‘Neen’ tegen regering van technocraten
In Griekenland en Italië worden dezer dagen regeringen van technocraten opgezet. Een regering van technocraten bestaat uit ministers gekozen om hun vakbekwaamheid, niet om hun politieke gezindheid.
‘Geef de topambtenaar, de bankier, of de professor met de meeste expertise, de macht en die lost het zaakje wel op, zonder zich vast te rijden in onnozele politieke symbooldossiers à la BHV. Dat is zo’n beetje de redenering’, aldus Frederik Anseel, professor organisatiepsychologie van de Universiteit Gent en hoofd van de onderzoeksgroep VIGOR.
Verleidelijk
Anseel: ‘Als wetenschapper klinkt dit verleidelijk. Het is voor wetenschappers frustrerend te zien hoe politici vaak belangrijke beslissingen nemen zonder zich ten gronde te informeren. Toch dwaalt men als men denkt dat technocraten een duurzaam alternatief kunnen zijn voor democratisch verkozen politici. Wetenschap kan enkel informeren, maar de uiteindelijke keuzes die gemaakt moeten worden, zullen nooit waardenvrij zijn, ook niet als die door technocraten gemaakt worden.’
‘Laten we het voorbeeld van de komende begroting nemen. Ik heb hier een indrukwekkende studie voor me die verplicht leesvoer is voor alle onderhandelaars rond de tafel. De onderzoekers tonen aan dat het Bruto Nationaal Geluk, of het gemiddeld geluksniveau in 54 landen, stijgt naarmate de belastingen meer progressief worden. Bij progressieve belastingen is het belastingtarief hoger naarmate het inkomen stijgt. Dit in tegenstelling tot de vlaktaks waarbij ieder inkomen aan hetzelfde percentage belast wordt. Eenvoudig gezegd, een systeem waarbij ‘de breedste schouders de zwaarste laste dragen’ leidt tot het hoogste Bruto Nationaal Geluk.’
Bekwame adviseurs
‘De studie toont ook aan dat hogere overheidsuitgaven niet leiden tot meer geluk. Integendeel, een spilzieke overheid hangt samen met een lager Bruto Nationaal Geluk. Vanuit wetenschappelijk oogpunt zouden de onderhandelaars zonder twijfel moeten gaan voor een sterk progressieve belasting en een spaarzame overheid.’
‘Het Bruto Nationaal Geluk hoeft echter niet altijd prioritair te zijn. Een liberaal zal argumenteren dat in een land waar 30 procent van de mensen al instaan voor 79 procent van de fiscale ontvangsten, de sterke schouders al genoeg lasten dragen. Een socialist zal opwerpen dat de overheid meer mag uitgeven om de kansen van de zwakkeren te garanderen.’
‘Dat is niet erg. Het is uiteindelijk de democratisch gekozen meerderheid die zijn ideologie mag doordrukken. Het is wel de verantwoordelijkheid van de politicus om zich te omringen met bekwame niet-politieke adviseurs om maximaal geïnformeerd te zijn. ‘Nee’ dus tegen een regering van technocraten, maar ‘ja’ voor een meer wetenschappelijk geïnformeerd beleid. Ecoutez-vous, Elio?’
(fa)
18 november 2011