Hoeveel bacteriën telt jouw bureau?
Bacteriën kan je niet zien. Gelukkig maar, want anders zou je niet meer gaan werken.
Vijf letters, meer was niet nodig om Europa de voorbije weken danig in rep en roer te zetten. De EHEC-bacterie, voluit de enterohemorragische E. coli-bacterie, eiste in een erg agressieve gedaante tot nu toe 36 slachtoffers in Duitsland en één in Zweden. De uiterst verwarrende communicatie vanuit Duitsland legde de schuld eerst bij Spaanse komkommers, dan waren het weer sojascheuten, later zou de bacterie hebben toegeslagen in een restaurant of op de Hamburgse Havenfeesten. Tot eind vorige week analyseresultaten uiteindelijk de juiste bron van de EHEC-besmetting bevestigden: groentescheuten op een bedrijf in Nedersaksen waren de boosdoener.
EHEC - en vooral de hele aanpak van de crisis - heeft dus nogal wat aangericht: naast de dodelijke slachtoffers, een in elkaar gestuikte Europese groentemarkt, een verregaand Russisch invoerverbod op álle groenten uit Europa, een Spaanse overheid die woedend is over de loze culpabilisering van zijn komkommers en een grondige deuk in het Duitse Gründlichkeit-imago.
In ons land moest het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) alle zeilen bijzetten om de onrust weg te nemen. Want als het om ons eten gaat, telt de ratio niet mee - bij problemen ermee zijn grote emoties en zelfs hysterie nooit ver weg.
‘Toch zou ik het niet over een crisis willen hebben, eerder over een incident’, zegt Philippe Houdart, hoofd van de crisiscel van het FAVV. ‘Uiteindelijk hebben we bij ons geen besmetting vastgesteld. De hele EHEC-kwestie zou nooit zo’n proporties hebben aangenomen als er van meet af aan goed gecommuniceerd was. Nu zijn vanuit Duitsland veel te snel gedeeltelijke analyseresultaten de wereld in gestuurd, die onnodig veel verwarring en onrust hebben gecreëerd, en waardoor schade werd veroorzaakt die vermeden had kunnen worden.’ Een frustrerende periode voor het FAVV, omdat ook in onze media die foute informatie verspreid en uitvergroot werd, en dan mag je nog zo helder en correct mogelijk willen communiceren, mensen horen de nuancering niet.
Intussen lijkt het einde van de EHEC-crisis in zicht, maar daarmee wordt de crisiscel van het FAVV niet opgeheven: die blijft immers altijd waakzaam. ‘We bereiden ons permanent voor op een volgende crisis’, zegt Houdart. ‘We werken draaiboeken en procedures uit, en houden veel oefeningen om onze mensen scherp te houden. Zo kunnen we meteen in actie schieten als er een incident is. Normaal gezien bestaat de cel uit zes mensen, maar als een probleem opduikt, kan die snel worden uitgebreid met medewerkers van andere diensten. Tijdens de grootste crisis tot nu toe, de uitbraak van de vogelgriep in 2003, werkten we centraal met 15 tot 20 mensen.’
Dat was meteen de vuurdoop voor het toen nog jonge Voedselagentschap, dat in 2002 operationeel werd. De wet die het FAVV mogelijk maakte, was twee jaar eerder, op 4 februari 2000, in voege getreden. Een rechtstreeks gevolg van de dioxinecrisis van 1999, toen PCB’s uit transformatorolie de voedselketen hadden besmet - een voedselcrisis met grote maatschappelijke en politieke gevolgen. Vroeger hielden verschillende overheidsdiensten zich bezig met voedselveiligheid, maar met de komst van het FAVV werden alle bevoegdheden gebundeld in één agentschap. En daarmee nam ons land een flinke voorsprong.
‘In de meeste andere Europese landen is de bewaking van de voedselketen nog steeds in handen van verschillende diensten’, zegt Lieve Busschots, woordvoerster van het Voedselagentschap. ‘Bij ons was dat net één van de elementen die tot de dioxinecrisis hebben geleid. Dat de oprichting van het FAVV een goed idee was, blijkt uit het feit dat onze voedselketen nu één van de veiligste in Europa is.’
Dat bewijzen alvast de meest recente beschikbare cijfers uit 2009. Toen waren er 100.347 inspecties, verdeeld over 51.336 ‘zendingen’ bij 36.682 ‘operatoren’. 85 procent van de inspecties wees uit dat alle regels waren gevolgd. Grasduinen we nog even verder in het jaarverslag van 2009: 350.000 analyseresultaten van 60.000 analysemonsters - waaronder 183.000 analyses op stoffen die absoluut niet in onze voeding thuishoren - brachten in 99,7 procent van de gevallen geen problemen aan het licht.
