Persoonlijke ontwikkeling
Vorige

1 van 938

Volgende
Volgend artikel:

Eindeloze mogelijkheden bij PepsiCo

Waar zijn de vrouwelijke Obama's?

“De enige vrouw in The Penguin Book of Twentieth-Century Speeches is Emmeline Pankhurst, woordvoerster van de suffragettes. Maar hoe lang is dat al niet geleden?” (An Nelissen, actrice)
Actrice An Nelissen en personal coach Inge Rock weten hoe het is om als vrouw voor een zaal het woord te nemen. ‘Er wordt weinig écht geluisterd naar vrouwen. Bovendien moet je er nog goed uitzien ook.’ Hun kennis delen ze voortaan als speech coach, voor vrouwen én mannen.
Rock - Nelissen
“De enige vrouw in The Penguin Book of Twentieth-Century Speeches is Emmeline Pankhurst, woordvoerster van de suffragettes. Maar hoe lang is dat al niet geleden?” (An Nelissen, actrice)

Als er gesproken wordt over beroemde speakers, dan vallen namen als Martin Luther-King, Barack Obama, John F. Kennedy of Nelson Mandela. Opvallend: géén vrouwen. Hoe komt dat?

An Nelissen: Omdat de mannen meestal de macht hebben. Vrouwen krijgen ook veel meer kritiek als ze speechen. Catherine Ashton, vice-president van de Europese Unie, wordt op boe-geroep getrakteerd als ze het woord neemt in het Europese parlement. En als Lady Diana een toespraak hield, kreeg je reacties à la: ‘Dat heeft ze zachtaardig aangepakt’. Er wordt weinig écht geluisterd naar vrouwen. Nu, de mannen die je hebt opgenoemd, zijn één voor één heel bevlogen mensen met een heel duidelijke en persoonlijke boodschap. Dan heb je als spreker impact.  

Zijn er dan in de geschiedenis geen bevlogen vrouwen geweest die indruk maakten door wat ze te vertellen hadden?

Inge Rock: Toch wel, maar het zijn er ongetwijfeld veel minder.

An: Je had Indira Ghandi en Benazir Bhutto bijvoorbeeld. Ook weer vrouwen met een sterke identiteit. Toch worden zij niet geciteerd in het The Penguin Book Of Twentieth-Century Speeches. De enige vrouw die erin staat, is Emmeline Pankhurst, woordvoerster van de suffragettes. Maar hoe lang is dat al niet geleden?  

Als het een kwestie van macht is, dan is de conclusie: hoe meer vrouwen hoge posities innemen, hoe meer ze als speaker naar de voorgrond zullen treden?

An: Ze moeten dan wel de kans krijgen natuurlijk. Soms krijgen ze die pas als het fout loopt. Zie Marianne Thyssen die de CD&V uit het slop moest halen. Zo is het nu ook al een uitgemaakte zaak dat na Caroline Gennez Bruno Tobback aan het roer komt bij de sp.a. Een goede spreker trouwens, Tobback. Omdat hij het méént. Daar ligt de sleutel.

Inge: Als je tegen je buikgevoel ingaat, voelen de mensen dat direct.

An: En dan ben je de toehoorders onherroepelijk kwijt.  

De no-nonsense aanpak dus. Je zou denken dat vrouwen daar goed in zijn?

An: Ja, maar een vrouw moet er ook nog goed uitzien. Zij wordt constant gepakt op haar uiterlijk. Daardoor is de onzekerheid groter. Weeg je te veel of te weinig? Heb je geen foute kleren aan? De druk is veel groter.

Inge: Met een kostuum kan je weinig verkeerd doen. Zelfs al zijn de mouwen te lang of de vest te breed, daar wordt niet over geleuterd. Een vrouw mag, in deze maatschappij, ook niet de fout maken om in het emotionele te verzinken. Dan wordt ze afgestraft. Helaas hebben vrouwen snel die neiging.

An: Een Hillary Clinton die begint te wenen, krijgt iedereen over zich heen.  

Toch zijn emoties in speeches belangrijk. Barack Obama zal altijd iets persoonlijks vertellen.

Inge: Persoonlijke verhalen zijn belangrijk om een emotionele connectie met je publiek te creëren, maar het mag er niet over zijn.

An: De emoties moeten geloofwaardig blijven. Je mag ze niet als een instrument gebruiken.  

Wat ook opvalt in het lijstje waarmee we ons gesprek begonnen: het zijn bijna allemaal Amerikanen. Inge, jij hebt in de VS gestudeerd: wordt het speechen daar zwaar gecoacht?

