Martin Heylen: ‘Mensen ontgoochelen, vind ik vreselijk’

“Ik was blij dat ik in de zetel kon neerploffen om naar Het Rad Van Fortuin te kijken” (Martin Heylen, tv-maker)
Martin Heylen mag vandaag dan wel een gerespecteerd tv-maker zijn, z'n loopbaan begon aan de fabrieksband. Zijn enige besogne toen: niet gek worden! ‘Die job was me te begrensd. Doodongelukkig werd ik ervan.’
Martin Heylen
“Ik was blij dat ik in de zetel kon neerploffen om naar Het Rad Van Fortuin te kijken” (Martin Heylen, tv-maker)

Je bent op je 16de gestopt met studeren. Nu is dat bijna ondenkbaar, maar was zoiets vroeger algemeen aanvaard?

‘Ja. Ik had vrienden die al op hun 14de waren gestopt om in de fabriek te gaan werken. Zij hadden meer vrijheid dan ik en dat leek me wel een prettig vooruitzicht. In zekere zin was het voor mij toch wel een verrassende stap, omdat ik op de lagere school altijd goede punten had gehad. Het middelbaar was ik echter al heel snel beu. Ik begreep niet waarom wiskunde belangrijk was; niemand legde me uit dat je dat nodig had om bijvoorbeeld architect te worden. Naast Nederlands en Engelse interesseerde geen enkel vak me. Wellicht omdat ik de meeste leraars saai vond.’

Vervolgens was in de fabriek gaan werken de enige optie?

‘Als ongeschoolde arbeider had je inderdaad geen andere keuze. Ik was veroordeeld tot bandwerk in een textielfabriek. De enige besogne die ik daar had, was: niet gek worden van dat werk.’

Na vier jaar verkaste je naar een houtfirma. Leverde dat enige verbetering op?

‘Tijdelijk wel. Ik leerde verschillende houtsoorten kennen, ik mocht planken triëren en soms met een vorklift rijden. Na een tijdje werd ook dat helaas een verschrikkelijke routine. De job was me te begrensd. Doodongelukkig werd ik ervan. Ik heb toen ervaren wat het woord ‘afstompend’ betekent. Als ik ‘s avonds thuis kwam, was ik blij dat ik in de zetel kon neerploffen om naar Het Rad Van Fortuin te kijken. Het kan bizar lijken, maar zo'n programma met veel bling-bling bracht kleur in mijn leven; het haalde me weg van de lelijkheid en het rumoer.’

Op zoek naar meer intellectuele uitdaging solliciteerde je bij De Morgen, die correspondenten zocht. Vergde het moed om daar aan te kloppen?

‘Niet zozeer. Vooral omdat ik ruggensteun kreeg van mijn vrouw; zij stond voor de volle 100 procent achter die switch. Nee, ik heb vooral nadien moed nodig gehad. De journalistiek is immers geen exacte wetenschap. Als correspondent kreeg je geen feedback. Het kwam erop aan zelf van mijn fouten te leren als ik vooruit wou. Ik heb altijd gedacht: hoe harder ik mijn best doe, hoe meer kansen ik zal krijgen. Die attitude huldig ik nog altijd. Teren op succes kan je hooguit een jaar volhouden. Wat ik toen bij de krant deed en nu op tv doe, is verhalen vertellen. Je weet nooit op voorhand of het publiek die zal smaken. Mensen ontgoochelen, vind ik vreselijk. Om die reden verplicht ik mezelf om constant te herbronnen. Ik wil koste wat het kost aan de kop van het peloton blijven: je vangt daar wel veel wind, maar je ziet alles.’

Hoe ben je uiteindelijk in de tv-wereld terecht gekomen?

‘In het schrijven zag ik geen groeimarge meer. Op tv zou ik weer vanaf nul moeten beginnen, maar dat schrok me niet af. Ik ben me gewoon gaan aanbieden bij Woestijnvis-baas Wouter Vandenhaute. Ik kreeg een week om het te proberen.’

En je vond eindelijk je ding. Waarom ben je aan het medium tv verknocht geraakt?

‘Ik vind het fantastisch en verrijkend om in steeds wisselende teams van gedreven mensen samen op zoek te gaan. Bovendien is tv het medium waarmee je het sterkst emoties kan overbrengen en het diepst mensen kan raken. Als boekenliefhebber zeg ik dit eigenlijk tegen mijn zin, maar tv is veel dwingender en prikkelender. Je kan gebruik maken van beelden, teksten én muziek. Dat creëert enorme creatieve mogelijkheden. Tegelijk is tv natuurlijk heel vluchtig. Aan één minuut televisie hebben wij enorm lang gewerkt, maar als het op het scherm komt, is het in een wip weer weg. Daarom weet ik nu al dat ik straks, bij de uitzending van de eerste aflevering van Dr. Livingstone, het nieuwe programma waar ik aan meegewerkt heb, weer een diepe treurnis zal voelen.’

(pvd) – Foto: (kb) 

26 oktober 2012
Anderen bekeken ook