Wat is een crisispremie?
Wie in deze economisch woelige tijden ontslagen wordt, krijgt het extra moeilijk. De crisispremie moet alvast de zwaarste klappen opvangen.
Eigenlijk wou hij astronoom worden, maar een astronoom kan in India niet veel beginnen. Dus studeerde hij voor ingenieur. Daarna deed hij er nog een MBA bij. Het scheelde niet veel of hij was in de advertising terechtgekomen. Dat leek hem leuk, omwille van het creatieve, maar hij zag niet hoe hij op die manier een impact kon hebben op de wereld. Daarom koos Sony Kapoor voor de wereld van financiën en economie.
‘Als scholier en student was ik al erg geëngageerd. Ik hield me bezig met ontwikkelings- en gemeenschapswerk, en het was mijn bedoeling om ooit bij de Wereldbank terecht te komen. Ik zou me opwerken tot de top van de Wereldbank en dan de wereld veranderen. Ik was naïef.’
Maar Kapoor was ook jong en had ervaring nodig. ‘Daarom ging ik aan de slag bij de belangrijkste investeringsbank van India. Na een bijkomende opleiding aan de London School of Economics solliciteerde ik bij de Wereldbank, maar daar vonden ze mij nog steeds te jong en te onervaren. En geloof het of niet, maar bij Lehman Brothers kreeg ik de kans om ervaring op te bouwen. Dat bracht me plotseling op een heel ander spoor, hoewel ik niet lang voor Lehman heb gewerkt.’
Sommige praktijken bij Lehman Brothers stootten me heel erg tegen de borst. Hoe een stel schooljongens daar een beetje zat te spelen met de cijfers op hun Excel-sheets, zonder zich ook maar een klein beetje bewust te zijn van de impact van hun acties op de echte economie, de mensen en de jobs. De kloof tussen de werkelijkheid, de acties van individuen en de perceptie was gigantisch.
En er waren nog dingen die mij stoorden. Lehman had meer dan driehonderd dochterondernemingen, en ik kon niemand vinden die me kon uitleggen hoe die organisatie precies gestructureerd was. Het was allemaal zeer ondoorzichtig. Er hing ook zo’n sfeer, alsof we daar de Masters of the Universe waren. Daar voelde ik me heel ongemakkelijk bij. Dus trok ik de deur achter me dicht en zocht ik een nieuwe job, die ik enkel aanvaardde op voorwaarde dat ik me ook met ontwikkelingswerk zou kunnen bezighouden. Het bracht me in contact met de Wereldbank. Hoe vaker ik met hen samenwerkte, hoe meer illusies ik verloor. De mensen die er werkten waren meestal erg verstandig en toegewijd, maar ik zag heel duidelijk de grenzen van de Wereldbank als instelling.
Ik geloof in de werking van de financiële markten, ik geloof in de markteconomie. Ik ben een sterke aanhanger van beide. Maar ik heb van dichtbij gezien hoe bepaalde scheeftrekkingen in het financiële systeem heel ons economisch model onderuit kunnen halen. Daarom ben ik er uiteindelijk uitgestapt.
Ik ging me toeleggen op een hervorming van ons financieel systeem. Aanvankelijk bestond daar nauwelijks een draagvlak voor. Toen ik in januari 2004 in het Britse ministerie van Financiën ging uitleggen hoe de Britse en Amerikaanse vastgoedmarkten op een regelrechte financiële crisis afstevenden, werd ik net niet vierkant uitgelachen. Ik ging werken als adviseur voor verschillende Europese overheden en werkte samen met enkele ngo’s.
Hoe meer ik me bezighield met de financiële markten, hoe meer ik ging beseffen hoe weinig onafhankelijke expertise er bestaat op dat vlak. In het bijzonder bij de beleidsmakers. Ze begrepen niets van finance, ze wilden er niet eens iets van begrijpen, en de financiële industrie had er belang bij om te zeggen dat het rocket science was. ‘Kom er vooral niet aan, want als je het aanraakt, ontploft het.’ En kijk, niemand is eraan gekomen, en toch is het ontploft.
