Wanneer racisme een probleem wordt op de werkvloer
Vandaag is het Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Zo erg als in het Zuid-Afrika van de apartheid is het gelukkig niet meer, maar we zijn er nog lang niet.
De Verenigde Naties voerden de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie in naar aanleiding van het bloedbad in Sharpeville in Zuid-Afrika op 21 maart 1960. De politie opende toen het vuur op een groep vreedzame zwarte betogers die demonstreerde tegen de apartheid. Tientallen van hen werden gedood.
De apartheid is inmiddels afgeschaft, maar racisme en discriminatie zijn nog niet verdwenen. En niet alleen in Zuid-Afrika. Tal van landen over de hele wereld staan vandaag stil bij het onrecht dat individuen en groepen elkaar aandoen.
Ben je blank of ben je zwart, regen valt niet voor jou apart
Onze huidskleur blijft dus relevant. Ook op de werkvloer. “Je moet kunnen erkennen dat Nelson zwart is, Maria ouder is en Steven homo is. Wat niet betekent dat dit op het voorplan moet staan of op de werkvloer moet uitgeschreeuwd worden tijdens een discussie. Niet over zaken zoals huidskleur praten, kan dingen pijnlijker maken. Bazen hebben hierin een grote rol te spelen: zij moeten een klimaat creëren waarin mensen zichzelf kunnen zijn”, vertelt Evan P. Apfelbaum op cnn.com. Apfelbaum is assistent-professor Organizational Studies aan de Amerikaanse MIT Sloan School of Management.
Pleidooi voor openheid
Met je in te houden op het werk omdat iemand een andere huidskleur heeft, doe je je collega geen plezier. Hoe opener je hierover praat, hoe minder kans op wrijvingen en hoe beter het teamwork zal zijn.
“Psychologisch onderzoek toont aan dat het ontkennen van de realiteit en de complexiteit van ras meer problemen kan creëren dan oplossen. Het kan zelfs het opzetten van constructief beleid op het vlak van gelijke rechten in de weg staan. Je kan dan wel doen alsof je er hetzelfde uitziet, onderzoek toont aan dat mensen bijna direct elkaars ras opmerken. Meestal in minder dan een zevende van een seconde”, zegt Apfelbaum.
Slecht voor iedereen
“Werknemers uit minderheidsgroepen zijn meer – niet minder! – wantrouwig tegenover mensen die evidente zaken zoals ras uit de weg gaan dan tegenover de collega’s die er openlijk over praten.”
Het gaat zelfs verder. “Als je de huidskleur van je collega ontkent, ondermijnt dat niet enkel de indruk die je maakt tegenover die persoon, je maakt het ook moeilijker voor hen om beter te worden in hun job.” Een voorbeeld. Managers die de kerk in het midden willen houden, geven geen kritische feedback aan zwarte werknemers omdat ze anders misschien als racist zouden worden bestempeld. Kritische feedback die ze wel gewoon aan hun ‘witte’ werknemers zouden geven. Hoe kan die zwarte collega dan beter worden in zijn job of weten dat hij iets fout doet?
Contraproductief
Niet spreken over huidskleur is begrijpelijk natuurlijk: het is de gemakkelijkste manier om om te gaan met moeilijke zaken of situaties. Niet dat je constant grappen en grollen moet maken over iemands huidskleur. Het is wel een pleidooi voor meer authenticiteit en transparantie op dit vlak. Het moet gewoon oké zijn om erover te spreken of te discussiëren. Iedereen zal meer op z’n gemak zijn op de werkvloer. “Soms is ras gewoon echt wel relevant, en er niet over praten op dat moment komt raar over en werkt contraproductief”, besluit Apfelbaum.
(mr)
21 maart 2012