Hoe maak je online werk van je merk? 'Elke tweet is een 2.0-sticker op je achterruit'

"Ik tweet nooit over politiek. Opinies post ik zelden. Je bent het altijd wel oneens met iemand en dat kan relaties binnen je netwerk vertroebelen.” (Dado Van Peteghem, DearMedia)

“Nieuwe sociale media probeer ik graag meteen uit”, zegt Dado Van Peteghem, managing partner bij het adviesbureau voor digitale en mobiele media DearMedia en coauteur van het boek Digital Transformation.

“Al in 2008 ben ik gestart met Twitter, toen er nog lacherig over gedaan werd en iedereen zich afvroeg wat je ermee moest. Nu is dat wel even anders. En ook Instagram, Snapchat of Pinterest kunnen zo groot worden.”

Obscure online communities

Meteen de mogelijkheden inzien van nieuwigheden, het opent je wereld. Sofie Verhalle, managing partner bij social media agency Talking Heads, heeft al evenzeer oog voor obscure online communities. “Hup, even een account aanmaken, zien hoe het werkt. Dat is gewoon leuk. Pas nog ging ik op Ello, een sociaal netwerk voor creatieve beroepen. Sociale netwerken evolueren snel, want het zijn hun communities die bepalen hoe ze eruitzien. Facebook is gestart als studentikoze omgeving, het staat mijlenver af van wat het ooit was. Twitter was vroeger niet meer dan een lijst sms’jes. Nu kun je interageren, foto’s uploaden, replyen, … Een slim netwerk in een slimme organisatie evolueert mee met zijn gebruikers. Ik was ooit een fervente live blogger, maar twitteren is handiger, sneller en krachtiger. Blogs bestaan nog wel, maar gaan vaker over één bepaald onderwerp”, zegt Sofie.

Bij wie jonger dan 25 is, wint Snapchat vlot terrein, vult Dado aan. “Jongeren laten Facebook vaak links liggen, ze verkiezen een één-op-één-model. Gedeelde berichten worden sneller door een werkgever opgepikt én blijven ook online bestaan. Snapchat en ook Whatsapp bieden daar elk op hun manier een oplossing voor."

Bij twijfel: niet doen!

Professioneel gebruikt Dado Van Peteghem vooral de newsstreams van Twitter, die hij gericht deelt met volgers. “Als een telex nieuwsberichten retweeten doe ik niet, ik hou het persoonlijk. Niemand heeft iets aan een geautomatiseerde twitterfeed. Ook als bedrijf mag je sociale media niet puur als promokanaal gebruiken. Wel om mensen te laten zien wat je doet en hen onrechtstreeks naar je activiteit toe te leiden.”

Sofie is het ermee eens: “Over wat ik post, over mijn positionering, mijn merk, denk ik goed na. Ik doe me niet anders voor dan ik ben. Door mijn persoonlijke profilering probeer ik mensen warm te maken voor wat we doen. Privé en professioneel liggen bij mij erg dicht bij elkaar.”

En privacy dan? Dado ligt er niet wakker van, maar er is een máár. “Je bent zelf je privacyfilter. Uiteraard doen Facebook en Twitter dingen met jouw data. Logisch: if you’re not paying for it, you’re the product. Maar ik tweet bijvoorbeeld nooit over politiek. Opinies post ik sowieso zelden. Je bent het altijd wel oneens met iemand en dat kan relaties binnen je netwerk vertroebelen. Frustraties ventileren kan een commerciële relatie schaden – of een sollicitatiegesprek. Zeker Twitter heeft blur tussen wat je professioneel en privé doet. Twijfel ik één seconde, dan doe ik het niet. Elke tweet is een 2.0-sticker op je achterruit.”`

Je eigen personal brand

Facebook is al even tricky: ook al scherm je veel af, het is écht niet privé, zegt Sofie. “Zelfs het één-op-één-karakter is soms een illusie. Er kijkt altijd iemand mee die je kan beoordelen of anders interpreteren.”

Zorgvuldig je eigen personal brand creëren is dus de boodschap. “Ik zou het eerder personal positioning noemen”, nuanceert Dado. “Branding klinkt wat aangebrand. Maar je kunt voor jezelf vlot een sterke niche creëren via tekst, beeld, video en podcast om zoveel mogelijk volgers aan te spreken en daar zelfs een job van te maken. Kijk naar YouTube-gebruikers als Jerome Jarre of Casey Neistat. De klassieke manier van carrière maken via diploma en ellebogenwerk wordt ermee doorbroken.”

Storytelling op Snapchat

Iedereen heeft dus tools in handen om zich commercieel of niet, op een ruime schaal te positioneren. Dat leidt tot een enorme democratisering.

