NTGent: 'Dit is de bende van Wim (Opbrouck) niet'
“De bende van Wim was een leuk televisieprogramma, maar daar hebben wij als theaterhuis niets mee te maken” (Steven Heene, artistiek coördinator)
Toen acteur Wim Opbrouck (Het Eiland, In de Gloria) in 2010 artistiek leider werd bij NTGent, had hij de uitdrukkelijke wens om zelf te blijven spelen. Evident is dat niet, als je aan het hoofd staat van een organisatie met bijna honderd medewerkers. Met de hulp van artistiek coördinator Steven Heene en algemeen directeur Kurt Melens moet het echter lukken.
“De bende van Wim was een leuk televisieprogramma, maar daar hebben wij als theaterhuis niets mee te maken” (Steven Heene, artistiek coördinator)
Wanneer we Kurt Melens en Steven Heene spreken, heeft NTGent net zijn eerste seizoen onder leiding van Wim Opbrouck erop zitten. Hoe kijken beide heren terug op het eerste jaar met Wim als artistiek leider? ‘Voor Wim zelf was het niet altijd evident’, zegt Heene. ‘Want de autoriteit die noodzakelijk is voor een directeur, is eigenlijk in strijd met de kwetsbaarheid die je als acteur nodig hebt om er te stààn op een podium. Wim is zich daar ten volle van bewust. Hij is ook niet bang om, als hij met twijfels zit, die te uiten. Een jaar of twee geleden heb ik daar trouwens op ingespeeld: ik was toen nog cultuurverslaggever (voor De Morgen, red.) en legde hem in een interview tien redenen voor om dit mandaat niet te op te nemen.’
Triumviraat
Nochtans is Wim niet de eerste speler-directeur in de geschiedenis van het Vlaamse theater. ‘Wim heeft inderdaad enkele bekende voorgangers’, gaat Heene verder. ‘Nand Buyl bijvoorbeeld is twintig jaar directeur van de KVS in Brussel geweest. Hier in Gent hebben spelers als Jef Demedts en Hugo Van Den Berghe aan het roer gestaan. Maar in de praktijk kwam het erop neer dat zij in die periode weinig of niet op scène te zien waren. Dat scenario wilden we absoluut vermijden: het zou doodjammer zijn mocht de acteur Wim Opbrouck niet regelmatig kunnen schitteren op het toneel.’
Om die reden werd geopteerd voor een triumviraat dat de koers van het Gentse stadstheater uitzet. Kurt Melens is algemeen directeur en voert de zakelijke leiding, Heene is artistiek coördinator. Maar wat houdt dat laatste precies in? Heene: ‘Om het in wielerstermen te zeggen: ik rij voor Wim, hij is onze kopman. Doordat ik me over het dagelijks artistiek beleid buig, neem ik hem heel wat werk uit handen en kan hij zich om de grote lijnen bekommeren. En blijven spelen. En dat gaat best goed zo.’
Midden in de kunsten
Om alles in goede banen te leiden, is een heldere taakverdeling uiteraard noodzakelijk. ‘De artistieke invalshoek bepalen – welke toneelstukken worden gespeeld, om te beginnen – is een opdracht voor het team van dramaturgen’, licht Heene toe. ‘Zij moeten het artistiek beleid voeden door met prikkelende voorstellen te komen. Niet onbelangrijk in dat verband is het feit dat Wim een man van meerdere kunsten is: behalve acteur is hij ook muzikant, hij tekent en houdt van poëzie, beeldende kunst ... Onder zijn voorganger, de Nederlandse regisseur Johan Simons, was de slogan van NTGent ‘Midden in de wereld’. Onder Wim is dat ‘Midden in de kunsten’ geworden. De vraag is dan: hoe geef je daar een concrete invulling aan? Welke criteria hanteren we om theaterteksten te screenen? Uit die zee van bestaande stukken? Wat willen we zelf maken? Welke gasten nodigen we daarvoor uit?’
Knopen doorhakken
Intussen houdt Melens een oogje in het zeil wat de budgetten en de zakelijke haalbaarheid betreft. ‘Er zijn momenten waarop ik op de rem moet gaan staan, maar met de artistieke beslissingen bemoei ik mij in principe niet. Mijn rol wordt belangrijk zodra die plannen concreet georganiseerd moeten worden. Dan helpt het wel dat ik zelf ervaring heb als dramaturg. Zo vermijd je al te grote spanningen tussen de artistieke wens en de praktische beperkingen waar je vroeg of laat op stuit. Volgens mij hoeven die aspecten ook niet te botsen. Ik zie het eerder als een samengaan tussen de artistieke wens en de mogelijkheden van de organisatie, die samen leiden tot een aantal prioriteiten. In die driehoek is de samenwerking met Steven en Wim cruciaal. Maar aan het einde van de rit is het toch Wim die de knopen doorhakt.’
