Open brief aan minister Pascal Smet
"Deze week gaf u opnieuw een leuk ideetje weg in wat stilaan de <em>Grote-Pascal-Smet-Onderwijshervorming-Show</em> aan het worden is ..."
Waarvoor dank, beste rectoren, het doet deugd om een schouderklopje te krijgen. Diep van binnen blijven wetenschappers immers kleine kinderen die af en toe naar een goedkeurende knik van hun papa hengelen. Met meer dan 56.000 publicaties bekleedt Vlaanderen een vijfde positie, net na Harvard University.
Onze universiteiten kunnen zich meten met Harvard!’, klonk het met enig voluntarisme. Met enig voluntarisme, zeg ik, want de vergelijking is wat gevleid. Als je de tabelletjes er op naleest, blijkt dat de Universiteit Gent (18.528), Katholieke Universiteit Leuven (24.036), Vrije Universiteit Brussel (6.306) en de Universiteit Antwerpen (7.206) inderdaad 56.000 publicaties produceerden. Als je ze allemaal samentelt, is dat. Maar dat is nog steeds een heel stuk minder dan Harvard University, dat op z'n eentje 74.488 publicaties haalt. We moeten niet al te zelfgenoegzaam worden. Maar er is meer dan het aantal publicaties. De timing van de boodschap is niet toevallig. Het is ons natuurlijk niet ontgaan dat de overheidsbudgetten onder druk staan en dat in andere landen zwaar gesnoeid werd in onderzoeksfinanciering.
De oproep om te blijven investeren in fundamenteel onderzoek in tijden van crisis is terecht. Nieuwe kennis vormt de basis voor culturele, maatschappelijke en economische vooruitgang. Verschillende studies hebben aangetoond dat excellentie in wetenschappelijke prestaties een belangrijke determinant is van latere economische welvaart. Maar het is nogal kort door de bocht om te verwachten dat als onze wetenschappers maar veel publiceren, dat vanzelf tot welvaart zal leiden.
Wetenschappelijke inzichten moeten ook vertaald worden in nieuwe technologieën, toegepast worden in sociale innovaties en leiden tot effectieve veranderingen in beleid. Daar schort het soms aan in Vlaanderen.
Want laten we eerlijk zijn, wij wetenschappers blinken niet echt uit in ondernemerschap. We worden liefst met rust gelaten, zodat we ongestoord kunnen werken aan doorwrochte artikels. Daarmee scoren we immers op de internationale ranglijsten en krijgen we aanzien onder onze collega's. Het zijn die artikels waarop de universiteit ons beoordeelt. Maar wat er met onze bevindingen gebeurt en hoe ze onze maatschappij kunnen veranderen, dat kan ons veel minder schelen. Laat staan dat we die verandering zelf in handen willen nemen. Daarom een oproep tot meer professor-ondernemers. Door zelf ondernemender te worden, kunnen we die jongens van Harvard eens echt tonen waar Leie, Dijle en Schelde vloeien!
(fa)
28 september 2012"Deze week gaf u opnieuw een leuk ideetje weg in wat stilaan de <em>Grote-Pascal-Smet-Onderwijshervorming-Show</em> aan het worden is ..."
Jan Denys: ‘Werving en selectieprocessen focussen op competenties die voor de job relevant zijn. Laten we andere criteria meespelen, discrimineren we.’
“Ik zou er niet opnieuw aan willen beginnen. Maar ik zou er ook niets aan willen veranderen”, aldus Frederik Anseel, professor organisatiepsychologie UGent.
“In plaats van te krimpen stijgt de beroepsbevolking tussen 2011 en 2017 met maar liefst 262.000 personen” (Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige Randstad)
Het is heel normaal dat je graag goede vrienden met je collega's wil worden. Maar hoe doe je dat zonder je professionaliteit te verliezen? Jobat weet raad...
Tallin Van Rie is de drijvende kracht van demand forecast bij de afdeling insulation, die isolatiepanelen en dakelementen produceert bij Unilin Group.
Denk je na al die jaren ervaring en de vele succesvolle projecten nog altijd dat je minder goed bent dan je collega’s? Hoog tijd om dat imposter syndrome weg te werken!
Tijdens een selectieprocedure tonen sollicitanten hoe geschikt ze zijn voor de functie waarvoor ze solliciteren. Wat moet jij daar als kandidaat over weten?
Geld verdienen tijdens je lunchpauze: het zou zomaar kunnen. Heb je na het lezen van deze teaser honger naar meer? Lees dan zeker verder…