Het loon van...
Vorige

1 van 872

Volgende
Volgend artikel:

De 10 best en slechtst betaalde sectoren in België

Hoeveel verdienen onze nieuwe ministers?

Met de eedaflegging van Di Rupo I hebben we eindelijk weer een echte federale regering. In het licht van de besparingen besliste ze ook om zelf 5 % te beknibbelen op hun eigen ministerlonen. Wat is het salaris van onze nieuwe bewindsploeg?
#

Premier Leterme en zijn ministers verdienden 17.672 euro bruto per maand. De staatssecretarissen 16.776 euro. Netto komt dit neer op respectievelijk ongeveer 9.188 euro en 8.740 euro per maand.

Maandelijkse onkostenvergoeding van 2.000 euro

Naast het basissalaris hebben onze regeringsleden ook een vaste maandelijkse onkostenvergoeding, onder meer voor representatiekosten en logies. Deze is niet voor alle regeringsleden gelijk. Premier Leterme, zijn vice-premiers en minister van Buitenlandse zaken Steven Vanackere zagen hun basisloon het meest aandikken: zij kregen maandelijks een onkostenvergoeding van 2.290 euro. "Gewone" ministers en staatssecretarissen kregen 1.963 euro per maand. Op die onkostenvergoeding moeten ze geen belastingen betalen, op het basissalaris wel.

De regeringsleden krijgen hiernaast ook een dienstwagen met chauffeur ter beschikking. Of ze kunnen kiezen om hun eigen wagen te gebruiken, en dan krijgen ze een kilometervergoeding.

Dat blijkt uit een studie van het CRISP, op basis van de geïndexeerde bedragen sinds 1/6/2011. Het Belgisch onderzoekscentrum dat zich toelegt op de studie van de politieke besluitvorming in België en Europa deed een omvangrijk onderzoek naar het salaris van de regerings- en parlementsleden in heel ons land.

Di Rupo verdient 400 à 500 euro minder dan Leterme

De regering Di Rupo besliste om de lonen van de nieuwe regeringsleden met 5 % te verminderen. "Alleen is nog niet duidelijk op welk bedrag: alleen op het brutoloon of ook op de onkostenvergoedingen", aldus Jean Faniel, onderzoeker bij het CRISP. "Het akkoord zegt ook niets over wanneer deze regels ingaan. Hiervoor zullen ze nog een omzendbrief moeten opmaken eenmaal de nieuwe regering echt in het zadel zit. Ze kunnen dan bijvoorbeeld beslissen dat de nieuwe regels met terugwerkende kracht ingaan vanaf hun eerste werkdag."

Sowieso leveren onze nieuwe ministers maandelijks minstens een goeie 400 euro netto in tegenover hun oud-collega's uit de regering Leterme (zie kader). Maar of ook hun onkostenvergoedingen al dan niet worden verminderd, maakt wel degelijk een duidelijk verschil. Wij deden de oefening hoeveel centen de regeringsleden zullen moeten inleveren in het beste en slechtste scenario.

Stel dat er enkel 5 % wordt bespaard op de brutolonen van de regeringsleden en niet op de onkostenvergoedingen, dan betekent dat voor premier Elio Di Rupo jaarlijks een "winst" van 1.374 euro netto. Toch al gauw het maandsalaris van een arbeider uit de achterban van de Waalse socialist.

Als de onkostenvergoedingen ongemoeid blijven, zal het nettoloon van de regeringsleden met nog geen 4 % dalen (zie kader). En niet met 5 %, zoals beloofd.

Overzicht loon ministers uit de regering Leterme tegenover regering Di Rupo

  Nettomaandsalaris (incl. onkostenvergoedingen) Inlevering in euro Inlevering in %
Premier, vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken (regering Leterme) 11.477,41 euro    
5% vermindering van het brutoloon 11.035,62 euro - 441,79 - 3,85
5% vermindering van het brutoloon en de onkostenvergoedingen 10.921,14 euro - 556,28 - 4,85
"Gewone" minister (regering Leterme) 11.150,31 euro    
5% vermindering van het brutoloon 10.708,52 euro - 441,79 - 3,96
5% vermindering van het brutoloon en de onkostenvergoedingen 10.610,39 euro - 539,92 - 4,84
Staatssecretaris (regering Leterme) 10.702,16 euro    
5% vermindering van het brutoloon 10.282,77 euro - 419,38 - 3,92
5% vermindering van het brutoloon en de onkostenvergoedingen 10.184,64 euro - 517,51 - 4,84
Bron: CRISP. Cijfers van november 2011. De bedragen zijn berekend voor een alleenstaande, zonder gezinslast en zonder rekening te houden met inkomsten uit andere mandaten. Ook bijkomende gemeentelijke opcentiemen en eventuele fiscale voordelen van de regio’s worden buiten beschouwing gelaten.

(mr) 

8 december 2011
Anderen bekeken ook