“Werknemers in Limburg staren zich niet blind op netto salaris”

Helge Moureau van rekruteringsbureau Robert Half.

Het salaris blijft de voornaamste reden om voor een bepaalde werkgever en functie te kiezen. Daarna volgt de appreciatie die de werknemer krijgt voor zijn inzet. Een fijne bedrijfscultuur vervolledigt de top 3. De Salarisgids van Robert Half maakt duidelijk dat in Brussel nog altijd de hoogste lonen worden betaald (108%), gevolgd door de Brusselse Noordrand (106%) en de regio Antwerpen (105%).

Limburg bengelt onderaan het peloton. Voor vergelijkbare functies bedraagt het salaris gemiddeld 97%, wat het laagste is in Vlaanderen en evenveel als de referentiepunten in Wallonië. Daarmee is het ook meteen duidelijk waarom heel wat knappe koppen uit Limburg dagelijks hun brood gaan verdienen in de grote Belgische agglomeraties.

Buikgevoel

“Toch kruipen de lonen dichter naar elkaar”, weet Helge Moureau. “De kloof tussen bijvoorbeeld Limburg en Brussel is nog redelijk groot voor beginnende professionals, maar vlakt uit naargelang de anciënniteit. Ervaren managers kunnen vandaag ook in Limburg aardig hun boterham verdienen. Eén van de oorzaken daarvan, is het toenemende besef bij Limburgse bedrijfsleiders dat ze zich moeten omringen met de beste medewerkers en raadgevers. Waar ze vroeger vooral op hun buikgevoel beslissingen namen, en vonden dat ze in alle domeinen van de bedrijfsvoering een expert moesten zijn, schakelen ze nu makkelijker externe specialisten in.

Ze realiseren zich dat ze geen supermensen zijn die alles alleen kunnen. De nieuwe generatie wil verder professionaliseren en staat meer open om een ervaren CEO, CFO, HR-officer of logistiek verantwoordelijke in te lijven. En ze zijn dus ook bereid om daar een gepast budget voor vrij te maken. De HR-strategie, waarbij elk departement door de beste vakspecialisten worden aangestuurd, werpt direct zijn vruchten af. En het biedt voor de bedrijfsleider zelf de mogelijkheid om zich te focussen op de dingen die hij zelf het liefst doet en het best kan.”

Blitse auto

Robert Half stelt vast dat de resterende salariskloof voor de (potentiële) werknemers niet noodzakelijk een breekpunt moet zijn om in Limburg aan de slag te gaan. “De professionalisering die hier plaatsvindt, houdt tevens in dat er zich nieuwe opportuniteiten openen voor het renumeratiepakket”, aldus nog Helge Moureau. “Ik denk aan de cafetariaplannen en extralegale voordelen. Werkgevers die flexibiliteit in de verloning toelaten, hebben een streepje voor.

Waar de ene het netto loonbriefje het belangrijkste vindt, zal de andere eerder baat hebben bij een elektrische bedrijfsfiets, extra vakantiedagen of een goed pensioenplan. Voor die mensen is de netto salariskloof dus minder belangrijk, waardoor ze sneller geneigd zijn om toch in eigen regio te gaan werken. Dat geldt zeker voor meer ervaren professionals, die zich niet zoals de schoolverlaters, blindstaren op een blitse bedrijfswagen en zoveel mogelijk cash op de rekening willen. Naargelang de fase in hun carrière, veranderen de behoeften, en daar spelen slimme werkgevers op in. We merken dat de bedrijven die hun huiswerk goed gemaakt hebben, en hun werknemers een gevarieerd verloningspakket op maat voorschotelen, de strijd om het beste talent makkelijk kunnen winnen.”

Files

De mobiliteit is een bijkomend argument om het verschil in loon tussen Limburg en de Belgische grootsteden te minimaliseren. “Steeds meer mensen verdienen liever iets minder als ze filevrij naar het werk kunnen gaan”, stelt Helge Moureau. “Een leuke job, dichtbij huis, levert een betere work-life balance op, en dat heeft ook zijn waarde. De keuze tussen 4 uur file per dag of 10% minder verdienen valt uit in het nadeel van de verre verplaatsingen.”

De conclusie van Robert Half is dat de werknemers in Limburg concurrentieel worden verloond. “Je moet wel naar het totaalplaatje kijken”, besluit de Associate Director. “De argumenten om hier aan de slag te gaan worden alsmaar aantrekkelijker. De lokale economie krijgt bijgevolg een injectie van ervaren talent, en dat komt iedereen ten goede. De vooruitzichten mogen dus zonder meer positief worden genoemd.”

Lees meer: Werken in Limburg

(Kurt Meers)