Rampenmanagement in het griepcommisariaat
Enkele weken geleden verspreidde het team achter griepcommissaris Marc Van Ranst een miljoen vaccins. Maar de medewerkers van het griepcommissariaat verkeren al langer in opperste staat van paraatheid.
De eerste ronde van de vaccinatiecampagne is, op enkele spuitgrage voetballers na, zonder veel kleerscheuren verlopen. Maar met twee miljoen mensen die tot een risicogroep behoren en nog maar anderhalf miljoen vaccins in omloop is het alle hens aan dek.
Als er ergens een tekort dreigt, rijden de ambtenaren van het commissariaat eigenhandig rond om apothekers van vaccins te voorzien. “Deze namiddag leveren we op 80 tot 90 plaatsen. Als iedereen binnen de keten zijn werk doet, verloopt dat vlot. Maar je hebt apothekers die zeggen: ik ben dicht over de middag, dan moet je niet komen. Tja ...”, zegt crisismanager Geert Gijs.
Echt grote hindernissen ziet hij niet. “Wij zijn rampenmanagement gewoon. Zelf ben ik coördinator van B-Fast (het snelle interventieteam van Buitenlandse Zaken, red.). Als je ergens in het buitenland bij een ramp twintig ton materiaal moet vervoeren met paard en kar, dan kom je problemen tegen. Als je na een tsunami honderden doden op de grond ziet liggen, dat is een ramp. We weten natuurlijk niet hoe de Mexicaanse griep zal evolueren, maar we staan paraat.”
Veel wist het Influenza-team niet echt over de Mexicaanse griep toen de cel meer dan een halfjaar geleden werd opgericht. Van Hoegaerden: “We hadden wel een pandemieplan, maar dat was geschreven voor de veel gevaarlijkere vogelgriep.”
Niet zozeer het gebrek aan een aangepast plan bleek een knelpunt, wel het optrommelen van voldoende personeel. Het commissariaat Influenza is immers geen vaste cel, maar bestaat uit ambtenaren van verschillende departementen en besturen die zich zolang het nodig is voor de zaak inzetten.
Veel van hen bleken, ondanks hun expertise, niet bestand tegen de voortdurende druk. “Een crisis is meestal na een paar dagen voorbij. Maar wij zitten al meer dan een halfjaar in de alarmfase”, merkt Van Hoegaerden op. “Vaak moeten we ook zelf onze plan kunnen trekken. Neem nu de starterskits voor de artsen. Het klinkt dwaas, maar we moesten daar wel dozen voor aankopen, een bijsluiter laten drukken, zakjes voorzien ... Gelukkig hebben we daar 120 vrijwilligers van het Rode Kruis bereid toe gevonden.”
25 november 2009