Helft technische studenten wil werken in het buitenland

Om inzicht te krijgen in de aansluiting tussen technische opleidingen en de arbeidsmarkt en het toekomstbeeld van studenten, ondervroeg ASML in totaal 1.300 studenten van de KU Leuven, Universiteit Twente (Nederland) en RWTH Aachen (Duitsland).

Een meerderheid van die studenten wil na zijn studies aan de slag in het buitenland. In welke job dat zal zijn, is voor de meesten echter niet duidelijk. Die drang naar het buitenland is opvallend. Studenten krijgen immers vaak de kritiek te verwerken dat ze te weinig openstaan voor het buitenland.

Ingenieurs in spe houden er echter beter rekening mee dat hun toekomstige job enige flexibiliteit vereist. Dat vindt ook Hank Oosterbaan, manager arbeidsmarktcommunicatie bij ASML. “Bij ons werken er meer dan 70 nationaliteiten en bij heel wat van onze jobs komt een kort of lang verblijf in het buitenland kijken.”

Meer praktijk

Ongeveer twee derde van alle bevraagde studenten is positief over zijn opleiding tot ingenieur en vindt dat ze aan de verwachtingen voldoet. Die maakt hen voldoende klaar voor het latere beroepsleven, menen zeven op de tien studenten. Slechts een kwart overweegt nog een bijkomende studie na het behalen van zijn ingenieursdiploma. Twee op de drie studenten willen meteen aan de slag. In welke job of functie dat zal zijn, daar hebben de meesten (58%) nog geen idee van.

Ook al lijken ingenieursstudenten best tevreden, toch weten ze ook wat nog beter kan. Hun opleiding zou nog meer aandacht moeten besteden aan de praktijk en aan contacten met het bedrijfsleven.

Bij de keuze van de meest geschikte werkgever, laten studenten zich vooral leiden door carrièremogelijkheden, gevolgd door de oplossingen en producten waaraan gewerkt wordt en duurzaamheid. Opvallend is dat onder Duitse studenten duurzaamheid een veel belangrijkere rol speelt bij de keuze voor een bedrijf dan in België en Nederland.

(wv)