders’ is. Ze zouden niet tot op het bot gaan. Ze smiespelen. En kinderen en carrière combineren gaat altijd ten koste van een van de twee. Nooit wat van gemerkt. Evenals de vermeende nuchterheid van mannen. Als de deadline je vanachter heeft besprongen, heb ik liever vrouwen in de buurt dan mijn eigen kunne. Meestal omdat die op zo’n moment wel beseffen dat morgen de zon heus wel weer opkomt. Ze gaan aan de slag en maken er het beste van. Mannen gooien op zo’n moment een liter koffie naar binnen en gaan strak van de zenuwen de boel nog eens extra vernachelen. Als ze om middernacht schuimen van het okselzweet, moeten ze het café in. Dat hebben ze wel verdiend en bovendien zijn ze te opgefokt om iets anders te doen. Een houding die van pas kan komen als het om de ontzetting van Berlijn gaat maar op werkvloer toch wat al te fors is.

Een oorlogsarts die al decennia ervaring hadden in het begeleiden van getraumatiseerde Afrikanen gaf hoog op van de menselijke veerkracht. Het is verbazingwekkend hoe sommigen hun leven weer kunnen oppikken na het ondergaan van de grootste gruweldaden. Ik vroeg haar of er nog een verschil was tussen de seksen. Vrouwen werden immers sneller slachtoffer van verkrachting. Na de oorlog werden ze vaker uitgestoten omdat ze hun eerbaarheid zouden hebben verloren. Wat antwoordde ze: ‘Vooral vrouwen weten te overleven. Meestal omdat ze gewoon niet anders kunnen. Zij zorgen voor de kinderen.’

Meer vrouwen in de raad van bestuur heeft dus niets te maken met positieve discriminatie maar alles met gezond wijvenverstand.

(tb)

17 mei 2011

Ontvang de nieuwste tips over werk en carrière

Meer dan 440.000 Jobat gebruikers zijn wekelijks op de hoogte

Anderen bekeken ook