Jonas Dhaenens (Combell): “Je moet show verkopen als je een bedrijf begint

Dinsdag 12 maart. Een dikke week vóór het officiële begin van de lente, maar België ligt bedolven onder een stevig pak sneeuw. Het radionieuws bericht over filerecords. Jonas Dhaenens (30) glimlacht even, in zijn kantoor in Oostakker. “Dit is goed weer voor ons. Onze servers moeten koel gehouden worden, dus in dit weer verbruiken we minder stroom. Bovendien moeten mensen meer thuiswerken als het sneeuwt, wat betekent dat ze ook meer internettoepassingen moeten gebruiken. Alleen maar voordelen dus.”

Dhaenens heeft er een handje van weg om opportuniteiten te zien, voor wie er nog aan twijfelde. Op zijn achttiende begon hij vanuit zijn slaapkamer, bij zijn ouders thuis, een bedrijf dat zich bezighoudt met het registreren van domeinnamen en het beheren van ruimte op het internet. Dhaenens beconcurreerde er Belgacom mee. David versus Goliath. De naam van zijn bedrijf indertijd: Combell Groep. Zijn ogen blinken van plezier, zelfs na al die jaren. “Hoogmoed? Nee, je moet show verkopen, als je een bedrijf begint. Dat is altijd mijn sterkte geweest. Te veel mensen zijn bezig om hun product helemaal goed te krijgen, wanneer ze beginnen. Daar verliezen ze veel kostbare tijd mee. Je moet jezelf en de naam van je bedrijf goed verkopen, dat is minstens even belangrijk.”

Dhaenens komt uit een nest van ondernemers. Zijn moeder had een voedingszaak en zijn vader was een zelfstandige verzekeringsmakelaar. “Dat is een groot voordeel geweest, natuurlijk. Als je uit een familie komt die ondernemen als de normaalste zaak van de wereld beschouwt, ziet ze er ook minder graten in als je je studies wil stopzetten om een zaak te beginnen. Ik was begonnen met handelswetenschappen te studeren, maar op een bepaald moment moest ik kiezen: mijn studies of mijn zaak."

"Ik ben ermee begonnen toen ik voor de zaak van mijn ouders een website wou maken met een .be-extensie. Ik vond dat toen moeilijk om aan te vragen. Een heleboel paparassen, je moest dingen doorfaxen … Echt omslachtig. Belgacom was toen het enige bedrijf waar je terechtkon. Ik wou de aanvraag van zo’n extensie veel makkelijker maken. En ik bedacht veel andere zelfstandigen dat wellicht ook wilden. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Ik heb toen voor de zaak gekozen. Ik had weinig te verliezen. Ik kon sowieso opnieuw studeren, als het fout zou lopen. Als je jong bent, kan je je zo’n avontuur permitteren. Je hebt nog geen gezin om zorg voor te dragen. Ik verdiende toen wel al 8.000 euro bruto per maand. Dat vonden mijn ouders ook wel overtuigend.”

Op naar de top

Combell groeide jaar na jaar, Dhaenens had zijn handen vol. “In het begin deed ik alles zelf: de verkoop, de administratie, noem maar op. Allemaal in mijn slaapkamer. Ik wou dat de uitstraling van Combell zo professioneel mogelijk was. Ik wou mijn klanten ook een service van 24 uur op 24 bieden. Dat betekende dat ik soms ‘s nachts telefoontjes kreeg. Het zorgde er wel voor dat mijn bedrijf groeide. Pas na zes jaar heb ik de klantenservice uit handen gegeven.”

Belgacom was en is vandaag nog altijd de grootste concurrent van Combell, dat in België marktleider is als webhostingbedrijf. Het bedrijf telt 85 werknemers, verspreid over verschillende merken, die zich allemaal bezig houden met het beheer van de internetinfrastructuur voor websites. “Het verschil met Belgacom is dat wij ons uitsluitend met webhosting bezighouden. We blijven groeien, ondanks de crisis. Tegen volgend jaar hebben we 100 werknemers, of méér. Voor het grootste deel gaat het om informatici. Niet altijd makkelijke profielen, maar we zitten in een hippe sector en we zijn financieel supergezond. Dat is niet zo evident, vandaag. En er is ruimte voor groei op de markt. De helft van onze portefeuille bestaat uit 50.000 klanten, die per jaar 100 à 150 euro per jaar betalen voor webhosting en ondersteuning. Daarnaast is er de ‘managed hosting’, op maat van grotere websites. Bovendien zitten trends als e-commerce, intranet, online softwarepakketten, online boekhoudpakketten … stevig in de lift.”

Dhaenens is altijd ambitieus geweest. “Ik wou altijd zo groot mogelijk worden, ja. Het is niet belangrijk om nu veel geld te verdienen, dat doe ik later wel. Ik wou vooral iets moois opbouwen. Op mijn elfde al tekende ik vennootschapsstructuren uit. Dat was mijn passie. Ik las graag dingen over boekhouding en economie. Ik sta nog altijd niet waar ik toen wou zijn. Ik heb altijd gedroomd van een mooi bedrijfsgebouw, zoals de torens van Belgacom. Daar zit ik nog ver af. (lachje) Wel hebben we net een kantoor opgestart in Vancouver. En begin dit jaar hebben we een bedrijfje gestart in Amsterdam en in Oostakker bouwen we een nieuw gebouw.”
Of Dhaenens vindt dat meer jongeren zijn voorbeeld moeten volgen? De wereld bestormen met een goed idee en veel overtuiging? “Je kan veel nadenken over de richting die je uitwil als je jong bent, maar wat haalt het soms uit? Als je een schitterend plan hebt, kan je het beter gewoon in de praktijk brengen. Een diploma moet je niet overschatten. Het is niet nodig, als je weet wat je wil.”

Tekst Dominique Soenens