Individueel pensioensparen
Vorige

1 van 25

Volgende
Volgend artikel:

Geniet jij al van de voordelen van een cafetariaplan?

Hoe haal ik het meeste uit mijn pensioenkapitaal?

Met een individuele pensioenspaarrekening kan je een aardige reserve opbouwen. Maar hoe ga je om met het gespaarde geld als je pensioenmoment is aangebroken? Je kan het natuurlijk uitgeven aan een verre reis, een nieuwe auto en wat royaler leven.
#

Een alternatief is het geld bij een verzekeraar te laten omzetten in een levenslange lijfrente. In ruil voor het feit dat je afstand doet van je kapitaal, betaalt de verzekeringsmaatschappij je levenslang elke maand een vaste rente uit. Voor een kapitaal van 50.000 euro mag je een geïndexeerde rente verwachten van ongeveer 150 euro per maand. Het nadeel van zo'n lijfrente is dat er van het kapitaal niets overblijft voor je erfgenamen. Of voor jezelf, als je op latere leeftijd onverwacht toch nog behoefte zou krijgen aan kapitaal.

Slimme combinatie

Slimme renteniers die zelf hun geld beleggen, kunnen een maandelijks inkomen combineren met behoud van kapitaal. We stellen je een 10-jarige renteniersplan voor.

De truc is eenvoudig: een stuk van je kapitaal gebruik je voor je maandelijks inkomen en met het andere deel stel je je beginkapitaal veilig. Om ervoor te zorgen dat je startkapitaal intact blijft, zet je ongeveer twee derde van het gespaarde geld opzij. Een geschikte belegging hiervoor is een beleggingsfonds met een flinke portie aandelen erin. Als het fonds erin slaagt een gemiddeld jaarlijks rendement van 6,5 procent te halen, is je kapitaal van 33.000 euro na tien jaar aangegroeid tot ongeveer 60.000 euro. Met andere woorden: je oorspronkelijke 50.000 euro is dan toegenomen tot 60.000 euro, zodat je niet alleen je beginkapitaal hebt veiliggesteld, maar ook je koopkracht.

Renteniersinkomen

De overige 17.000 euro van je startkapitaal ga je vervolgens gebruiken om jezelf een maandelijks inkomen uit te keren. Dat geld plaats je best op een risicoloze rekening, waarvan je maandelijks een stukje kapitaal opneemt als 'renteniersinkomen'. Als vuistregel mag je ervan uitgaan, dat je per belegde schijf van 10.000 euro een maandelijkse rente van 100 euro mag opnemen. Voor een kapitaal van 17.000 euro komt dat dus overeen met een maandrente van 170 euro. Neem je elke maand dat bedrag van de rekening, dan zal je oorspronkelijke 17.000 euro na 10 jaar ongeveer opgesoupeerd zijn.

Indexeren

Het addertje onder het gras is de stijgende levensduurte. Vandaag laad je in de supermarkt je kar vol voor 170 euro, maar over 10 jaar zal dat bedrag daarvoor waarschijnlijk niet meer volstaan. Met een constante maandrente van 170 euro, boet je dus op termijn onvermijdelijk in aan koopkracht. Als je daar een mouw wilt aan passen, kun je de maandrente jaarlijks indexeren, bijvoorbeeld met 2 procent.

Als je je maandrente jaarlijks wilt indexeren met 2 procent, dan moet je starten met een iets lagere maandrente. Als vuistregel geldt dat je dan als aanvangsrente 90 procent mag opnemen van de niet-geïndexeerde maandrente, of in ons voorbeeld 153 euro. Verhoog je dat bedrag elk jaar met 2 procent, dan zit je na 10 jaar aan een maandrente van 186 euro en zal je kapitaal van 17.000 euro eveneens na 10 jaar zijn opgebruikt.

Na 10 jaar herbeginnen

Als na 10 jaar het 'inkomensdeel' van je pensioenspaarpot volledig is opgebruikt, is het andere stuk van je oorspronkelijke pensioenkapitaal aangegroeid tot een nieuw startkapitaal van 60.000 euro. En daarmee kun je het 10-jarige renteniersplan opnieuw opstarten: twee derde ervan, of 40.000 euro, zet je opzij om je startkapitaal opnieuw op te bouwen, en de overige 20.000 euro gebruik je om jezelf 10 jaar lang een aanvullend inkomen uit te betalen van pakweg 200 euro per maand. En zo ben je opnieuw voor 10 jaar vertrokken.

5 maart 2012
Anderen bekeken ook