Kmo's klagen: 'Grote bedrijven plukken onze mensen weg'

Gerard van Os, ceo van Van Os-Sonnevelt: "Denk je dat ex-werknemers van Opel Antwerpen met hun ontslagpremie op zak voor een lager loon in een kmo aan de slag zullen gaan? Ze zullen van de arbeidsmarkt verdwijnen."
Een kmo runnen, is emotioneler dan aan het hoofd staan van een multinational, vindt bedrijfsleider Gerard van Os. Toch zijn die grote bedrijven vaak aantrekkelijker als werkgever. "Tja, eerst plukken ze onze mensen weg en als ze ze ontslaan, krijgen ze nog subsidies ook."
Gerard van Os, ceo van Van Os-Sonnevelt
Gerard van Os, ceo van Van Os-Sonnevelt: "Denk je dat ex-werknemers van Opel Antwerpen met hun ontslagpremie op zak voor een lager loon in een kmo aan de slag zullen gaan? Ze zullen van de arbeidsmarkt verdwijnen."

Gerard van Os richtte in 1976 Van Os-Sonnevelt op, een bedrijf dat meubilair en tapijttegels verhuurt voor beurzen, seminars en bedrijfsevenementen. De kmo kende vooral groei en stelt een 25-tal mensen tewerk. “Maar we zitten in een business die erg crisisgevoelig is”, merkt van Os op. Dat zorgt net als bij andere kmo-leiders voor kopzorgen.

“Ik hoor collega’s wel vertellen dat het beter gaat, maar ik heb de indruk dat dat eerder een buikgevoel is dan een vaststelling die met cijfers gestaafd kan worden. Onze sector bestaat vrijwel uitsluitend uit kmo’s en daar wordt de recessie anders ervaren dan in grotere bedrijven. In een kmo zijn medewerkers je grootste kapitaal, sta je veel dichter bij je medewerkers, en dan ga je toch omzichtiger om met ontslagen.”

Eindeloos aantal maatregelen

Crisis- en andere overheidsmaatregelen lijken dus welgekomen. “Ik ben een lijst aan het maken met alle mogelijke maatregelen. Die is quasi eindeloos. Wij zijn bijvoorbeeld bezig met onlinebestellingen. Een zeer dure grap voor een kmo. Nu blijkt dat je daar subsidies voor kan krijgen. Maar omdat wij intussen al aan het project begonnen zijn, is het moeilijker om daarvoor nog in aanmerking te komen. Grote bedrijven hebben mensen in dienst die dat allemaal perfect uitvlooien. Als kmo-leider moet je het grotendeels zelf uitzoeken, terwijl je je bedrijf probeert draaiende te houden.”

Ook wat het rekruteren van personeel betreft, speelt de concurrentie met grote ondernemingen in het nadeel van de kmo. “Grote bedrijven kunnen vaak rekenen op subsidies om jobs te redden, terwijl het dikwijls zij zijn die vroeger mensen bij een kmo hebben weggeplukt. Neem Opel Antwerpen. Ik ben ervan overtuigd dat de lonen daar hoger lagen dan in het ‘gewone’ bedrijfsleven en dat om die reden een aantal kmo-werknemers naar dat bedrijf vertrokken zijn. Dan vind ik toch wat wraakroepend dat als zo’n bedrijf moet afslanken, er nog geld op tafel wordt gelegd om de werknemers een mooie afscheidspremie te geven. Denk je dat die mensen daarna voor een lager loon in een kmo aan de slag zullen gaan? Ze zullen van de arbeidsmarkt verdwijnen.”

Moeite met flexibiliteit

De grootste moeilijkheid vindt van Os de groeiende vraag naar flexibiliteit bij werknemers. “De beschikbaarheid van werknemers is veranderd omdat ze naast het werk nog veel andere dingen willen doen en een goede work-life balance nastreven. Alleen heeft het in een kleine onderneming heel wat voeten in de aarde om die flexibiliteit georganiseerd te krijgen. Wij bepalen niet zelf wanneer een beurs de deuren opent. In drukke tijden vragen we van onze mensen veel inzet, in rustiger periodes krijgen ze daar veel vrije tijd voor terug.”

Zou hij ooit overwegen om de boeken dicht te slaan? “Natuurlijk denk ik wel eens: waarom ben ik er ooit aan begonnen? Geld is daarbij niet mijn grootste drijfveer, al wordt dat van kmo-leiders vaak gedacht. Ik heb een persoonlijk contact met mijn medewerkers en ben vrij om zelf iets op te bouwen. Dat zie ik me niet snel opgeven.”

(ks) 

11 mei 2010
Anderen bekeken ook