Waarom het niet erg is om te werken tijdens de herfstvakantie

1. Minder file

Alle mensen die in de herfstvakantie gezellig in de zetel zitten, of naar warme oorden trekken met het gezin, kruipen niét achter het stuur om naar het werk te rijden. En minder mensen op de baan, betekent automatisch minder file, langer slapen, minder stress, sneller op je werk aankomen én nog leuker: ’s avonds sneller terug thuis zijn.

2. Minder drukte op de werkvloer

Misschien nemen je (minder leuke) collega’s wel een paar dagen verlof, waardoor je je bureau helemaal voor jezelf hebt. Dus aanschuiven aan de koffieautomaat voor je dosis cafeïne, dat hoeft even niet.

3. Uitstel is geen afstel

Als je je vakantiedagen opspaart, kun je op een ander moment wél vakantie nemen. En dan zijn al je collega’s hoogstwaarschijnlijk allemaal aan het werk. Bovendien heb je dan nog iets om naar uit te kijken: een leuk uitstapje met het gezin, een extra lange citytrip, … En dat terwijl al de rest zich terug naar het werk sleurt. Wedden dat de tijd voorbijvliegt met dat idee in je achterhoofd?

4. Als de kat van huis is, dansen de muizen

En dan bedoelen we niet dat je letterlijk een feestje kunt bouwen op kantoor, of op je bureau kunt staan dansen. Maar als de baas er niet is, dan hoeft de boog ook niet altijd gespannen te staan. Let wel dat als de chef terug is, je geen achterstand hebt opgelopen...

• Lees ook: Kan je baas je verplichten het werk van een collega met vakantie erbij te nemen?

5. Het is maar een korte week

Er zijn ergere weken om bijna als enige aan het werk te gaan, want naar goede gewoonte valt er élk jaar wel een feestdag in de herfstvakantie. En dit jaar valt die toch wel niet op vrijdag, zeker? Dat betekent dat je maar vier dagen moet werken, en nadien kunt genieten van een heerlijk verlengd weekend. En stel dat je toch moet werken op feestdagen, dan hou je de puntjes hierboven maar extra in je achterhoofd.

(dt/em)