Crisisbeheer is dus niet de enige taak van het Voedselagentschap. Het FAVV zorgt voor de uitvoering van de regelgeving die op de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid en Veiligheid Voedselketen wordt voorbereid, reikt certificaten uit, doet aan preventie en sensibilisering en bewaakt alle schakels van de voedselketen: van grondstoffen tot voedingsproducten. Het agentschap doet dit met ruim 1.300 medewerkers, aangevuld met meer dan 750 zelfstandige dierenartsen. De controlediensten alleen al tellen 453 medewerkers, die opereren vanuit 11 provinciale controle-eenheden (PCE’s), en het FAVV beschikt ook over vijf labo’s. Jaarlijks wordt, op basis van risicoanalyse, een controleplan opgesteld voor analyses en inspecties. Er zijn de systematische controles op bijvoorbeeld dierenwelzijn en de kwaliteit van het vlees, en het FAVV voert ook extra controles uit na bijvoorbeeld een klacht of een pv.
‘Sinds de dioxinecrisis hebben het FAVV én de hele agrovoedselindustrie samen een grote stap vooruit gezet’, zegt Lieve Busschots. ‘Je mag de gezamenlijke inspanningen niet onderschatten. Zo is zelfcontrole verplicht. De sector moet zelf controleren of processen en producten veilig zijn. We zien dat dit stelselmatig beter gaat - bij het ene bedrijf als sneller en grondiger dan bij het andere. Maar we zijn de goede weg ingeslagen.’
Het FAVV ziet het als zijn missie om verder te evolueren van een ‘controlerend agentschap’ naar een overheidsdienst die ten dienste staat van de samenleving - een partner ook van de agrovoedselindustrie, en zeker niet de boeman. Zo worden sinds mei 2009 aangekondigde controles gehouden, maar die worden altijd voorafgegaan door informatiesessies over hoe de betrokkenen zich in regel moeten stellen. En nog een voorbeeld: sinds 1 september 2008 beschikt het FAVV over een Voorlichtingscel, die de ‘operatoren’ in de horeca - restaurants, traiteurs, cafés - en de kleinhandel, zoals bakkers, slagers en kruideniers, via opleidingen vertrouwd maakt met de strikte regels qua voedselveiligheid. De cel legt hen niet alleen uit hoe ze zelf de hygiëne kunnen bewaken, maar reikt hiervoor ook certificaten uit.
Ons land heeft dus in bijna tien jaar een flinke weg afgelegd, en is een topleerling in de Europese klas gebleken. Philippe Houdart hoeft, als hoofd van de Crisiscel van het FAVV, niet met zijn gsm naast zijn hoofdkussen te slapen. ‘Dat is niet nodig,’ lacht hij, ‘maar ik ben wel altijd beschikbaar. Nu, een nationale crisis zoals in 1999 hebben we sindsdien niet meer meegemaakt, en ik maak me sterk dat die, dankzij de constante en efficiënte monitoring van onze voedselketen, niet meer zal voorvallen. Dat sluit niet uit dat er nog incidenten kunnen zijn - dat heeft de EHEC-bacterie bewezen. Af en toe stellen we een contaminatie vast en moeten producten uit de handel worden genomen, maar dat blijft al bij al beperkt.’
Philippe Houbart over de EHEC-hysterie: ‘Vanuit Duitsland zijn veel te snel gedeeltelijke analyseresultaten de wereld in gestuurd die onnodig veel verwarring en onrust hebben gecreëerd, en waardoor schade werd veroorzaakt die vermeden had kunnen worden.’
(jd)  
20 juni 2011Bacteriën kan je niet zien. Gelukkig maar, want anders zou je niet meer gaan werken.
Enkele weken geleden verspreidde het team achter griepcommissaris Marc Van Ranst een miljoen vaccins. Maar de medewerkers van het griepcommissariaat verkeren al langer in opperste staat van paraatheid.
Als jobstudent werken... kan dat zomaar? Zijn er voorwaarden? En hoeveel word je betaald? Op al deze (en op nog veel meer) vragen, geven we een antwoord!
Na de inspanning volgt de ontspanning… of zo zou het toch moeten zijn. Deze 7 tips zorgen voor rust in je hoofd!
Boeken over welzijn, in al zijn facetten, zitten in de lift. We pikken er vier uit die opvallen, telkens op een andere manier.
Vier werkgevers over werken in Brussel: “Het jobaanbod is heel divers”
"Bart en Christophe werken als zorgkundige in woonzorgcentra van de Stad Gent: “De typisch Gentse mentaliteit is heel tof”
Grijze muizen, saai werk en een stijve hiërarchie? Beobank doorbreekt deze stereotypes.
Goed nieuws voor de twijfelaars onder ons die moeilijk een beslissing kunnen of durven nemen: besluiteloosheid heeft voordelen en het kan je slimmer maken!