5 tips om vlot op pensioen te gaan
55-plussers worstelen vaak met professionele en privéstress, zo blijkt uit uit een studie van marktonderzoekbureau InSites Consulting.
Slechts 37 procent van de Belgen tussen 55 en 65 jaar is aan het werk. Een zeer slechte score, zeker als je weet dat het Europese gemiddelde 58,5 procent bedraagt. Ondertussen blijft de krapte op de arbeidsmarkt ondernemingen en overheid zorgen baren. Door de gigantische uitstroom van vijftigplussers die gepaard gaat met de vergrijzing, zal er tegen 2015 sprake zijn van maar liefst 500.000 vervangingsvacatures, zo berekende professor Luc Sels, econoom aan de KU Leuven.
Dat er te weinig vijftigplussers aan het werk zijn, is iets waar ook de werknemers van boven de vijftig zich sterk van bewust zijn. 63 procent van hen vindt dat er meer vijftigers aan de slag moeten, zo blijkt uit een bevraging in opdracht van Tempo-Team bij een respresentatieve steekproef van duizend werknemers.
Hoewel de meeste werknemers het probleem van de vergrijzing en de lage tewerkstellingsgraad van vijftigplussers onderkennen, blijkt langer werken geen populaire oplossing. Slechts een kwart van de Belgische werkenden (27 procent) vindt dat de wettelijke pensioenleeftijd van 65 moet stijgen. Het optrekken van de minimum loopbaanduur van 35 naar 40 jaar kan op meer bijval rekenen. 38 procent van alle werknemers en 42 procent van de vijftigplussers gaat met deze maatregel akkoord.
Wil men meer vijftigplussers aan het werk krijgen, dan moet het ook mogelijk zijn om anders te gaan werken. 78 procent van de werknemers vindt dat vijftig- en zestigplussers de mogelijkheid moeten krijgen om deeltijds te werken. 73 procent ziet mogelijkheden in flexibele werkuren, zes op de tien pleiten voor een aangepast takenpakket.
Het idee van de ‘duobaan’, waarbij twee deeltijdse werknemers samen één voltijdse functie uitoefenen, is slechts voor vier op de tien werknemers een mogelijke oplossing.
Opvallend: meer dan de helft van de werknemers (58 %) is voorstander van quota voor vijftigplussers in bedrijven. Bedrijven zouden op die manier verplicht worden om een aantal ouderen aan te werven. Zeven op de tien Belgische werkenden vinden dat de overheid het aanwerven van ouderen moet subsidiëren.
De federale beslissing om het brugpensioen te laten verdwijnen, is geen populaire maatregel. Slechts 31 procent van de bevraagden is het daarmee akkoord.
Aan clichés over vijftigplussers is er geen gebrek in het onderzoek van Tempo-Team. Vijftigers mogen dan wel kundig, loyaal en gedisciplineerd zijn, ze worden er ook van beschuldigd weinig flexibel en creatief te zijn en onvoldoende open te staan voor vernieuwing. Dat ze ‘duur’ zijn, wordt hen ook aangewreven.
‘Het is bijzonder vreemd dat het clichébeeld van de verstarde vijftigplusser niet verdwijnt’, vindt Marc De Braekeleer, ceo van Tempo-Team Belux. ‘Alsof er geen creatieve oudere werknemers bestaan en alle jongeren wél creatief zijn.’
Enkele cijfers: slechts 9 procent van de bevraagde werknemers vindt vijftigplussers leergierig. 72 procent vindt dat van min-dertigjarigen. 15 procent beweert dat ouderen flexibel zijn, 54 procent dicht die eigenschap aan jongeren toe.
Omgekeerd vindt 65 procent van de werknemers dat vijftigers en zestigers hun job goed kennen, terwijl slechts 13 procent dat denkt van jongere werknemers.
Over de manier waarop lonen tijdens de loopbaan moeten evolueren, lopen de meningen uiteen in het onderzoek van Tempo-Team.
Vier op de tien werkende Belgen zijn van mening dat het salaris beter bepaald wordt op basis van verdienste dan naar anciënniteit, wat nu meestal gebeurt.
Daar staat tegenover dat slechts 15 procent van de werknemers, en slechts 8 procent van de vijftigplussers, vindt dat dat vijftigers en zestigers een deel van hun salaris moeten afstaan wanneer ze minder productief worden.
(mo)
5 maart 201255-plussers worstelen vaak met professionele en privéstress, zo blijkt uit uit een studie van marktonderzoekbureau InSites Consulting.
Wie tijdens zijn loopbaan geen extra potje aanlegt, riskeert een sombere oude dag tegemoet te gaan. Gelukkig kunnen heel wat werknemers op een pensioenplan van het werk rekenen.
Je hebt een andere job gevonden. Maar wat gebeurt er met de verworven reserves in je pensioenplan? Kan je die zomaar meenemen naar je volgende werkgever?
Werkgevers moeten vanaf 1 april 2010 meer betalen voor bruggepensioneerden. Aan de uitkeringen voor de werknemers zelf wordt niet geraakt.
58 jaar en half. Dat is de leeftijd waarop de Belg aan zijn pensioen wil beginnen. Nog ver weg van de wettelijke 65 jaar, maar toch een (lichte) stijging tegenover vorige jaren, toen we nog droomden van te stoppen op 57.
Met een individuele pensioenspaarrekening kan je een aardige reserve opbouwen. Maar hoe ga je om met het gespaarde geld als je pensioen is aangebroken?
De Nationale Bank van België (NBB) bewijst dat werken bij een centrale bank en toezichthouder dynamisch en uitdagend is, en tegelijk veel mogelijkheden biedt. Het vernieuwde competentiewoordenboek van de NBB zorgt ervoor dat medewerkers de handvatten krijgen die ze nodig hebben om hun loopbaan gericht te oriënteren en hun volle potentieel te benutten.
Je bent gestrest en je grijpt naar iets lekkers, meestal iets ongezond zoals snoep, cola of koekjes. Herkenbaar? Enkele tips om dit te doorbreken!
Stel je voor: je hebt net een nieuwe job gevonden maar je vorige werkgever verrast jou opeens met een interessant tegenvoorstel. Ga je erop in of niet?