Studiediensten: Wie zijn ze? Wat doen ze?

Studiediensten spelen een grote rol in het maatschappelijk debat. Hun cijfers, analyses en conclusies vormen de grondstof voor heel wat discussies. Maar hoe werkt een studiedienst? En zijn ze zich bewust van hun impact en verantwoordelijkheden? Enkele weken voor de aangekondige hete winter nam Jobat de temperatuur van onze grootste rekenaars.
#

Het gros van de medewerkers op studiediensten blijkt uit economisten en juristen te bestaan, al vind je er ook germanisten, sociologen, wiskundigen en industrieel ingenieurs, en uiteraard ook administratieve krachten. Samen doen zij veel meer dan zuiver onderzoek.

Een meervoudige opdracht, noemt Josée Lemaître het. Lemaître is administrateur-generaal van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR). 'Enerzijds ondersteunen we de Vlaamse Regering en haar diensten met beleidsgericht onderzoek, projectiemodellen en beleidsmonitoring, zodat ze een goed geïnformeerd beleid kunnen voeren, anderzijds coördineren we de Vlaamse openbare statistiek.'

Kwalitatief cijferwerk

De SVR produceert overigens zelf geen statistieken, zoals bijvoorbeeld het Nationaal Instituut van de Statistiek (NIS). Wat de Studiedienst van de Vlaamse Regering wel doet, is ervoor zorgen dat overheidsdiensten binnen hun domein kwalitatief cijferwerk afleveren.

'Wij helpen hen met opleiding en advies', aldus Lemaître. 'Om die reden beschikt de SVR over een team van experten in de gevorderde statistiek en geven we brochures uit met tips en veel gestelde vragen.'

Samenwerkingsverbanden

Ook de VDAB, nog een overheidsinstelling, beschikt over een studiedienst. Die haalt een groot deel van haar cijfermateriaal uit een operationele databank. Bij de VDAB gaan heel wat studies, logischerwijs, immers over het aantal werkzoekenden en jobaanbiedingen.

'Daarnaast leveren we ook gegevens aan andere diensten zoals Steunpunt WSE (K.U.Leuven) en de Studiedienst van de Vlaamse Regering', zegt stafmedewerker Geert Degraeve. 'Bij die diensten en bij ADSEI (het vroegere NIS) vragen we anderzijds ook soms informatie op en er zijn contacten met universiteiten. En recente akkoorden met Unizo en het VKW voorzien in uitwisselingen en samenwerkingsverbanden tussen de studiediensten. Naast het onderzoek en een aantal vaste studies zoals de knelpunten op de arbeidsmarkt en de jaarlijkse studie naar schoolverlaters heeft de studiedienst als hoofdopdracht alle activiteiten van de VDAB te monitoren, om daarover verslag uit te brengen aan de Raad van Bestuur en de Vlaamse regering. Met deze gegevens stuurt het management ook onze werking aan.'

De vakbonden

Wie regelmatig de straat optrekt om te protesteren, tegen begrotingsakkoorden bijvoorbeeld, doet dat best gefundeerd én met kennis van zaken. De federale studiedienst van het ABVV bestaat dan ook uit drie departementen: economie en duurzame ontwikkeling, het sociaal departement en ondernemingen. Daarnaast is er ook een cel voor gender mainstreaming.

'We bestuderen rapporten om voorstellen te doen aan de regering of sociale partners, nemen actief deel aan overleg en hebben een vertegenwoordigingsfunctie in overlegorganen en comités', zegt Luc voets, hoofd van de ABVV-studiedienst. 'Daarnaast verrichten we ook redactioneel werk, we schrijven nota’s voor bestuursinstanties, maken brochures en flyers en onze werknemers nemen deel aan presentaties en debatten. Onze diensten maken hun eigen analyses, maar steunen daarbij bijvoorbeeld op het Federaal Secretariaat, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Nationale Arbeidsraad of het Federaal Planbureau. We werken ook nauw samen met onze intergewestelijke studiediensten en met collega’s van andere vakbonden. Voor grote gebeurtenissen zoals het interprofessioneel akkoord of de regeringsonderhandelingen, vormen we traditioneel een gemeenschappelijk vakbondsfront met het ACV. Ook met onze liberale collega’s en met internationale vakbonden werken we samen om zo sterk mogelijk te zijn.'

Elk zijn domein

Op de Vlaamse studiedienst van de liberale vakbond ACLVB volgt elke medewerker zijn eigen domein op. 'Eén keer per week houden we een overlegmoment om een bredere visie rond een bepaald thema te ontwikkelen, vertrekkende van onze standpunten vastgelegd op onze congressen', vertelt adviseur Maarten Dedeyne van de liberale vakbond. 'Daarnaast zijn we extern vertegenwoordigd in strategische adviesraden zoals de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (SERV), en volgen we via die organisaties het beleid op. Daarbij richten we ons vooral op de sociaal-economische thema’s, die worden aangereikt door de sociale partners, experts, andere middenveldorganisaties enzovoort. Voor belangrijke thema’s waarbij we alle drie op één lijn zitten, werken we samen met de andere vakbonden.'

