De echte slachtoffers van de politieke crisis: onze wetenschappers
We zijn het onderhand gewend en het land blijft zonder al te veel problemen draaien. Toch begint er hier en daar iets te kraken. Het federaal wetenschapsbeleid, bijvoorbeeld.
Ik heb geen geheim. Als ik al een geheim zou hebben, dan is het dat ik van de mensen hou. Als ze voelen dat je dat meent, wordt het wederzijds. Ik vermijd ook onnodige kritiek, wat niet betekent dat ik over alles positief moet zijn.
U zou mijn agenda eens moeten zien (grinnikt). Het is niet omdat je niet meer operationeel actief bent, dat je het niet druk hebt. Het is wel zo - en dat zie ik echt als een voordeel - dat ik nu meer tijd heb dan vroeger, toen ik bij Volkswagen en later bij Renault werkte. Als mijn dochters mij toen wilden bereiken, moesten ze bellen om twee voor tien en kregen ze tijd tot twee na tien. Daarvoor en daarna zat ik in vergadering.
Het is heel ontgoochelend wat er gebeurd is met het IPA, want het was echt mogelijk om een akkoord te sluiten. We hebben een loonhandicap van 3,9 procent ten opzichte van onze buurlanden. Een gematigd, redelijk akkoord is op zo’n moment van enorm belang. Maar het is niet gelopen zoals we hadden verwacht.
Ik weet dat het voor de top van een vakbond soms moeilijk is om een en ander uit te leggen aan de achterban. Ik ben mij er ook van bewust dat sommige sectoren in ons land minder gebonden zijn aan de internationale competitiviteit. Er zijn ook sectoren - en dat is een argument dat het momenteel erg goed doet - waar men met goede winsten werkt. Daar vinden de arbeiders dat ze ook recht hebben op een verbetering van hun lonen. Ik begrijp die argumenten. Maar ik zeg ook: als we niet letten op de competitiviteit van onze lonen en wedden, is het risico groot dat dat in de toekomst ten koste zal gaan van onze werkgelegenheid.
Ha! (lacht) Ik ben altijd van mening geweest dat wij Belgen een beetje beter zouden moeten samenleven, zoals in Zwitserland. In Oostende, waar ik woon, speelt het probleem niet echt. Ik heb de indruk dat die communautaire perikelen niet het grootste probleem zijn in het dagelijks leven van de Belgen. Wat wél nodig is, is een verdere institutionele evolutie, met meer verantwoordelijkheid en responsabilisering van de regio’s als basisprincipes, maar dan wel met de nodige aanpassingstijd en het behoud van de solidariteit.
Ja. De huidige regering van lopende zaken heeft goed werk geleverd. Er was het geslaagde EU-voorzitterschap, en recent het afsluiten van een begroting die beantwoordt aan de normen van Europa. Maar de beslissingen die worden genomen, zetten mensen ook op het verkeerde been. Men krijgt de indruk dat alles goed draait en dat we helemaal niet zo dringend een nieuwe regering nodig hebben. Dat is gevaarlijk.
We hebben allemaal gezien wat er met Griekenland, Spanje en Ierland is gebeurd. Dat risico bestaat ook bij ons. Het is dus vreemd dat het momenteel zo stil is. Want als de zaken plots mislopen, kan het zeer snel gaan. Dan bewegen de intresten en de rentevoeten en kunnen we voor zeer onaangename verrassingen komen te staan. Dus nee, ik ben nog altijd niet gerust in de situatie. Het wordt absoluut tijd om af te sluiten. Bart De Wever zei het zelf nog vorig week: in Engeland hadden ze na één week een regeerakkoord en het telde negen bladzijden. Laat ons dat als voorbeeld nemen.
Ik zal daar verder voor pleiten. Misschien zal ik er iets minder over spreken, maar dat is dan omdat het voor mij iets vanzelfsprekend is. Wat mijn eigen accenten betreft: ik heb een groot deel van mijn loopbaan in het buitenland doorgebracht. Die ervaring wil ik gebruiken om bedrijven te steunen in hun internationale ontwikkeling. Vandaag liggen veel beslissingscentra in het buitenland. Het is van groot belang om de mentaliteit en de sfeer in die landen te kennen. Onze jonge kader- en directieleden moeten niet aarzelen om hun carrière in het buitenland op te bouwen.
Ik wil ook inzetten op de competitiviteit van België. Als je niet competitief bent, ga je niet naar het buitenland. Verder exporteert men niet alleen diensten, maar ook en vooral een sterke industrie en sterke industriële producten. Daarom wil ik ook proberen om de desindustrialisatie van België te stoppen.
(mo)  
28 maart 2011We zijn het onderhand gewend en het land blijft zonder al te veel problemen draaien. Toch begint er hier en daar iets te kraken. Het federaal wetenschapsbeleid, bijvoorbeeld.
Slechts 15 procent van de Belgen vindt, wit- en groenboek ten spijt, dat de overheid zich voldoende inspant om langer werken aantrekkelijk te maken. De nieuwe federale regering staat nog heel wat werk te wachten in het eindeloopbaandebat. Maar kan ze dat wel?
De zorgsector schreeuwt om personeel. Om dit te kunnen bewerkstelligen zijn er diverse opleidingsstelsels in het leven geroepen. Hoe gaat dat in zijn werk?
Op 25 april 2024 vindt in Tour & Taxis Job Fair Brussels plaats. Je kan er recruiters de kleren van het lijf vragen en hen persoonlijk je cv overhandigen.
Nico en Leander zijn procestechnieker bij Aquafin: “Zorgen voor proper water: wie wil dat nu niet?”
Carl is customer proxy bij Liantis. Hij stippelt bij het hr-dienstenbedrijf al zestien jaar een boeiende carrière uit: “Als IT’er heb je hier heel veel mogelijkheden”
Wat de Rode Duivels niet lukte op het WK 2022, lukt jou wel: de tweede ronde halen voor die droomjob...
Met ecocheques kan je slechts een beperkt aantal producten kopen. Kunnen deze niet beter omgeruild worden voor cash of maaltijdcheques?
Op 5 juni 2023 organiseert Jobat zijn jobbeurs in het provinciehuis van Leuven. Tientallen standhouders geven present. Jobat sprak met drie van hen.