Natuurlijk kan je er niet van uitgaan dat alle experten hetzelfde zullen zeggen. Vaak zijn er meningsverschillen, en als je zelf geen expertise hebt, is het moeilijk om te weten wie je moet geloven. Neem als voorbeeld de besparingen. Er zijn mensen zoals ik, die zeggen dat besparingen alleen een relatief klein land kunnen helpen. Wat hielp voor Zweden toen het in de vroege jaren negentig geconfronteerd werd met een vastgoedcrisis, kan niet helpen voor de Europese Unie als geheel. Want Zweden is een klein land met een flexibele wisselkoers en de vastgoedcrisis vond plaats op een moment dat de wereldeconomie groeide. Nu staan de zaken er heel anders voor. Heel de Europese Unie - de grootste economie ter wereld - zit in de problemen en er zullen heus geen marsmannetjes naar de aarde komen om onze spullen te kopen. De andere twee grote economieën - de VS en Japan - zitten ook in slechte papieren. En de ontwikkelingslanden - inclusief de BRIC-landen - zijn simpelweg niet groot genoeg.
We accepteren geen geld van de financiële sector. Onze doelstelling is tweevoudig: Re-Define wil de kennis van het brede publiek over complexe financiële en economische zaken vergroten en daarnaast onafhankelijke expertise aanbieden aan beleidsmakers, internationale instellingen, regeringen enzovoort. Aanvankelijk was er niemand echt geïnteresseerd. Zelfs in januari 2008, toen het al duidelijk was dat er ernstige problemen waren, zag niemand echt de noodzaak in van ingrijpende hervormingen. Er was immers nog geen crash geweest. Toen Lehman dan toch crashte, waren we plots fashionable.
(zeer ernstig) Eerlijk waar: het bezorgt me nachtmerries. Ik lig in het midden van de nacht vaak te piekeren in mijn bed over de Tweede Wereldoorlog, de Rwandese genocide of de gebeurtenissen die geleid hebben tot de Grote Depressie. Ik heb me vaak afgevraagd, wanneer ik terugkeek op vreselijke gebeurtenissen uit het verleden, waarom niemand de wereld toen heeft gewaarschuwd voor wat er zou plaatsvinden. Hoe heeft men dat ooit kunnen laten gebeuren? Maar je kan de schuld niet afschuiven op een bepaalde politicus, een bepaalde beslissing of een bepaald land. Het gaat om een opeenvolging van verkeerde beslissingen die elk op zichzelf misschien rationeel lijken, maar die ons uiteindelijk zullen leiden naar complete economische en sociale rampspoed. Ik ben bang dat zelfs geweld niet uitgesloten kan worden. Daar hebben we nu al de eerste tekenen van gezien in Griekenland.
Wellicht wordt er tijdens deze cruciale dagen enige vooruitgang geboekt, maar wonderen hoeven we voorlopig niet te verwachten. Na achttien maanden heeft men nu tenminste eindelijk door over welke zaken men moet praten. Dat alleen al kan je vooruitgang noemen. Toch lijken onze leiders nog steeds de omvang en de ernst van de problemen niet goed in te schatten. Ze begrijpen niet hoe snel alles uit de hand kan lopen als de problemen niet kordaat worden aangepakt. De Europese Centrale Bank kan nog altijd de paniek beperken door Spanje en Italië sterk te ondersteunen. Dat is momenteel het verstandigste wat men kan doen. Het zou ons wat tijd geven om orde op zaken te stellen in de financiële sector. Er moet meer coördinatie komen binnen Europa en we moeten meer ruimte creëren voor groei. Maar het staat als een paal boven water dat de situatie nog zal verslechteren vooraleer ze zal verbeteren.
(mo) – Foto: (kb)
28 oktober 2011Wie in deze economisch woelige tijden ontslagen wordt, krijgt het extra moeilijk. De crisispremie moet alvast de zwaarste klappen opvangen.
Belgische studenten verwachten een hoger jaarloon dan de gemiddelde Europese student, maar ze willen daar ook minder uren voor kloppen.
De loonsverwachtingen in de Europese landen verschillen aanzienlijk, zo blijkt uit een internationaal onderzoek van het Duitse onderzoeksbureau Trendence.
Terwijl bij Opel Antwerpen gevochten wordt voor elke job, heeft meer dan de helft van de kmo’s het moeilijk om personeel te vinden. Voor een kwart is dat zelfs de grootste zorg, nog meer dan de loonkost en de reglementitis. Dat blijkt uit een enquête van Jobat en het NSZ (Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen).
Door de crisis gingen veel akkoord met een salarisverlaging. Nadien zullen zij hun loon terug willen. Maar lukt dat zonder slag of stoot?
Werknemers die een carrièreswitch wagen, doen dat in de meeste gevallen bewust en met één welbepaalde reden…
Er zijn opmerkelijke verschillen te noteren. Een werknemer in de best betalende sector verdient maandelijkse gemiddeld 5.247 euro bruto.
Werken in Brussel? Dat kunnen deze jongeren enkel maar aanraden. “Geen twee werkdagen lijken op elkaar”