Manager verliest volledige weekdag aan conflicten op de werkvloer
Volgens een recent onderzoek van Accountemps spenderen managers gemiddeld 18 procent van hun tijd aan het oplossen van conflicten tussen werknemers.
"De evolutionaire benadering wordt eigenlijk niet vaak gebruikt om naar organisaties te kijken", steekt professor Buunk, hoogleraar in de evolutionaire sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, van wal. Zijn boek legt niet uit hoe je een organisatie moet organiseren of hoe je een goed personeelsbeleid moet voeren, maar wel hoe de evolutionaire achtergrond van de mens gedragingen op de werkvloer kan verklaren.
Waarom meldt iemand zich ziek? Omdat hij zich niet lekker voelt, omdat hij de baas niet mag of omdat hij ontevreden is op het werk? Meestal, zegt Buunk, zoeken we de verklaring in dergelijke ‘proximate’ oorzaken. "Ik ben op zoek gegaan naar de ‘ultimate’ achtergronden. Wat in het evolutionaire verleden van de mens heeft ertoe bijgedragen dat bepaalde gedragingen - pesten, ongewenste intimiteiten - zo hardnekkig zijn? Dan kijk je naar de mens als dier. En natuurlijk is de mens meer dan een veredelde chimpansee, hij heeft een heel eigen karakter. Maar dat karakter is wel het resultaat van de evolutie."
Helemaal niet. Oerdriften, wat uiteraard geen wetenschappelijke term is, zijn die gedragingen die diep in ons zitten, die ons drijven en waar we ons niet altijd bewust van zijn. We hebben een lange evolutie achter ons liggen, en die laat zijn sporen na. Bij mannen zie je bijvoorbeeld het streven naar status en dominantie in de groep, net zoals bij andere diersoorten. Dat is genetisch verankerd, die neiging is miljoenen jaren geleden ontstaan.
Ook het hongergevoel heeft zich al heel vroeg ontwikkeld. De genen daarvoor vind je zelfs terug bij wormen. Bepaalde oerdriften kunnen heel positief zijn. Het streven naar status kan er bijvoorbeeld toe leiden dat mensen zich heel altruïstisch gedragen. Het feit dat mannen indruk willen maken op vrouwen, kan leiden tot hoge artistieke prestaties. Er zitten dus niet alleen kwalijke neigingen in de mens.
Sommige mannen hebben de neiging om iedere vrouwelijke collega seksueel te benaderen. Dat is iets waar ze controle over moeten krijgen. Dat soort controlemechanismen zit echter ook ingebouwd in de mens. We zitten dus niet enkel opgescheept met die oerdriften, we hebben ook allerlei manieren ontwikkeld om die te beheersen, om ons in te houden, om er niet aan toe te geven op momenten dat ons dat slecht uitkomt. We hebben het vermogen om na te denken en door ons denken ons gedrag in zekere zin te beïnvloeden. Maar daar zijn wel beperkingen aan verbonden. Als de drang naar macht en status, of naar seks en passie, heel sterk is, komen de verstandelijke vermogens op een laag pitje te staan.
Vrouwen hebben heel andere oerdriften dan mannen. Ze vallen bijvoorbeeld meer op mannen met een hoge status, terwijl de status van de vrouw voor mannen niet echt een rol speelt. Macht erotiseert, trekt vrouwen aan. Vrouwen gaan ook heel fel de competitie aan met andere vrouwen, maar op een heel andere manier dan mannen concurreren met andere mannen. Ze roddelen over elkaar, proberen elkaar zwart te maken enzovoort.
Mannen gaan meestal voor de directe confrontatie. Bij mannen heeft die competitie veel dimensies. Ze kunnen concurreren met elkaar op allerlei verschillende vlakken: geld, de grootte van de kamer, de secundaire arbeidsvoorwaarden, wie de leukste grapjes weet te maken, wie het meest artistiek is of wie naast zijn werk nog de meeste andere dingen presteert. Terwijl vrouwen veel meer dan mannen concurreren op de uiterlijke aantrekkelijkheid. Dat is heel opvallend. Uit onderzoek blijkt zelfs dat veel vrouwen de neiging hebben om aantrekkelijke vrouwen bij sollicitaties buiten de deur te houden.
Er is niet altijd een tegenstelling tussen biologisch en cultureel. Cultuur is ook biologie. Bovendien verklaart dat niets. Als je zegt dat vrouwen eerder verondersteld worden om aantrekkelijk te zijn, dan moet daar een reden voor zijn. De verwachtingen die we hebben van mannen en vrouwen komen voor een groot deel overeen met hoe mannen en vrouwen zich daadwerkelijk gedragen.
We dénken niet alleen dat vrouwen aardiger, zorgzamer of taalvaardiger zijn dan mannen, ze zijn het ook echt. Onze verwachtingen komen dus niet uit de lucht vallen, ze zijn gebaseerd op wat we dagelijks zien bij het andere en het eigen geslacht. Die verwachtingen verklaren op zich weinig, want dan moet je weer verklaren waar die verwachtingen vandaan komen. Sommige mensen denken dat culturele normen en verwachtingen toevallig zijn ontstaan, maar ze zijn het resultaat van een heel lang proces.
Eigenlijk geloof ik niet dat het glazen plafond bestaat. Dat is een fictie. Het is wél zo dat mannen doorgaans andere mannen zoeken als bondgenoten. Dat is een heel mannelijke neiging. Mannen hebben in de loop van de evolutie altijd met elkaar gestreden en gevochten. Ze vochten samen als groep tegen een andere groep. Binnen hun eigen groep hadden ze dus bondgenoten nodig. Die neiging van mannen om bondgenoten te zoeken en zich te binden aan andere mannen, die zie je nog steeds.
