Stress
Vorige

1 van 516

Volgende
Volgend artikel:

Vooral arbeiders lopen risico op burn-out

Laagopgeleide jongeren hebben vaakst burn-out

Jongeren kampen steeds vaker met een burn-out. Bij laagopgeleide jongeren zijn de burn-outs zelfs verdubbeld. Maar liefst één op de zes jonge laagopgeleiden met een job heeft burn-outklachten.
#

Een burn-out lijkt daarmee vooral een ziekte voor jongeren te zijn. En dat is opmerkelijk, want bij andere gezondheidsklachten neemt het percentage juist toe naarmate mensen ouder worden.

Jongeren zonder opleiding vaker getroffen

Jongeren zonder opleiding of met enkel een beroepsdiploma bezwijken vaker onder de hoge werkdruk dan leeftijdsgenoten die hoger opgeleid zijn.

Hoewel vaak wordt gedacht dat hoogopgeleiden en mensen met geestelijk zwaar werk meer risico lopen op een burn-out, kampt 17 procent van de laagopgeleide 26- tot 30-jarigen met burn-outklachten. Gemiddeld is dit in deze leeftijdsgroep 12,5 procent.

Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek van de onderzoeksorganisatie TNO, die samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek sinds 2005 de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uitvoert.

“Iemand die afstevent op een burn-out, krijgt steeds vaker psychische en fysieke klachten. Gespannen zijn, ‘s morgens opstaan met braakneigingen omdat de dag weer begint en er weer van alles moet. Moe zijn en ontzettend veel slapen, maar merken dat je niet bijtankt”, somt stress- en burn-outexpert Nell van de Ligt op.

Het is vooral de stijging van de burn-outklachten onder de jongeren die opvalt. Bij laagopgeleiden met een job stijgt het percentage werknemers van 15 tot 30 jaar met burn-outklachten van 8,5 procent naar maar liefst 17 procent. Van de hoogopgeleiden in de leeftijdsgroep van 26 tot en met 30 heeft 14,3 procent burn-outklachten, bij de middelbaar opgeleiden in die leeftijdsgroep is dit 12 procent.

Na dertigste minder burn-outs

Na de leeftijd van 30 jaar zakt het aandeel met burn-outklachten terug, vooral bij de laagopgeleiden. Er is een stabilisatie gevolgd door een lichte verdere stijging van het aandeel werknemers met burn-outklachten tot de leeftijd van zestig. Maar het percentage komt bij de laaggeschoolden niet meer aan de 17 procent, het topcijfer van de 26- tot 30-jarigen.

Waar er in 2007 11 procent van de hele beroepsbevolking burn-outklachten had, is dit in 2012 gestegen tot 13 procent. De twee decennia hiervoor bleven heel stabiel qua burn-out onder de beroepsbevolking.

Tijdelijke contracten

Volgens onderzoekster Irene Houtman is de stijging van de burn-outs onder de jongeren voornamelijk het gevolg van een meer flexibele arbeidsmarkt. Dat vertelde ze in het programma Spraakmakende Zaken op Nederland 2. Houtman stelde dat jongeren aan het begin van hun loopbaan veel van baan veranderen, en dat zou veel energie kosten. Bovendien is het voor jongeren de laatste jaren heel moeilijk om een vast contract te krijgen. Ze werken dikwijls met tijdelijke contracten, en moeten daarom voortdurend laten zien hoe goed ze zijn, zegt Houtman. Dat levert stress op.

Jongeren te verwend?

“Natuurlijk ligt het voor een stuk aan de maatschappij, maar jij als mens moet kijken hoe je daarmee omgaat”, vertelt Nell van de Ligt. “We kunnen heel veel redenen verzinnen waarom specifiek bij laagopgeleiden de burn-outs zo boomen. Ze communiceren minder of moeten meer onder een baas werken. Maar dat blijft speculeren, zolang hier geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is.”

