Hoezo, Brussel een havenstad?

Cliff Pizarro
“Zeeschepen gidsen zit in mijn Spaans wereldreizigersbloed.” (Cliff Pizarro, sluismeester en bruggendraaier)
Het zou een quizvraag kunnen zijn in De Slimste Mens: noem de vier grote havens van België. Je somt waarschijnlijk spontaan Antwerpen, Gent en Zeebrugge op. Ting, ting, ting. Maar al aan Brussel gedacht? Deze twee mensen hebben hun hart verloren aan werken in de buurt van het kanaal.

Cliff Pizarro is 26 jaar en oefent een zeldzame functie uit op onze arbeidsmarkt. Hij is sluismeester en bruggendraaier. Cliff gidst zowel gigantische schepen als pleziervaartuigen op een veilige manier van Noord naar Zuid door de stad, 24 uur per dag. Hij bestuurt pompen en dammen voor een optimaal waterpeil zodat bij zwaar regenweer de stad van een overstroming blijft behoed.

De familienaam van Cliff vindt zijn oorsprong in een stamboom van Spaanse ontdekkingsreizigers, die de wereldzeeën bevoeren. Het is dus geen toeval dat hij aan het water werkt. Zijn vader had vroeger trouwens dezelfde job. Cliff kijkt gepassioneerd naar de mastodonten met honderden tonnen zand, staal of diesel aan boord. Voor zeilschepen met een mast van 20 meter, draait hij de Budabrug gezwind de lucht in. “Dat is een fenomenaal zicht. Ik zie elke dag unieke beelden waar anderen best gezond jaloers op zijn”, vertelt hij vurig.

Voetballiefhebber

Ook andere profielen voelen zich in de hoofdstad als een vis in het water. En ze hebben een job die iets met water heeft te maken. Zo is Nico Raemdonck uit Halle preventieadviseur, en ook het milieu- en afvalbeleid behoort tot zijn takenpakket. Hij ziet met plezier de oude industriële sites rond het kanaal veranderen in moderne en schone economische en culturele bedrijvigheid.

‘Gewoon bonjour zeggen’

Het water kabbelt langzaam verder maar aan de sluizen en bruggen moet Cliff Pizarro voortdurend alert zijn. Vorig jaar redde hij bijvoorbeeld ’s nachts iemand van een wanhoopsdaad die op een brug was geklommen door voortdurend op de man in te praten.

Het kanaal flirt met de gemeentegrenzen van Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht. ’s Nachts is er altijd volk op straat. “Gewoon bonjour zeggen”, is zijn advies. “Ik voel me niet onveilig, het is een kwestie van respect tonen en krijgen.” Overdag vist Cliff wel eens met een professioneel net een bal van straatvoetballertjes uit het kanaal. Dat maakt een sluiswachter in een maritiem uniform zelfs populair bij de lokale jeugd. Ook Nico werkt mee aan de band tussen haven en stad. “Ik schreef als preventieadviseur mee aan het draaiboek voor de aankomst van Sinterklaas op de sluis van Molenbeek. Veiligheid primeert op zo’n dag.”

Meer economie en minder files

Brussel is dus niet alleen de stad van Europese en Belgische overheidsadministraties. De kanaalsite helpt bij de economische en culturele heropleving van de buurt, zoals bijvoorbeeld het museum dat herrijst uit de voormalige legendarische Citroëngarage. Of de hotspot Tour & Taxis. “Het kanaal doorkruist het Brussels Gewest over een lengte van 14 kilometer”, vertelt Nico Raemdonck. “Dankzij die waterweg zorg ik mee voor kortere files. Wist je dat de scheepvaart zo’n 2.000 zware vrachtwagens per dag van de Brusselse en Vlaams-Brabantse wegen afhaalt? Dat maakt mij fier.”

Cliff Pizarro blinkt tenslotte ook van trots wanneer hij vertelt over de dure en massieve apparatuur die hij zelfstandig bestuurt. “Als een internationaal zeeschip de haven binnenvaart, bezorg ik de kapitein en de matrozen aan de sluis of brug de eerste indruk van de stad. Daar doe ik met de glimlach mijn uniform met epauletten voor aan!”

Dit moet je zeker kunnen om in de haven te werken:

  1. Je talen spreken. Op zijn minst Nederlands en Frans, maar ook een mondje Engels en een vierde taal zijn handig om goed te communiceren met de bemanning van de schepen en op de bedrijfssites langs het kanaal.
     
  2. Flexibel zijn. Met name als je kiest voor het werk buiten. Schepen meren immers dag en nacht aan, 365 dagen per jaar. Nacht- en weekendwerk horen er dus bij.
     
  3. Alert zijn. Fris uitgeslapen op het werk verschijnen is een noodzaak om de omgeving van de sluis en de brug nauwgezet te observeren. De afstanden, snelheid en gewicht van een schip correct beoordelen is cruciaal.
     
  4. Zwemmen. Het gebeurt haast nooit dat er een iemand in het water sukkelt, maar als sluismeester en bruggendraaier moet je wel een zwemtest afleggen, zoals 50 meter zwemmen met kleren aan. Gelukkig in het zwembad en niet in het kanaal. Op de meeste werkposten is een reddingsvest dragen verplicht.

(gv) 

Nico Raemdonck
“Het kanaal en de haven doen de stad leven”, steekt Nico van wal. “Water is het begin van alle leven. Het kanaal is een levensader door de stad. Hier ontstaan tal van culturele activiteiten rond het water. Het is een plezier om zoals bij een citytrip stadsindrukken op te nemen tijdens een middagwandeling. Brusselaars noemen het hier een trekgat, met aan de ene kant de supporters van Union Sint-Gillis en aan de overkant die van RWDM”, lacht de nostalgische voetballiefhebber in hem. 18 juli 2016
Anderen bekeken ook