Inge: Van kleinsaf. Als ik op Amerikaanse scholen kwam, viel het mij meteen op dat daar veel meer animo en beweging was. Voor de ontwikkeling van de leerlingen wordt vanuit hun persoonlijkheid vertrokken. Kan je goed spreken, sporten of dansen, dan word je daarin gestimuleerd. Ook in Engeland zit het speechen in de genen.

An: Zo’n spreekcultuur tref je ook in Nederland aan. Bij de protestanten leeft de polemiek. In katholieke culturen, zoals die van Vlaanderen, loopt iedereen tussen de lijntjes. Katholieken zeggen je nooit rechtstreeks wat ze denken, maar laten het je op een slinkse manier weten. In Nederland is men rechtdoor. Wij hebben eerder een zwijgcultuur. Om die reden vond ik de speech van Guy Verhofstadt in het Europese parlement, waarin hij het uitblijven van actie in Libië aanklaagde, heel gedurfd. Dat was pure emotie, maar heel slim gedaan. ‘Ik word misselijk van wat er hier gebeurt’, zei hij.

Inge: Ik ben regent van opleiding. Dat zelfs in die studie zo weinig aandacht aan spreken wordt geschonken, is onvoorstelbaar. We kregen pedagogie, maar er werd ons niet geleerd hoe je voor een klas moet staan.

An: Nochtans blijft een bevlogen leerkracht je je altijd bij. Spreken is de vlam in iemand anders aansteken.  

Jullie gaan nu zelf cursussen geven. Wat willen jullie de mensen meegeven?

Inge: In eerste instantie: zelfvertrouwen. Vanuit je eigen kracht vertrekken in plaats van een rolletje te spelen. Humor is uiteraard ook belangrijk. Er is niets zo droevig als luisteren naar een saai en vlak discours. De sprekerstrainingen die al bestaan, zijn allemaal heel academisch en statisch. Daar stappen wij vanaf.

An: Je speech begint met de manier waarop je opkomt en naar het spreekgestoelte stapt. Daar moet zelfvertrouwen van afstralen. Ik hoorde onlangs een professor spreken in het UZ in Jette. In een grijs pakje slofte hij naar voor. Hij had bijna niemand z’n aandacht vast en dat is jammer: hij had het immers over de belangrijke aanschaf van apparatuur waarmee je sneller borstkanker kan opsporen.

Inge: De mentale voorbereiding is alles. Ik was 22 toen ik, als trainer, voor het eerst voor de leeuwen werd gesmeten. Ik stond voor een zaal van 200 schoonheidsspecialisten van een cosmeticabedrijf. Dood ging ik van de schrik. Als je mentaal niet voorbereid bent, verlies je alle controle omdat je zenuwen alle energie wegzuigen. Heel wat mensen weten niet wat angst met hun geest en lichaam doet.

An: Ze ademen fout. Je moet laag ademen, vanuit het middenrif. Daar word je rustig van.

Inge: Het ergste is: mensen die moeten spreken en daar geen zin in hebben.  

Welk advies kan je zo iemand geven?

Inge: Toch proberen om je erin te gooien, over de rand van het comfortabele te gaan. Ik het er zo al zien openbloeien. Maar wie écht niet wil, die zal ook nooit kunnen.

An: Dan mag je die persoon toch wel eens vragen waarom hij die job doet.

Inge: Sommige mensen die, door hun prestaties, doorgroeien naar een managementpositie, zitten daar helemaal niet op hun plaats.  

Inge, als ik afga op je nieuwe boek en voorstelling, IK Is Een Idioot, heb je pas laat het wapen van de humor en de zelfrelativering ontdekt.

Inge: Door kletsen te krijgen van het leven. Op de duur moet je met jezelf lachen, anders kom je niet meer vooruit. Ik besef nu: hoe meer fun, hoe groter de emotionele betrokkenheid. Voor mij, als teacher, was dit inzicht heel confronterend. Een leerkracht neemt nogal snel een dominante, assertieve houding aan. Je mag niet met het vingertje staan zwaaien als je speecht. Zeker als vrouwen het doen, heeft dat een belerend en averechts effect.

An, welke sprekers vind jij geestig?

An: Louis Tobback, toen hij nog de incarnatie van het socialisme was. Hij is nooit een grap uit de weg gegaan. Met sterke oneliners zette hij mensen op hun plaats. Maar hij is een uitzondering. Bij ons leeft het idee: als je speecht, moet het serieus zijn. Maar geloof me, die tijd is voorbij.

(pvd) – Foto: (kb) – Meer info: www.inspiringspeech.be

13 mei 2011
Anderen bekeken ook