De werkgevers

Ook aan werkgeverszijde wapenen studiediensten hun organisatie met cijfers en advies. De Unizo-studiedienst bereidt standpunten voor, doet aan lobbying en vertegenwoordiging, maakt studies, verleent advies en publiceert. Bovendien zetelt ze in nationale, regionale (zowel Vlaanderen als Brussel) en Europese adviesraden en in de raden van bestuur van het RIZIV, de RSZ, het Participatiefonds, de VDAB, Syntra ...

Een uitgebreid netwerk dus waar heel wat tijd in kruipt, maar dat is niet alles. 'Er zijn ook nog de vele contacten met kabinetten, parlementaire fracties, administraties enzovoort. Ook onderhouden we heel wat werkcontacten met andere werkgeversorganisaties en denktanks als VKW Metena', zegt Johan Bortier, directeur van de Unizo-studiedienst. 'En we geven natuurlijk ook advies aan Unizo-leden. Dat gebeurt zowel rechtstreeks via ons service center, als onrechtstreeks door het uitbouwen van een centraal kennissysteem.'

Lobbywerk

Bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zijn er verschillende studiediensten voor sociale, economische, juridische en fiscale thema’s. Naast hun studiewerk verrichten ze ook lobbywerk en onderhouden ze contacten met de vakbonden en andere belanghebbende partijen.

'Om als belangenverdediger goede resultaten te behalen, moet je vertrekken van een goede studiebasis', stelt Pieter Timmermans, directeur-generaal van het VBO. 'Daarbij proberen we de korte en de lange termijn met elkaar te verzoenen: we focussen dus niet enkel op kortetermijnfenomenen zoals export, concurrentiekracht en sociale relaties, maar ook op corporate social responsability, de mismatch op de arbeidsmarkt enzovoort. Het is een dagelijks gevecht tussen de druk van de actualiteit en tijd voor reflectie.'

Het VBO vertegenwoordigt 48.000 bedrijven in ons land, zetelt in zo’n 150 organen en heeft als werkgeversorganisatie en sociale partner een ruime toegang tot officiële databanken en contacten met organisaties in binnen- en buitenland.

Ideologie en cijfers

Met statistieken kan je alles bewijzen. U kent de boutade wel. Argumenteren met cijfers wordt dan ook vaak beschreven als de kunst om net dat ene cijfer op te diepen dat in je verhaal past. Bij voorkeur zonder de gehele waarheid teveel geweld aan te doen. Hoe springen studiediensten daar mee om? Hoe bepalen zij wat ze onderzoeken en welk verhaal ze daarna vertellen?

'De prioriteiten van ons onderzoek worden sterk bepaald door het Federaal Secretariaat, dat het dagelijks bestuur vormt van het ABVV', legt Luc Voets uit. 'Zij stellen een agenda op in functie van de actualiteit. Uiteraard speelt ideologie een rol. Onze eigen waarden zijn een bril waardoor we alles bekijken, en dat speelt mee in het nemen van standpunten, al baseren we onze nota’s wel altijd op concrete beschikbare informatie. Op dit moment zijn we vooral bezorgd over de staatshervorming, de sociaal-economische thema’s die deel uitmaken van het regeerakkoord en over de blinde besparingswoede die men binnen Europa probeert op te leggen.'

Ook al zijn de cijfers hetzelfde, vaak trekken verschillende partijen er heel andere conclusies uit. Dat komt doordat dezelfde cijfers vaak heel divers geïnterpreteerd kunnen worden, vindt Luc Voets. 'Het technisch verslag van de Centrale Raad van het Bedrijfsleven over de loonontwikkeling bijvoorbeeld, bevat cijfers waar iedereen het over eens is, maar voor werkgevers en vakbonden moeten daar heel andere dingen mee gebeuren. Wij houden bijvoorbeeld meer rekening met het belang van loonsubsidies voor bedrijven, de werkgevers niet.'

Stof tot discussie

'Het gebeurt dat er discussie is over de cijfers zelf, over hun betrouwbaarheid of over wat de meest recente gegevens zijn', zegt Johan Bortier van de Unizo-studiedienst. 'Soms spreken verschillende cijferreeksen over hetzelfde fenomeen elkaar tegen en hangt de keuze voor de cijfers af van het uitgangspunt. Soms is er internationaal vergelijkbaar materiaal waar je rekening mee kunt houden. Het is sowieso moeilijk om te vertrekken van één cijfer waar niemand een andere interpretatie aan kan geven. Voor onze thema’s vertrekken we dikwijls van concrete vragen uit de praktijk, dankzij onze contacten met de leden. Ideologie speelt niet op het niveau van onze studiedienst, al is ons uitgangspunt wel het maatschappelijk belang en de positie van zelfstandige ondernemers.'