En dus moeten we kijken naar alle jongeren, en daar zien we duidelijk verschillen met vroeger. “Onze jongeren leven nu fundamenteel anders dan vroeger. Het is geen verwende generatie, maar de jongeren worden wel al van jongsaf geleerd dat het leven maakbaar is. Dat, als ze iets willen bereiken, ze daar zelf verantwoordelijk voor zijn, als ze maar hard genoeg werken. Daardoor storten ze zich met onrealistische verwachtingen op de arbeidsmarkt. Maar hun werk blijkt achteraf minder leuk of romantisch dan ze dachten.”

Sociale media toont enkel successen

“Het is niet dat jongeren nu harder werken dan vroegere generaties. Jongeren van nu moeten wel heel veel: ze moeten een goede ouder zijn, een goede werknemer, een goede partner, …”, aldus Nell van de Ligt.

“Successen worden rondgetwitterd en op Facebook gezet. Niemand zet op Facebook dat hij in iets gefaald heeft. Ze communiceren zich suf, en dat levert druk op. Het lijkt wel alsof iedereen alleen maar successen heeft, terwijl dat natuurlijk niet zo is. Maar als je alleen successen van elkaar leest of ziet, denk je ook dat je daaraan moet voldoen. Jongeren zijn heel ambitieus en willen iets bereiken waardoor ze dan een overload aan ‘té’ krijgen. Te veel verantwoordelijkheid, te veel met hun werk bezig zijn, te veel naar zich toe willen trekken om carrière te maken .... Omdat ze geleerd hebben dat ze hun carrière zelf kunnen vormgeven. Dat kan gedeeltelijk, maar er zijn natuurlijk ook grenzen. Grenzen vanuit de maatschappij, omdat je niet altijd krijgt wat je zou willen. Maar ook grenzen wat je lichaam aankan, wat je qua energie aankan. Je kan niet altijd 300 procent klaarstaan voor je ambities. Je hebt rustmomenten nodig, en dat hebben jongeren te weinig geleerd.”

Daarom moeten jongeren af en toe stilstaan. Carrièrecoach Katrin Van de Water: “Mensen ervaren stress als ze zichzelf niet kunnen zijn, als ze werk doen wat niet ‘klopt’ met wie ze zijn of willen zijn. De vragen ‘wie ben ik?, 'wie wil ik zijn?, 'hoe wil ik leven de volgende jaren?’ zijn heel belangrijk om bij stil te staan. Als mensen werk kunnen doen dat aanleunt bij wat voor hen belangrijk is, en ze dagelijks kunnen doen wat ze goed kunnen én graag doen, en kunnen ontwikkelen wat ze graag willen leren, dan krijgen ze energie. Bovendien spoor ik de mensen aan om naast hun werk (hoeveel energie het ook kan geven) andere dingen te doen en rust in te bouwen, zodat hun batterijen opgeladen blijven. Dat is de beste remedie tegen een burn-out.”

Af en toe vervelen is goed

Nell van de Ligt beaamt: “Ik denk dat jongeren een levenshouding moeten aanleren met werk, ambitie en rust. Energievragende taken moeten worden gevoed door energiegevende activiteiten (rust, sport, tijd), en die worden vooral door jongeren wel eens vergeten. Omdat ze geleerd hebben dat hun leven maakbaar is en dat ze er zelf verantwoordelijk voor zijn.”

“Vervelen is ook goed, dan wordt vaak creativiteit ontwikkeld of daarvan krijg je ideeën. Wanneer krijgen we onze beste ideeën? Vaak op vakantie. Bij de jongeren van nu is vervelen niet aan de orde, want rust is not done. Deze generatie moet leren dat je lichaam andere dingen vraagt dan je geest. Je lichaam verlangt soms naar rust, naar grenzen. Niet alles is maakbaar, maar dat leer je niet op school”, besluit Nell van de Ligt.

(mr) 

26 juni 2013
Anderen bekeken ook