Dure brandstofprijzen doen ons fietsen naar het werk
De dure prijzen aan de pomp wegen duidelijk door op het gezinsbudget. Veel Vlamingen zien fietsen naar het werk als een (deel van de) oplossing.
Een fietsvergoeding is een vergoeding die je werkgever uitbetaalt per gefietste kilometer naar en van het werk. Het precieze bedrag van die vergoeding varieert per sector en bedrijf. In de sectoren en ondernemingen waar geen fietsvergoeding bestaat, geldt echter de nationale standaard. Het gaat om 0,28 euro voor elke gefietste kilometer in het woon-werkverkeer, met een maximale afstand van 40 kilometer per dag.
Tot 0,35 euro per kilometer word je niet belast op je ontvangen fietsvergoeding (voor aanslagjaar 2025). Fiets je bvb. dagelijks 10 kilometer naar je werk, wil dat concreet zeggen dat je elk jaar 0,35 euro x 10 kilometer x 2 (heen en terug) x 220 effectieve werkdagen = 1.540 euro per jaar netto kunt ontvangen om naar het werk te fietsen! Voordelig én gezond dus.
Sinds 2024 is de fietsvergoeding wel enkel nog fiscaal vrijgesteld als je beroepskosten forfaitair berekend worden. Wanneer je in je belastingaangifte kiest voor de aftrek van werkelijke beroepskosten, dan heb je dus geen recht meer op deze vrijstelling.
Lees ook: Hoeveel bedraagt de fietsvergoeding?
Hoeveel en op welke manier jouw werkgever (een deel van) je treinabonnement terugbetaalt, hangt af van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) die hierover werd afgesproken door de sociale partners binnen jouw sector.
Eén ding staat vast: je werkgever moet minimum voldoen aan de algemene wettelijke regeling (cao nr. 19 octies) waarin het forfaitair bedrag wordt bepaald dat werkgevers aan hun pendelende werknemers moet uitbetalen. De rest is dan voor jouw rekening.
Het is perfect mogelijk, en voor jou zelfs wenselijk, dat de onderneming of de sector waartoe je behoort een eigen werkgeverstussenkomst aanbiedt. Dat betekent dat die nog voordeliger is voor jou dan de wettelijke regeling.
Zo krijgen bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel hun treinabonnement helemaal terugbetaald, en is er van een forfaitair bedrag geen sprake meer. Kijk dus steeds goed na tot welke sector (‘paritair comité’ in het jargon) je behoort, en welke cao’s daarbinnen werden afgesproken.
Daarbovenop kiezen meer en meer werkgevers voor een derdebetalerovereenkomst met de NMBS, om de administratieve rompslomp te beperken. Dat betekent in de praktijk dat jij niets meer betaalt aan het loket: de NMBS factureert 80 procent van de kosten rechtstreeks aan je werkgever en neemt de overige 20 voor haar rekening.
Sinds juli 2020 betaalt je werkgever vanaf de eerste kilometer woon-werkverkeer verplicht een deel van je vervoerskosten terug als je naar het werk pendelt met de bus, tram of metro.
Hoeveel je werkgever terugbetaalt aan reiskosten hangt af van het soort abonnement je hebt. In sommige gevallen is de kostprijs van je abonnement gekoppeld aan de afstand. Dan zijn dezelfde voorwaarden als voor de trein van toepassing, maar geldt er wel een plafond van 75 procent.
Meestal vragen vervoersmaatschappijen echter een vaste prijs voor een bepaalde periode. In die gevallen komt de werkgever tussen voor 71,8 procent van die prijs, met een maximum van 34 euro per maand (nml. de prijs van een treinkaart voor een afstand van 7 km).
Als je je eigen wagen gebruikt om op het werk te geraken, kan je niet rekenen op een algemene nationale reglementering zoals voor het openbaar vervoer. Maar, zoals steeds het geval is, kan een sector, onderneming, of zelfs een individuele arbeidsovereenkomst daar anders over beslissen. Zo keren werkgevers wel een vergoeding uit aan bedienden die onder een bepaalde loongrens vallen om met de auto naar het werk te gaan.
Het spreekt voor zich dat het de bedoeling is om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren en de files te verkleinen. Je zal daarom altijd de vruchten plukken van het maken van de duurzame switch naar het openbaar vervoer.
Extra: Krijg ik een vergoeding als ik met mijn wagen verplaatsingen moet doen?
Bronnen: FOD Financiën, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, ACLVB
16 februari 2024De dure prijzen aan de pomp wegen duidelijk door op het gezinsbudget. Veel Vlamingen zien fietsen naar het werk als een (deel van de) oplossing.
Twee West-Vlamingen werken voor een grootbank in Brussel en Antwerpen en getuigen over hun pendelervaringen.
Er zijn veel redenen waarom we met z’n allen meer carpoolen. Ook Rashid en Saad doen het.
Met de fluctuerende brandstofprijzen in het achterhoofd, is je woon-werkverkeer al fietsend afleggen geen slecht plan. We fietsen samen door alle cijfers en mogelijkheden.
De Belg gebruikt steeds meer de fiets om naar het werk te gaan.
De cijfers spreken voor zich: sinds de introductie in 2019 wordt het mobiliteitsbudget steeds populairder bij werknemers en werkgevers...
Op vijf jaar tijd is het aantal werknemers dat kan terugvallen op een bedrijfswagen met bijna 10 procent toegenomen.
Wanneer is woon-werkverkeer arbeidstijd? Het ter beschikking staan van je werkgever betekent niet noodzakelijk dat je ook effectief arbeidsprestaties moet leveren.
Meer dan 1 op de 5 werknemers zou overwegen om het met een auto minder te doen mochten ze hun ‘droomfiets’ via het werk kunnen krijgen...