Je bent net ontslagen of je schippert tussen het ene tijdelijke contract en het andere. Er zijn heel wat redenen waarom je zonder werk kunt zitten. Sommigen kiezen er misschien bewust voor, maar er zijn ook heel wat mensen die ongewild werkloos zijn.

Wat de redenen ook mogen zijn, wie zonder werk thuis zit, heeft recht op een werkloosheidsuitkering. En uit een nieuw rapport van het Internationaal Munt Fonds blijkt die bijna nergens zo hoog te zijn als in ons land.

Onbepaalde duur

In onze buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland gaat het bedrag van de werkloosheidsuitkering al snel omlaag. In Nederland bijvoorbeeld krijg je in het begin net geen 80 procent van hun laatst verdiende loon, maar na twee jaar blijft daar nog slechts tien procent van over. Ook in Frankrijk daalt het bedrag drastisch na verloop van tijd. De eerste twee jaren krijg je een uitkering van net geen 70 procent van het laatst verdiende loon, maar nadien daalt het tot zo’n 30 procent.

Terug aan het werk

Om mensen aan te moedigen om opnieuw aan de slag gaan, wil het Internationaal Munt Fonds de werkloosheidsvergoedingen meer in lijn brengen met die van de buurlanden. Het verstrakken, en dus niet versoepelen, van het prepensioen moet mensen aansporen om langer te werken en een aantal fiscale voordelen te realiseren. Ook stelt het IMF voor om de loonschalen beter af te stemmen op de productiviteit.

(dt/em) - Bron: Vlaanderen.be 

In België is het een heel ander verhaal. Als je werkloos bent, krijg je de eerste drie maanden 65 procent van je laatst verdiende loon. De negen volgende maanden is dat nog 60 procent. Een stuk minder dan Nederland, maar na twee jaar krijgt een werkloze in ons land nog altijd meer dan 50 procent van het laatst verdiende loon. Bovendien verliezen werklozen in Nederland hun uitkering na 164 weken. In België krijg je de uitkering voor onbepaalde duur. 18 juli 2016