'Werknemers- en werkgeversorganisaties leggen andere klemtonen omdat iedereen de thema’s vanuit zijn perspectief bekijkt', zegt ook Maarten Dedeyne van de ACLVB. 'Het is aan ons om elk met een standpunt naar buiten te komen en daarvoor onderling een consensus te bereiken. Elk van ons werkt vanuit zijn eigen organisatie en achterban en probeert voldoende elementen in dat advies te krijgen met de bedoeling om tot een consensus te komen. Als je al wat langer meedraait, ken je wel de gevoeligheden van de andere organisaties. Bij onze standpuntbepaling zijn we niet gebonden aan een strikte deontologische code, maar we maken wel altijd gebruik van publiek beschikbare informatie en de standpuntbepaling gebeurt binnen interne convenanten, goedgekeurd op onze congressen. Er is dus een vorm van controle. Je kan niet zomaar een standpunt verkondigen.'

Ongeschreven regels

Unizo publiceert zelf een kwartaalbarometer die de kmo-conjunctuur meet en bevraagt zijn leden maandelijks over een specifiek thema, maar daarnaast verzamelt de studiedienst ook relevante cijfers uit andere bronnen, zoals de Nationale Bank en het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). 'We hebben geen neergeschreven deontologische code, maar er gelden wel ongeschreven regels. Het is belangrijk om goede afspraken te maken, vooral wat politieke partijen betreft, zodat informatie die we in vertrouwen krijgen niet wordt gelekt naar een andere partij', aldus Johan Bortier.

Ook het VBO gaat prat op de objectiviteit en de juistheid van hun gegevens. 'Soms is dat een nadeel', zegt Pieter Timmermans. 'Doordat we kwaliteit nastreven, lopen we het risico iets trager te reageren op actuele thema's. Maar als we iets zeggen, wordt die stelling wel gedragen door de sectoren en federaties en door degelijke analyse. Een deontologische code hebben we niet, maar wel een mission statement die uitgaat van een sociaal-economisch gecorrigeerde markteconomie, respect voor collega's en loyauteit ten aanzien van de ondernemingen en het VBO als organisatie. Onze maatschappelijke rol hangt samen met onze representativiteit. We spreken namens driekwart van de economie en moeten ervoor zorgen dat onze boodschap op een duidelijke manier overkomt en goed onderbouwd is.'

De deontologische code

De Vlaamse Gemeenschap heeft wel een deontologische code, die voor de studiedienst wordt aangevuld met interne richtlijnen rond het gebruik van data. 'Heel wat regels hebben te maken met het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens', vertelt Josée Lemaître van de SVR. 'Verworven informatie mag niet verspreid worden zonder toestemming van wie deze ter beschikking heeft gesteld. Doordat we enkel samenwerken met overheidsdiensten en onderzoeksinstellingen, kunnen we de objectiviteit garanderen. Onze teams zijn multidisciplinair en iedereen is zich ervan bewust dat we ons neutraal moeten opstellen. Dat is ook nodig omdat de politieke fracties na elke verkiezing veranderen. We moeten erover waken dat we aanvaardbaar blijven. Wij leveren informatie en analyses, attenderen de overheid op mogelijke uitdagingen of bedreigingen, maar nemen geen standpunten in. De impact van wat we doen, is niet altijd te meten. Onze eerste doelgroepen zijn de kabinetten en de diensten van de Vlaamse overheid. Onze analyses worden gebruikt in beleidsdocumenten, maar we zien ook referenties naar onze studies in beleidsbrieven en in debatten van het Vlaams Parlement. Die zijn openbaar en worden soms opgepikt door de media. Alle onderzoeken en cijferreeksen worden trouwens gratis en online ter beschikking gesteld.'

Ook de VDAB onthoudt zich van ideologische uitspraken. 'Wij brengen enkel de cijfers', zegt Geert Degraeve. 'Op die data gebeuren kwaliteitscontroles en wanneer we die kunnen koppelen aan andere infobronnen zoals de RVA of andere instellingen van de sociale zekerheid, kijken we na of onze informatie up-to-date is. Bij de VDAB hebben we ook een algemene deontologische code. Het is onze taak op een zo ethisch mogelijke manier cijfers te bezorgen, die soms door andere instanties gebruikt worden in het maatschappelijk debat. Met opiniestukken zullen we dus niet snel uitpakken.'