Wanneer mannen op zoek zijn naar een kandidaat voor een bepaalde functie, zullen ze al gauw aan een man denken. Op zo’n moment denken mannen even niet aan vrouwen. Op dat vlak moet er iets ondernomen worden. Je moet mannen erop wijzen dat ook vrouwen voor die functie geschikt kunnen zijn, want uit zichzelf zullen ze daar niet meteen aan denken.
Anderzijds doen sommige organisaties er tegenwoordig veel aan om vrouwen binnen te krijgen en te laten doorstromen naar hogere functies. Uit Nederlands onderzoekt blijkt nochtans dat weinig vrouwen daarop zitten te wachten. Ze willen wel een baan – in Nederland liefst een deeltijdse baan zodat ze genoeg tijd hebben om voor de kinderen te zorgen – maar ze hebben geen zin om negentig uur per week te werken en al hun vriendinnen en sociale contacten op een laag pitje te zetten, enkel en alleen om aan de top te komen. Een heleboel vrouwen willen dus helemaal niet hogerop. De vraag is of dat erg is.
Nee, ik denk dat er helemaal geen probleem is, want heel wat organisaties staan te trappelen om een vrouw aan de top te laten komen. Er zijn weinig organisaties die naar de buitenwereld willen overkomen als man-gericht. Het is niet goed voor het imago van een organisatie wanneer die geen vrouw aan de top heeft. Vrouwen hebben vaak juist heel veel kansen om hogerop te komen in de huidige tijd.
Over dan maar naar de ultieme oerdrift: seks. U betreurt dat seksuele intimidatie een te brede definitie heeft gekregen. Aanranding zou niet onder dezelfde noemer mogen vallen als seksueel getinte opmerkingen. Toch kunnen die laatste ook vervelend zijn.
Dat ligt eraan wie het doet en hoe het gebeurt. Uit een onderzoek bij verschillende luchtvaartmaatschappijen bleek dat stewardessen het helemaal niet onaangenaam vinden om geconfronteerd te worden met complimenten, aandacht en lichte aanrakingen zolang die afkomstig zijn van de piloot. Komen ze echter van een persoon die lager is in rang, dan zijn de stewardessen daar helemaal niet zo blij mee. Wat op een gegeven moment beschouwd wordt als seksueel intimiderend, hangt dus heel sterk af van degene die het doet.
Er is in mijn ogen een heel groot verschil tussen een poging tot aanranding of echt opdringerig lichamelijk gedrag en het maken van flauwe seksuele grapjes. Natuurlijk kan ook dat erg irritant zijn, maar het is vreemd om dat onder dezelfde noemer te plaatsen. De term ‘seksuele intimidatie’ zou enkel moeten gelden voor zeer storende, opdringerige, onaangename handelingen, en niet voor seksuele grapjes, complimenten of het aanspreken van de ander op het feit dat die man of vrouw is.
We onderscheiden professionele relaties van intieme relaties. Relaties op het werk komen heel vaak voor en vormen doorgaans pas een probleem wanneer er sprake is van gezagsverhoudingen. Het is enorm moeilijk om over iemand de baas te zijn en er tegelijkertijd een relatie mee te hebben. Bepaalde dingen beginnen dan met elkaar te conflicteren. Binnen een organisatie kan zoiets heel veel afgunst en jaloezie oproepen. Wanneer de baas bijvoorbeeld een verhouding heeft met een van zijn werknemers, dan zullen collega’s al gauw het gevoel hebben dat zij benadeeld worden. Dat ondergraaft dan weer de positie van de baas. Maar het is ondenkbaar dat we die relaties op de werkvloer ooit helemaal zullen kunnen uitbannen.
(mo) – Illustratie: (jvc)
Oerdriften op de werkvloer, Bram Buunk, Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam, 336 pagina’s.
Volgens een recent onderzoek van Accountemps spenderen managers gemiddeld 18 procent van hun tijd aan het oplossen van conflicten tussen werknemers.
Als het van de politici afhangt, moeten in de raden van bestuur voortaan verplicht minstens een derde vrouwen zetelen. Is dat discriminerend t.o.v. mannen?
Frederik Anseel: "Oké, ik zal er niet aan kunnen ontsnappen. Ik houd me normaal angstvallig uit de buurt van elke discussie rond man-vrouw verschillen."
U bent professioneel, getalenteerd en vrouw? Dan is de kans groot dat u, ondanks uw talenten, niets van mannen begrijpt. Klopt? Jobat legt uit hoe dat komt.
Minder woon-werkverkeer en een flexibelere tijdsplanning. Thuiswerken heeft zo z’n voordelen. Al is er vanzelfsprekend ook een keerzijde van de medaille...
Met je ogen draaien als je collega wat zegt. Of valse geruchten vertellen. Er wordt, spijtig genoeg, nog te veel gepest op de werkvloer. Waarom toch?
Mourik is een heel divers bouwbedrijf. Dat blijkt uit de brede waaier aan activiteiten waarin het tot een gevestigde naam uitgroeide...
Boomers, Gen X’ers, Gen Y’ers, Gen Z’ers, … In veel bedrijven ziet de werkvloer er behoorlijk divers uit. Maar niet alles loopt altijd van een leien dakje.
In ons land verdienen vrouwen zowat 15% minder dan mannen. Hoe langer de loopbaan, hoe groter het loonverschil. Al is er ook goed nieuws.