Te dik? Dan verdien je maar beter genoeg!
Is je partner dik? Zolang deze meer geld verdient, vormt dit geen probleem. Dat blijkt uit onderzoek van de Spaanse econome Sonia Oreffice.
In de kantoren van Ormit hebben bureaus plaatsgemaakt voor de testfietsen en beeldschermen van Het Gezonde Net, een organisatie die bedrijven helpt om lichaamsbeweging te integreren in hun beleid. Een van de initiatiefnemers van de Belgische tak van Het Gezonde Net is de energieke Luk Bosmans. Hij test vandaag de conditie van de jonge werknemers van Ormit.
Terwijl Marie het onderste uit de kan haalt op haar fiets, meet Luk de lengte, het gewicht en het vetpercentage van Lise. Dat laatste doet hij met behulp van een speciaal instrument dat rond de arm wordt aangebracht en dat via een infraroodtechniek nagaat hoeveel vet je in je lichaam hebt. 'Het gaat er niet om dat je gewicht verliest, wel dat je vet verliest’, vertelt Luk. ‘Het vetpercentage geeft een goed beeld van je gezondheidsniveau.'
Op basis van de metingen en het algemene bewegingspatroon van de deelnemers, bepaalt Luk hoe zwaar hun eerste test wordt. Op de testfietsen moeten de trainees een regelmatig tempo aanhouden, maar de weerstand wordt systematisch verhoogd. De hartslag gaat in stijgende lijn, tot de deelnemer niet meer kan en er de brui aan geeft.
Op een beeldscherm kan Marie haar hartslag in de gaten houden. Ondertussen heeft ook Lise plaatsgenomen op een fiets. 'Deze test is voor iedereen verschillend', legt Luk uit. 'Het wattage - dat de weerstand bepaalt - hangt af van je gewicht, lengte, vetpercentage, geslacht en ingeschatte conditie.'
Na de test krijgen alle deelnemers een persoonlijk rapport mee naar huis. Dat bevat niet alleen de resultaten van de metingen en van de eerste conditietest, maar ook een op maat opgesteld trainingsprogramma dat de jonge trainees kunnen volgen, willen ze hun conditie naar een hoger niveau tillen.
Maar er wacht de deelnemers nog een verrassing. Naast de papieren bundel krijgen ze ook elk een speciaal horloge mee naar huis, waarin het individuele traject is opgeslagen. Het horloge geeft aan wanneer er getraind moet worden, hoe lang dat mag duren en hoe zwaar de inspanning moet zijn. Meer nog: wie zijn training dreigt over te slaan, wordt door het horloge met een piepsignaal vriendelijk aangespoord om toch maar aan het sporten te gaan.
'Wees gerust, dat piepsignaal kan je afzetten, hoor', lacht Fabrice Williquet, business relations manager bij Ormit en verantwoordelijk voor de integratie van het bewegingsprogramma in het beleid van de organisatie. 'Voor alle duidelijkheid: het is niet onze bedoeling om onze werknemers onder druk te zetten. Wél om hen te stimuleren om hun gedrag aan te passen en bewuster om te gaan met hun lichaam.'
Ormit is een onderneming die jonge universitairen op korte tijd wil klaarstomen voor het échte werk: als manager of leidinggevende aan de slag gaan in het bedrijfsleven. De trainees - die vaak geen of weinig werkervaring hebben - krijgen gedurende 26 maanden de kans om in uiteenlopende bedrijven aan verschillende projecten mee te werken.
Daarnaast volgen de participanten een intensief ontwikkelingsprogramma. Ze worden individueel gecoacht en nemen deel aan workshops die hun leiderscapaciteiten moeten verbeteren. 'In ons programma gaat er veel aandacht naar het ontwikkelen van management- en leiderschapskwaliteiten, vooral op cognitief, mentaal en emotioneel vlak. Hoewel we wel een zaalvoetbalteam hebben en jaarlijks deelnemen aan de 20 kilometer van Brussel, vonden we toch dat het lichamelijke aspect tot nu toe een beetje onderbelicht bleef in onze training', vertelt Fabrice.
Een gezonde geest kan je pas hebben in een gezond lichaam, zo oordeelde Ormit, en daarom koos het bedrijf ervoor om lichamelijke beweging als een volwaardige component te integreren in het opleidingsprogramma.
De staf van Ormit mocht als proefkonijn opdraven en startte enkele maanden geleden al met het bewegingsprogramma. Met succes. 'Op enkele weken tijd ging onze algemene conditie erop vooruit met één punt, wat best veel is', glundert Fabrice. 'In totaal verloren we ook 4,5 kilogram vetmassa.' Vandaag is het de eerste keer dat ook de trainees met het bewegingstraject kunnen starten. 'Het is voor ons allemaal nog een beetje nieuw, dus we zijn heel benieuwd naar de eerste resultaten.'
Die eerste resultaten zullen er al zijn over drie maanden, wanneer alle trainees opnieuw worden getest. Daarna volgen er nog twee testen, na negen maanden en na 21 maanden. Maar ook tussen die verschillende testmomenten zal er aandacht zijn voor de fysieke fitheid van de deelnemers, vertelt Nele Keppens, talent development manager bij Ormit en verantwoordelijk voor het aspect voeding binnen het bewegingsprogramma.