"Ja, maar hogere profielen worden nog steeds gescout en gehunt via LinkedIn en bedrijven trekken nog steeds jongeren aan via Facebook”, zegt Sofie. “Je kunt er gemakkelijk targeten en het volume is groter. Je ziet wel dat jongeren die niet meer actief zijn op Facebook, het nog wel gebruiken om één-op-één of in groep te chatten. Maar dat bieden Snapchat en Whatsapp nu ook aan. Op Snapchat zie je zelfs storytelling opduiken. Een voorbeeld is de illustrator Bert Dries, alias Musketon. Die kan zijn design-ei kwijt op Instagram. Via Snapchat, waar zijn doelgroep zit, maakt hij stories aan: tutorials, waarin hij in een kort verhaal uitlegt hoe je Illustrator gebruikt. Op Facebook zou dat niet werken.”

Werk en privé door elkaar, alweer. “Facebook beïnvloedt LinkedIn, dat op zijn beurt steeds sterker wordt”, stelt Dado. “Het is niet langer de online cv-database die het ooit was, maar een heus professioneel nieuwsnetwerk waarvan de frontpagina eruitziet als een Facebook-pagina. Leeftijd is een belangrijke breuklijn. Veel jongeren gebruiken alleen nog visuele één-op-één-kanalen. Wat dat betekent voor traditionele personal branding waarbij je je imago wijd verspreid, is moeilijk te voorspellen.”

Facebook at Work?

Het socialemediagebruik van medewerkers wordt steeds strategischer ingezet. “Bedrijven willen met platforms als Yammer intern meesurfen op de socialemediagolf, maar Yammer gebruik je niet na je werk. Facebook at Work wordt hét antwoord”, zegt Dado.

“Je legt er contacten mee met andere medewerkers in het bedrijf om knowhow te sourcen voor een project", legt Sofie uit. “Dat kan ook via BaseCamp of Slack, het netwerk maakt niet zoveel uit. Je hebt er wél altijd ambassadeurs voor nodig, mensen die het uitdragen in de organisatie. Ik zie meer social business bij bedrijven en converserende overheden ontstaan. De social media manager wordt vervangen door een social media kernteam dat open communiceert over het product of de dienst. ‘Iedereen’ communiceert, als dat tenminste in je karakter ligt. Laten we wel wezen, dat wordt niet nodig binnen iedere job. Wees je er wel minstens bewust van dat je zelf mee het imago van dat bedrijf bepaalt via je posts.”

En al mag Facebook dan minder populair zijn bij jongeren, het heeft wel nog toekomst. “Instagram en Whatsapp hebben ze al gekocht en ze azen op Snapchat”, vervolgt Dado. “De groten proberen de trendy newbees op te slokken. Nog een trend is dat video tekst verdringt. Ik geloof enorm in YouTube: nog steeds onderbenut. Het web en mobile worden steeds visueler. Onze attention span wordt nog korter, dus we gaan naar visuele microcontent. In livestreaming via Meerkat en Periscope zit toekomst.”

Zorg vooral dat je jezelf niet beperkt, lijkt de hoofdboodschap van de socialemediaexperts. “Wie vroeger geen gsm of Facebook wilde, heeft die nu meestal toch”, grinnikt Dado. “Daarom stap je maar beter vroeg in om de opportuniteiten mee te pikken, in plaats van nieuwigheden verkrampt af te wijzen als bedreigingen. Je hoeft er geen cursussen voor te volgen, een YouTube-tutorial over pakweg Snapchat volstaat. Laten we positiever zijn over technologie: you ain’t seen nothing yet. Wie weet gebruiken we sociale media binnenkort alleen nog in 3D.”

5 bekende Vlaamse twitteraars

1. Steven Van Belleghem (@StevenVBe): 31,2 K volgers
2. Clo Willaerts (@bnox): 27,3 K volgers
3. Cain Ransbottyn (@ransbottyn): 21,7 K volgers
4. Jo Caudron (@jcaudron): 13,8 K volgers
5. Tom De Ruyck (@tomderuyck):12,6 K volgers

10 tips voor een betere personal branding

1. Probeer af en toe nieuwe sociale media uit
2. Haal alles uit LinkedIn en maak er je digitale naamkaartje van
3. Themabloggen is in, de algemene liveblog is out
4. Tweet niet over politiek
5. Ventileer je frustraties niet
6. Maak kennis met storytellen via Snapchat
7. Personaliseer je retweet (je RT)
8. Zoek je kennis over sociale media … op sociale media!
9. Leer filmen en livestreamen
10. Wees de ambassadeur van je werkplek op sociale media

(wdh) - Foto: (im) - Bron: MARK Magazine