Uniseks slecht voor de productiviteit?

‘In de politiek zorgt het ritsprincipe voor een positieve evolutie’ (Katrijn Vanderweyden, arbeidssocioloog)
Volgens wetenschappelijk onderzoek presteren bedrijven waar minstens een derde van het andere geslacht vertegenwoordigd is beter dan anderen. “Dat kan, maar is moeilijk hard te maken”, zegt arbeidssocioloog Katrijn Vanderweyden.
Zijn uniseks bedrijven slecht voor de productiviteit?
‘In de politiek zorgt het ritsprincipe voor een positieve evolutie’ (Katrijn Vanderweyden, arbeidssocioloog)

Er zijn nog mannen- en vrouwenbastions in de bedrijfswereld, maar het worden er wel steeds minder. “Zeker op bedrijfsniveau is de populatie gemengder dan vroeger”, zegt Katrijn Vanderweyden, medewerker van de commissie Diversiteit van de SERV (Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen). “Maar tussen de sectoren zie je nog grote verschillen, en zeker als je naar specifieke beroepen gaat kijken. Bovendien stoten vrouwen nog altijd moeilijker door naar hogere niveaus in bedrijven en organisaties.”

Moeten we niet gewoon leren leven met de ‘ongelijkheid’ tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers? “Het probleem met genderthema’s is, dat we al zoveel hebben bereikt, dat mensen de problemen die er nog zijn, niet meer zien”, vindt Vanderweyden. “Dat maakt het vandaag misschien wel moeilijker dan vroeger om die ongelijkheid onder de aandacht te brengen. We moeten alert blijven en acties ondernemen, omdat die gelijkschakeling anders veel te traag gaat. Door maatregelen als het ‘ritsprincipe’ in de politiek, merk je daar bijvoorbeeld een positieve evolutie.”

‘Een perfecte gelijkheid is haast niet haalbaar’

Positieve acties zullen nooit kunnen vermijden dat er genderspecifieke beroepen zijn, hoewel er geen objectieve reden is waarom alleen vrouwen geschikt zijn voor een zorgberoep en alleen mannen in een carrosseriebedrijf kunnen werken. Vanderweyden knikt.

“Als je een realistische houding aanneemt, moet je aanvaarden dat een perfecte gelijkheid haast niet haalbaar is, maar de vraag is wat je als samenleving daarmee doet. Onderzoek wijst uit dat zowel bij mannen als bij vrouwen de wens bestaat om nog meer stappen in de richting van gelijkwaardigheid te zetten. Maar ondanks alles blijven de enkelingen die het erop wagen, het moeilijk hebben om tegen vooroordelen op te boksen. Onlangs ontmoette ik een meisje dat de BSO-opleiding schilderwerk was begonnen. Zij was het enige meisje en is ermee gestopt, omdat ze geen stageplaats vond en alsmaar te horen kreeg dat ze toch niet sterk genoeg was. Meisjes zullen in hun studiekeuze trouwens al rekening houden met de latere combinatie gezin-werk. Heel rolbevestigend, maar zo is het.”

‘Het belangrijkste is dat iedereen zijn of haar talenten kan inzetten’

De dynamiek op de werkvloer is anders als er een gemengde populatie is. Een regel die vaak wordt gehanteerd, is dat best minstens één derde van de twee geslachten vertegenwoordigd is. Er bestaat onderzoek dat uitwijst dat een bedrijf dan gewoon beter presteert, maar zoiets valt moeilijk hard te maken. “Er spelen zoveel factoren mee die niet gendergebonden zijn”, zegt Katrijn Vanderweyden.

“Maar een diverse personeelssamenstelling - en daar reken ik ook mensen van een andere afkomst en mensen met een arbeidshandicap bij - bewijst ontegensprekelijk dat een bedrijf openstaat voor verandering en vernieuwing. Diversiteit en creativiteit gaan vaak hand in hand. Het belangrijkste is dat iedereen zijn of haar talenten kan inzetten. Voor de arbeidsmarkt is het toch zonde als vrouwen die het talent hebben om bijvoorbeeld een uitstekende chef-kok te zijn, uit de boot vallen, omdat dat zogezegd een mannenberoep is.”

‘Ook vrouwen kunnen ruzies oplossen’

De perceptie van wat nu een mannen- of een vrouwenberoep is, ligt niet vast voor de eeuwigheid, meent Katrijn Vanderweyden. “De competenties voor een beroep worden soms geherdefinieerd. In productiebedrijven bijvoorbeeld. Door de toenemende automatisering van de productieprocessen is het beroep meer geschikt geworden voor vrouwen, omdat er minder brute kracht mee gemoeid is. Of neem de politie: daar ging men er altijd van uit dat alleen mannen geschikt waren, omdat de agenten sterk moesten zijn om in een ruzie tussenbeide te komen. Maar dan bleek dat vrouwen met hun zachtere, meer empathische aanpak ook ruzies konden oplossen.”

Werken mannen dan niet anders dan vrouwen? Ook daar moet je oppassen met stereotypen, zegt Vanderweyden. “Er zijn wel verschillen, maar die mag je zeker niet veralgemenen. Vrouwen zijn doorgaans meer gericht op communicatie, samenwerken, informatie delen. Mannen zijn dan weer gemiddeld genomen meer bezig met strategieën, lobbyen, hogerop raken. Maar als mannen en vrouwen samenwerken, is het belangrijk dat ze zich bewust zijn van die verschillen en van elkaar leren. En de cultuur in het bedrijf moet dat mogelijk maken.”

(johan.depaepe@jobat.be)        

6 augustus 2009