Ook vrouwen staan op de bouwwerf: "Je moet tegen een stootje kunnen"
Wie op stellingen werkt, zelfs als is dat in de restauratiesector, moet toch tegen een stootje kunnen.
Vrouwen in de bouw vind je vaak in bediendefuncties, maar veel minder als arbeiders op de werf. Maar ze zijn er zeker wel, de vrouwelijke bouwvakkers. Enkele vrouwen op de werf getuigen over hun job.
In België zijn er 1.661 vrouwelijke arbeiders in de bouw, zowat 1% van alle bouwvakkers. Bij de bedienden in de bouw maken vrouwen 36% van het geheel uit. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).
“De bouw is een mannenwereld”, zegt Sophie Van Diest. Zij coördineert als projectleider bij Isola Belgium de vloeropbouw en de isolatie op grote werven, vaak in het Brusselse. “Op die werven had ik nog nooit het gevoel dat een man op me neerkeek omdat ik een vrouw ben. Bij mijn vorige werkgever had je wel wat machogedrag bij de metsers. Maar seksistisch was dat niet. Als je je vak kent en je komt geloofwaardig over, heb je als vrouw geen problemen. Ik word op de werven alleszins op handen gedragen door verschillende collega’s.”
Geen flauwe Trees
“Ik werd als vrouw op de werf nog nooit scheef bekeken door mannen”, getuigt Sybille Callens die als restauratieschilder bij Renotec onder meer de Veeartsenijschool in Anderlecht onder handen nam. “Ik probeer ook wel mijn mannetje te staan, ik hang niet de flauwe Trees uit. Maar als een bepaalde taak fysiek te zwaar is, vraag ik hulp aan mijn collega's. Mannen doen dat even goed. Weet je, vooroordelen heb je in elke sector. Over mannelijke vroedkundigen bestaan ook misvattingen. Maar waarom zouden mannen niet perfect baby's op de wereld kunnen brengen?”
Caroline Willemot is restaurateur bij Renotec en renoveerde onder meer het bladgoud van enkele gevels op de Brusselse Grote Markt. “Voor zeer minutieus werk kan de vrouwelijke aanpak een voordeel zijn. Wij zijn goed in fijne handelingen en hebben veel geduld voor secuur werk.” Sophie zit op dezelfde lijn: “Wij vrouwen zullen meer op details letten. Als je zoals ik in de afwerking van de woningbouw zit, heb je daarom meer kans op een tevreden klant.”
Weer en wind
Of er nood is aan meer vrouwen in de bouw? Sybille ligt er niet meteen wakker van. “Bekwame vakmensen zijn altijd welkom in de bouw. Maar of het nu mannen, vrouwen of transgenders zijn: dat maakt me niet uit.”
Caroline wijst op het zware werk in de bouw. “Bij ons in de restauratie valt dat wel mee, maar ook ik vraag me wel eens af of ik dit werk fysiek kan volhouden tot mijn 66ste. Ik werk meestal op stellingen en ook buiten, in weer en wind. Je moet tegen een stootje kunnen. Ook de uren zijn niet te onderschatten.”
Sophie kan daarover meespreken. “Je staat van ’s ochtends zeer vroeg tot in de late namiddag op de werf. Bovendien moet je als projectleider daarna nog beginnen aan de voorbereiding van de volgende dag.”
Ondanks alle uitdagingen zijn ze blij met hun job in de bouw. Sophie zegt het zo: “Ik werk graag in de bouw, de sector interesseert me enorm. Ik heb een leuke job die voortdurend evolueert. Maar je moet van de bouw houden, anders hou je dit niet vol.”
(Matthias Van Milders)
24 februari 2020