Onzekerheid is een stille doder
“Ik wou dat iemand die vrouw zou vastnemen en haar toefluisteren dat het allemaal wel goed zou komen” (Frederik Anseel, professor organisatiepsychologie Universiteit Gent en hoofd onderzoeksgroep VIGOR)
U bent de voorbije dagen overspoeld door het droevige nieuws en de uitgebreide commentaren over de sluiting van Ford Genk. Ook in dit stukje kan u er niet aan ontsnappen. Waarover men niet kan zwijgen, daarover moet men praten.
“Ik wou dat iemand die vrouw zou vastnemen en haar toefluisteren dat het allemaal wel goed zou komen” (Frederik Anseel, professor organisatiepsychologie Universiteit Gent en hoofd onderzoeksgroep VIGOR)
Nog voor de beslissing goed en wel bekend was, rolden de partijen over elkaar heen om de anderen met de vinger te wijzen. De werkgevers gebruikten de sluiting onhandig om politici en vakbonden de hoge loonkosten en het weinig aantrekkelijk ondernemersklimaat in België aan te wrijven. De politici pleitten onschuldig en verweten de Ford-top gebroken beloften en vals spelen, als betrof het een uit de hand gelopen spelletje Monopoly. Vakbonden schoten losse flodders doelloos in het rond: neoliberalisme, Ford-bestuurders, politici, Europa, oneerlijke concurrentie ... Al wat hen even hun onmacht kon doen vergeten, werd begrijpelijkerwijs doelwit.
Ik zag enkel die vrouw in het nieuws. Die strak naast de camera staarde en zei: ‘Ja, iedereen denkt aan zichzelf zeker. Wij werken hier met z'n tweeën, samen zes kinderen.’
Dat bleef de hele dag nazinderen. We kunnen het ons moeilijk voorstellen wat het betekent als de grond onder je voeten weggeslagen wordt. Als je al een jaar of tien in onzekerheid leeft over de toekomst van je gezin, want voortdurend waren er die geruchten over een mogelijke herstructurering.
Onzekerheid is een psychologisch stille doder; het sloopt mensen in geniepig kleine stapjes. Misschien is de uiteindelijke genadeslag dan zelfs een welgekomen vriend die een einde maakt aan de onzekerheid. ‘Je préfère le désespoir à l'incertitude’, zei de beroemde filosoof Jean-Paul Sartre al.
Hoe moet het nu verder, las je op haar gezicht. Enige maanden na die eerste klap komt wellicht de aanslag op het gevoel van eigenwaarde. Ik ben niet meer nodig, de maatschappij heeft mij niet meer nodig. Het smartengeld van het brugpensioen is een vergiftigd geschenk.
Ik had even geen behoefte aan verontwaardigde woorden op tv, aan stoer spierballengerol over wraak, aan juridische dreigementen over waar ze het geld wel zouden halen. Dat kon me op dat moment gestolen worden. Ik wou gewoon dat iemand die vrouw zou vastnemen en haar toefluisteren dat het allemaal wel goed zou komen. Dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Dat ze veilig waren. Maar dat kon niemand zeggen.
Ik smeek de heren en dames politici om het zwartepieten achterwege te laten en goed na te denken waar ze naartoe willen met dit land. Probeer het vallend mes van de oude industrieën niet te vangen. U zou zich wel eens per ongeluk in de polsen kunnen snijden. Wees gedurfd in uw keuzes voor de toekomst en geef de mensen opnieuw iets waarin ze kunnen geloven. ‘Closing time. Every new beginning comes from some other beginning's end.’
(fa)
26 oktober 2012