Peter Vandenbempt snakt naar een avond zonder voetbal

Voetbalcommentator Peter Vandenbempt: "In totaal lever ik commentaar bij 15 wedstrijden. En per wedstrijd zijn er 46 spelers waar ik alles over wil weten."
Voor voetballiefhebbers lijkt het een droom: het WK volgen van op de eerste lijn en daar nog voor betaald worden ook. En dat is het ook voor Sporza-commentator Peter Vandenbempt. "Al is het dag in dag uit keihard werken. Ik begin zelfs naar een avond zonder voetbal te snakken."
Sporza-commentator Peter Vandenbempt
Voetbalcommentator Peter Vandenbempt: "In totaal lever ik commentaar bij 15 wedstrijden. En per wedstrijd zijn er 46 spelers waar ik alles over wil weten."

Nog tot en met 11 juli is de bal aan het rollen in Zuid-Afrika. Omsingeld door vuvuzela’s doen de voetbalcommentatoren van de VRT er alles aan om de sfeer van op de grasmat tot in de huiskamer of - iets stiekemer - tot op kantoor, te brengen. Leuk, maar hard werk. “Ik ben hier sinds 8 juni en heb alleen nog maar luchthavens, hotelkamers en stadions gezien. Om de dag heb ik een wedstrijd te becommentariëren en de voorbereiding daarvan slorpt enorm veel tijd op”, vertelt Peter Vandenbempt.

Waar kruipt het meeste werk in?

Je hebt een tsunami aan informatie te verwerken over ploegen en spelers. In totaal lever ik commentaar bij 15 wedstrijden. En per wedstrijd zijn er 46 spelers waar ik alles over wil weten: wie geblesseerd geweest is, over wie er een anekdote te vertellen is ... Dat vraagt eindeloos veel opzoekwerk op het internet, wat hier trouwens niet altijd even goed werkt. En de wedstrijden die je niet zelf becommentarieert, probeer je toch te bekijken. Zo blijf je bezig natuurlijk. Maar vanaf volgende week woensdag wordt het rustiger. Dan zijn de achtste finales voorbij en zitten er twee dagen tussen de wedstrijden. Eerlijk gezegd begin ik al uit te kijken naar een avond zonder voetbal (lacht).

Dit WK was tot nu toe niet altijd even boeiend. Telt een voorbereiding dubbel als er weinig te beleven valt op de grasmat?

Absoluut, nog meer op televisie dan op de radio. Ik probeer dan iets leuks te vertellen over een van de spelers. Naar zo’n verhaaltjes zoek je ook tijdens je voorbereiding. Anderzijds moet je van de spelers weten of ze goed gepresteerd hebben het afgelopen seizoen, of ze bij hun club veel gespeeld hebben, of ze op de positie spelen waar ze ook bij hun club spelen ...

Alle voorbereidingen ten spijt kan een commentator het spelverloop niet voorspellen. Dat moet het toch spannend maken?

Soms heb je hoge verwachtingen en word je teleurgesteld. Maar het omgekeerde, een onverwacht spannende match, kan ook. Die spanning en emotie probeer je naar de kijker over te brengen, terwijl je ook de analyse maakt. Fantastische goal, maar ook slecht verdedigd bijvoorbeeld. Dat vind ik de kwaliteit van een goede commentator. Als de Belgen hadden gespeeld, leef je uiteraard meer mee. Maar dan verwachten de kijkers ook dat je wil dat de Belgen gaan winnen.

Ook zonder de Belgen zijn er vast ploegen waar je meer sympathie voor hebt.

Chili, Spanje, Portugal, Brazilië en Argentinië. Dat zijn de ploegen die dit WK aantrekkelijk maken en daar heb je het dan ook net iets meer voor. Andere teams voetballen naar hun mogelijkheden. Die spelen vooral verdedigend. Als er twee zulke teams tegenover elkaar staan, heb je geen leuke wedstrijd. Dus hoop ik dat offensieve ploegen doorstoten. Maar daarom zit ik nog niet voor hen te supporteren tijdens het becommentariëren. Dat kan ik me niet permitteren.

Wat zijn de lastigste momenten als commentator?

Wat mijn werk vaak moeilijk maakt, is de afstand tot het veld. De mensen thuis hebben daar geen idee van, maar in Soccer City, het stadion in Johannesburg, zitten wij op 120 meter van de grasmat. Dat is een gigantisch stadion, met allemaal kleine mannetjes beneden. Van op die afstand beginnen alle spelers op elkaar te gelijken, wat een probleem is, want je moet uiteraard wel de juiste naam geven. Voor de kijker is dat makkelijker aangezien die het meteen zien in een close-up.

Werken de vuvuzela’s nog niet op de zenuwen?

Verschrikkelijk. Ik heb er al hoofdpijn van. Bij het becommentariëren heb ik gelukkig een koptelefoon op zodat ik die herrie niet hoef aan te horen. Maar het neemt de ambiance van de wedstrijd weg. Je hoort mensen niet supporteren. Alles wordt overstemd door dat vervelende gezoem. Hopelijk waait het niet naar België over.

Is er veel contact en overleg tussen de sportcommentatoren onderling?

Dat hangt ervan af. In ons basiskamp in Johannesburg zijn er altijd wel een paar VRT-collega’s. Maar nu zit ik in Port Elizabeth en moet ik het alleen redden. Soms raak je in de perszaal aan de praat met een commentator van een ander land. Vandaag heb ik even gesproken met een Chileen. Alleen jammer dat mijn Spaans niet veel verder reikt dan ‘dos cervezas’ (lacht). Maar goed, zo pik je dikwijls informatie op die je anders niet te weten komt. Maar veel tijd om onder elkaar te zitten kletsen is er niet. Desondanks blijft het een geweldige job. Een jeugddroom ook, al klinkt dat cliché.

Geldt dat laatste ook voor de toekomstige wereldkampioen?

Goh ... De beste ploegen op dit moment zijn in elk geval Brazilië en Argentinië. Met grote voorsprong. Maar ook Sapnje is nog lang niet uitgeteld. Ik hou het op een van die drie, al is in het voetbal niets zo vergankelijk als een pronostiek.

(ks) 

30 juni 2010
Anderen bekeken ook