De denktank

'Hoewel beiden cijfergegevens verwerken en onderzoek verrichten, neemt een denktank een heel andere plaats in dan een studiedienst', meent Itinera-directeur Marc De Vos. 'Wij zijn aan geen enkele stakeholder gelinkt en hebben dus geen agenda die op belangenverdediging is gericht. Dat is een totaal ander perspectief. Onze bestaansreden is het vinden van gaten in de werking van de democratie in België. In het publieke debat zijn nagenoeg alle betrokkenen onvermijdelijk sterk gericht op hun agenda en op de korte termijn, terwijl wij bouwen aan een langetermijnperspectief, met meer strategie en benchmarking met andere landen. Het gaat voor ons daarbij in de eerste plaats om duurzame economische ontwikkeling en sociale bescherming. En omdat we onze meningen onafhankelijk ontwikkelen, kunnen we zonder enig obstakel out of the box denken op een manier waarop studiediensten dikwijls niet kunnen werken door een gebrek aan capaciteit en middelen.'

Ook VKW Metena, onderdeel van het ondernemersplatform VKW dat 4.000 leden telt, profileert zich als een onafhankelijke denktank. 'Terwijl organisaties als Unizo en Voka meer als belangenbehartiger optreden en bijdragen aan het beleid en aan concrete dossiers, zijn wij meer een beweging die rond ideeën werkt', zegt hoofdeconoom Geert Janssens. 'Wij denken na over de toekomstige inrichting van de maatschappij rond grote sociaal-economische vraagstukken. Daarbij stellen we de maatschappelijke waarde van het ondernemen centraal. Het is onvermijdelijk dat we zo geregeld in het vaarwater zitten van onze collega’s van Voka of Unizo. Maar wat wij op de kaart zetten, kunnen zij verder uitwerken, en dat loopt mooi samen. Hoewel we merken dat we wegen op het beleid, laten we ons niet verleiden om op het podium van beleidsbeïnvloeding te gaan staan. Ook voor de bedrijven en de samenleving is het belangrijk dat er mensen zijn die zich kunnen loskoppelen van de alledaagse en concrete dossiers en die vanop afstand nadenken over de realiteit.'

Objectiviteit boven alles

Het cijfermateriaal van de denktank VKW Metena komt van officiële instanties als de Nationale Bank en het Planbureau. 'Maar we gebruiken ook internationaal onderzoeksmateriaal van onder meer het IMF en van onze partners, bijvoorbeeld financiële data van de banken of balansgegevens van de Trends Top', zegt Geert Janssens. 'Daarnaast houden we zelf enquêtes bij onze leden. Focusgroepen leveren dan weer veeleer kwalitatieve data. Als organisatie die door een bedrijfsbril kijkt, speelt ideologie voor ons altijd wel een rol, maar we proberen zo objectief mogelijk te blijven. Het gros van onderzoeken wordt bepaald door officiële data, en we moeten altijd op dat cijfermateriaal kunnen terugvallen. We werken ook volledig autonoom en moeten geen rekening houden met individuele of specifieke bedijfsbelangen. En hoewel we geen formele deontologische code hebben, volgen we wel de waarden van het VKW: verantwoordelijkheid, integriteit, eerlijkheid en respect.'

Sinds de oprichting werkte Itinera Institute aan boeken over de arbeidsmarkt, de efficiënte overheid, een betere organisatie van de gezondheidszorg, het post-fossiele energiebeleid enzovoort. 'Het gaat telkens om grote issues die vandaag nog steeds op de agenda staan', zegt Marc De Vos. 'De thema’s dienen zich haast automatisch aan, dus is het voor ons niet zozeer een kwestie van prioriteiten te stellen. We vertrekken vanuit onze fundamenten en staan open voor voorstellen van buitenaf. Wie expertise heeft in een bepaald domein en onderzoek wil doen, is welkom, op voorwaarde dat hij of zij zich inschrijft in open reflectie en niet a priori in een bepaalde richting wil gaan. We willen in de eerste plaats een constructieve bijdrage leveren aan de algemene werking van de democratie en het debat, en zien onszelf vooral als medium. Ons werk moet door anderen worden opgenomen of het blijft liggen, en daar houdt onze taak op. We doen niet aan lobbying.'

Hoeveel medewerkers telt een studiedienst?

Aantal medewerkers (VTE’s) op de studiedienst of denktank: 

  • Studiedienst van de Vlaamse Regering: 43
  • Studiedienst van het VBO: 35
  • VDAB-studiedienst: 28
  • Federale studiedienst van het ABVV: 20
  • Unizo-Studiedienst: 15
  • Itinera Institute: 7
  • Nationale studiedienst van de ACLVB: 7
  • Vlaamse studiedienst van de ACLVB: 5
  • VKW Metena: 4

Ook de studiediensten van het ACV en de Nationale Bank zijn gevraagd voor dit artikel. De Nationale Bank had het te druk. De reactie van het ACV bereikte ons te laat. 

(bvdb) – Illustratie: (jvc) 

2 december 2011