'Onze trainees krijgen regelmatig individuele coachings waarbij we aandacht besteden aan hun carrièredoelstellingen, hun competenties, hun wensen … Vanaf nu zullen we daarbij ook expliciet nagaan of de trainees werken aan hun fysieke fitheid, hoe ze eraan werken en waar de knelpunten zitten.'
Bovendien krijgen de deelnemers voedingsadvies. Nele: 'Als je honger hebt, kan je ervoor kiezen een appel te eten of een Mars. Er is een groot verschil tussen die twee, en het is goed om je daarvan bewust te zijn. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je nooit nog een Mars mag eten. Het gaat er gewoon om dat je stilstaat bij je voedingsgewoontes.'
Fabrice - zelf een atletische dertiger - haakt er gretig op in. ‘Gewoontes moet je kweken wanneer je jong bent, anders is het vaak te laat. Studenten zitten vaak nog in een sportclub of ze kruipen geregeld op de fiets. Plots heb je werk, zit je de hele dag voor een computer en rij je ’s morgens en ’s avonds met de wagen rond. Je stopt met sporten, je vergeet op je voeding te letten en je raakt je conditie kwijt. Heb je eenmaal kinderen en ben je veertig jaar, dan is het vaak moeilijk om die evolutie nog om te keren.’
Wie de kantoren van Ormit wil bereiken, gelegen op de tweede verdieping van een gebouw in Sint-Pieters-Woluwe, wordt middels een affiche vriendelijk aangespoord om de lift links te laten liggen en gebruik te maken van de trappen. ‘Ik werk hier nu meer dan een jaar en ik zou me gewoon schamen om nog de lift te nemen naar de tweede verdieping’, lacht John Lefere, een van de management trainees die mee het zogenaamde corporate health responsibility-programma van Ormit uit de grond stampte.
Als trainee is hij blij dat zijn werkgever nieuwe medewerkers de kans geeft om op een efficiënte manier aan hun conditie te werken. 'Toen ik begon bij Ormit, bestond het programma nog niet. Jammer, want ik was na het afstuderen ook wel een paar kilogram bijgekomen',glimlacht John. Ook hij wil zich vandaag laten testen om een op maat gemaakt trainingsschema te bemachtigen.
Sport mag dan gezond zijn, er zijn genoeg voorbeelden te vinden van succesvolle managers die er liever voor bedanken. Wat met trainees die helemaal niet sportief zijn, maar verder wel alle capaciteiten hebben om het ver te schoppen in de bedrijfswereld?
'Onze leiders van morgen hoeven niet zozeer sportief of getraind te zijn, maar we willen wel graag dat het energieke mensen worden', verklaart Nele. 'En energie krijg je door er gezonde gewoontes op na te houden. Door veel te bewegen, evenwichtig te eten, goed te slapen. Wie fit is, is beter in staat om zijn werk te doen. En natuurlijk hopen we ook dat onze trainees die boodschap in hun latere carrière verder zullen uitdragen.'
Zouden andere bedrijven het goede voorbeeld van Ormit moeten volgen? Nele meent van wel. 'Als je weet dat medewerkers iedere dag acht tot tien uur doorbrengen op kantoor, dan heb je als bedrijf toch een zekere verantwoordelijkheid.'
'Veel organisaties proberen iets te doen aan de lichamelijke conditie van hun werknemers, elk op hun eigen manier', erkent Fabrice. 'Ze organiseren sportdagen, geven hun medewerkers de kans om deel te nemen aan allerlei activiteiten of richten een heuse fitnessruimte in. Dat zijn natuurlijk verdienstelijke initiatieven, maar het probleem is dat je er vooral mensen mee bereikt die sowieso al erg sportief zijn. Wij willen juist iedereen stimuleren om bewuster te gaan sporten, ook degenen die uit zichzelf veel minder bewegen.'
(mo) – Foto: (kb)
6 februari 2012Is je partner dik? Zolang deze meer geld verdient, vormt dit geen probleem. Dat blijkt uit onderzoek van de Spaanse econome Sonia Oreffice.
‘Uiteraard ben ik, als coach, blij dat Kevin Pauwels nu in het veldrijden schittert. Elk seizoen zet hij een stap vooruit.’ Marc Herremans weet duidelijk hoe dat moet …
We vroegen Ilse Van Heule (41), diëtiste uit Eeklo, hoeveel zij verdient ...
An Schevernels begeleidt als fitnessinstructeur de fitnessklanten van HealthCity in Leuven. Hoeveel verdient zij netto per maand? Jobat vroeg het haar ...
Lawaai op het werk is vooral schadelijk voor jongere werknemers. Ze worden er dikker van en gaan er meer van roken.
Cedric Dumont is een professionele stunter. Met zijn ervaringen in het BASE-jumpen ontpopte hij zich als mentale coach voor topatleten en bedrijfsmensen.
Eten achter je computer is geen goed idee. Het ideale moment om je Facebook te checken of de internetkrant te lezen, dat wel. Maar je wordt er wel dikker van waarschuwen diëtisten.
Ik zou graag ’s middags eens een halfuurtje gaan lopen. Maar niemand in het bedrijf doet dat en ik wil niet scheef bekeken worden. Hoe pak ik dit aan?
We begrijpen het: thuiswerken is aangenaam. Toch is er ook een keerzijde aan de medaille. Want wie vaker thuiswerkt, heeft minder kans om promotie te maken.