Jari Demeulemeester van Ancienne Belgique: '2009 was een ramp'
Jari Demeulemeester, manager Ancienne Belgique (Brussel)
Net als directeur Leonard uit de tv-reeks ‘Oud België’ maakt ook Ancienne Belgique-manager Jari Demeulemeester zich zorgen om het voorbestaan van zijn concertzaal. “Een halve euro meer vragen voor een pint, helpt niet veel.”
Jari Demeulemeester, manager Ancienne Belgique (Brussel)
Herken je jezelf in de figuur van directeur Leonard in 'Oud België'?
Niet echt. De Ancienne Belgique van toen was iets heel anders dan de AB van nu. Er werd bijvoorbeeld geen entreegeld gevraagd, maar de consumpties waren duur. Ik herinner me dat ik er als kind een Pêche Melba at die toen 50 frank kostte. Zij hadden een groot, en dus duur, orkest in loondienst. Wij hebben veel minder mensen in loondienst. Mijn voorganger heeft volop de kaart van de optredens getrokken in plaats van de taartjesnamiddagen. Dat bleek financieel het interessantst. De grootste uitdaging is niet om artiesten te vinden, maar de organisatie.
De AB is een creatief huis. Is jouw job dan ook een creatieve job?
Ja, als een groep afbelt en je moet binnen een halfuur een oplossing vinden dan moet je creatief zijn. Er zijn tientallen reglementeringen en systemen waar je aan moet voldoen. Ik wil daar mee in orde zijn, al klinkt dat misschien raar van een oude gek als ik (lacht). Twintig procent van onze financiering komt uit subsidies. Maar we gaan geen extra geld vragen omdat de boeken niet in orde zijn door een gefaald management. Dat kan niet.
Je bent hier zo’n 30 jaar aan de slag. Is er veel veranderd?
Alles is veel professioneler geworden. Je moet een goede zakelijke leiding hebben, mensen die sponsoring door en door kennen en uitstekende technici. Anders overleeft een concertzaal niet meer. Stella Artois bekostigde bijvoorbeeld ons barmeubel. Die logo’s staan nu overal op, maar goed ... Je kan van sponsoring gebruik maken zonder al te veel je broek te laten zakken. Ook om een band te boeken passeer je nu eerst langs allerlei managers. Mensen vragen dikwijls naar anekdotes van achter de schermen, maar de rock-’n-roll daar valt erg mee.
Is het financieel gezien soms echt een kwestie van overleven?
2009 is voor culturele huizen het moeilijkste jaar in járen geweest. Wij kunnen een halve euro meer vragen voor een pint, maar dat helpt eigenlijk niet veel. We hebben zwaar bespaard en de efficiëntie opgevoerd, zonder in het personeel te snoeien. Wij hebben 45 man in huis en zo’n 100 tijdelijke medewerkers. Gelukkig blijven de mensen komen om vedetten te zien. We zien ons toch verplicht om vaker grote namen aan te trekken. Afgelopen jaar hebben we toch ook 15 procent nieuwkomers geprogrammeerd. Maar ik vrees dat we daar steeds minder van zullen zien.
Was het eigenlijk een droom om bij de AB aan de slag te gaan en zo van muziek je beroep te maken?
Nee. Er zijn altijd problemen. Zeker de discussies over geluidsoverlast met dreigementen van advocaten hebben zwaar gewogen. Je moet voortdurend overleggen met buurtbewoners, politici ... Vroeger liep er in de zomer bijvoorbeeld een urinespoor van de Grote Markt tot het Sint-Goriksplein. De AB had daar niets mee te zien, dat kwam door al die cafés in de buurt maar de buurtbewoners klaagden bij ons. Wij hebben toen twee urinoirs gehuurd en op straat geplaatst. De buren zijn content. Maar ja, dat kost ons wel geld.
Waarom ben je het dan toch al die jaren blijven doen?
Als je niet af en toe om je problemen kan lachen en je jezelf te serieus neemt, ben je niet goed bezig. Ik zeg altijd: “It’s only rock-’n-roll, baby.” Er zouden veel mensen tekenen om zo’n job te mogen doen. Overdag werk je hard, maar ’s avonds heb je de beloning dat je de groep kan zien. Dat enthousiasme voor muziek zijn mijn vitaminen. Het doet ook deugd om met je stiel zoveel mensen een leuke avond te bezorgen.
Je nadert zelf de 64 jaar. Zal je het moeilijk hebben om de AB vaarwel te zeggen?
Na veertig jaar in de showbizz heb ik het gevoel: j’ai assez donné. Ik blijf wellicht nog tot 2011. Met mijn opvolger ga ik me niet bemoeien. Je moet met waardigheid kunnen stoppen en niet de schoonmoeder willen uithangen. Er zijn artiesten die op hun tachtigste nog als een jong veulen op het podium willen staan. Pijnlijk. Da’s niets voor mij.
(Tekst: Katrien Stragier / Foto: Koen Bauters)
9 februari 2010