Plannen maken is anders wel een werk van lange adem in het theater. ‘De voorbereiding van een voorstelling neemt algauw achttien maanden in beslag,’ aldus Melens. ‘Als je internationaal gerenommeerde gastregisseurs wilt strikken, moet je ze vaak jaren op voorhand een mooi voorstel doen, anders komen ze niet.’
Mankracht
Maar er is meer. Veel meer. ‘We werken met drie afdelingen’, schetst Melens. ‘Er is een communicatieafdeling die zich bezighoudt met externe zaken, ticketing en onthaal. Dan heb je de technische afdeling. Die vormt, als grootste departement, zowat de helft van het bedrijf. In die ploeg zit podiumtechniek, maar ook een volwaardig decoratelier en een kostuumatelier. Bovendien zijn er drie mensen constant bezig met het onderhoud van de verschillende gebouwen in ons patrimonium. En dan heb je nog het bedrijfsbureau – zoals wij dat noemen. Die mensen staan in voor de planning en de verkoop van producties, de boekhouding en de administratie. We hebben die afdelingen zo georganiseerd dat ze allemaal ten dienste staan van de artistieke kern.’
‘De meeste mensen beseffen niet hoeveel mankracht er nodig is om een theatervoorstelling tot een goed einde te brengen’, zegt Melens. ‘Om nog maar gewoon de zaal open te stellen, heb je algauw acht mensen nodig: voor de ticketing, de veiligheid, de bar. En dan staat er nog niemand op de scène.’
Melens rekent even voor. ‘Momenteel werken er bij NTGent 83 full-time equivalenten. Daar zijn medewerkers bij die vast aan het theater gebonden zijn, zoals de acteurskern en de mensen die instaan voor het onderhoud van de gebouwen. Daarnaast werken we heel vaak met freelance licht- en podiumtechnici. Gastacteurs worden dan weer betaald volgens het aantal dagen dat ze in Gent staan, bijvoorbeeld een week. Zo kom je toch aan een honderdtal personeelsleden.’
En ook in het theater is efficiëntie aan de orde van de dag. ‘Het personeelsbestand werd met dertig procent gereduceerd, maar we organiseren nog steeds even veel activiteiten’, aldus Melens. ‘Faut le faire.’
Niet vies van succes
Om maar te zeggen dat een theaterhuis anno 2011 een hele machinerie is, met in het geval van NTGent een bekende kop aan het hoofd. Behalve artistiek leider en acteur is Opbrouck immers onmiskenbaar ook een uithangbord voor zijn theater. ‘Wims bekendheid genereert heel wat persaandacht,’ geeft Heene toe. ‘Maar hij heeft nog andere troeven: zijn charisma, enthousiasme en gezond – West-Vlaams – ondernemerschap zorgen voor een grote drive. Intern, maar ook bij andere kunstenaars die op doortocht zijn in Gent. Zijn aanwezigheid werkt, kortom, als een magneet.’
Melens: ‘Tegelijk willen we als huis de bekendheid van Wim ook niet teveel uitspelen. Dat zou, behalve weinig duurzaam, ook erg onverstandig zijn. Het ‘merk’ NTGent mag niet afhankelijk worden van één bekende kop. We zijn immers een ensembletheater. De combinatie van ervaren acteurs en jonge regisseurs moet leiden tot een nieuwe generatie straffe theatermakers. Dàt is de uitdaging.’
Heene valt hem bij: ‘Wim zelf is daar ook de grootste pleitbezorger van. Dat hebben we vanaf het eerste uur ook zo tegen elkaar uitgesproken: we willen niet ‘de bende van Wim’ zijn. Dat was een leuk televisieprogramma, maar daar hebben wij als theaterhuis niets mee te maken. NTGent is meer dan zijn artistiek leider, en ons ensemble is ook méér dan de som van alle individuele acteurs.’
Melens: ‘Maar we zijn ook niet vies van succes, laat dat duidelijk zijn.’ (lacht)
(ml) – Foto’s: (kb)
Steven Heene en Kurt Melens: ‘Voor Wim was het niet altijd evident. De autoriteit die noodzakelijk is voor een directeur, is in strijd met de kwetsbaarheid die je als acteur nodig hebt.’
5 augustus 2011