Het loon van...
Vorige

1 van 872

Volgende
Volgend artikel:

De 10 best en slechtst betaalde sectoren in België

De 10 best betaalde stielmannen

stielmannen
Welke vakmannen verdienen het meest? Sloopwerkers en schrijnwerkers zo blijkt. Vloerders en voegers verdienen dan weer het minst. Jobat zet ze op een rij.

“De best verdienende stielmannen zijn degene met de meeste vakkennis (het installeren van centrale verwarming is bijvoorbeeld moeilijker dan vloeren), ervaring en verantwoordelijkheid (ploegbaas versus beginner). Ook wie buiten werkt verdient meer dan wie binnen werkt”, vertelt Luc Proesmans, adviseur sociale zaken van Bouwunie, de overkoepelende organisatie van kmo’s in de bouw.

Hieronder een overzicht van de best betaalde stielmannen en het gemiddelde brutoloon van arbeiders in de bouw (zie lager), aan de hand van de categorie waartoe zij behoren.

Top 10 best betaalde stielmannen

  Beroep Gemiddeld loon per uur
1. Sloopwerker 57,022 euro
2. Grondverzetter 51,401 euro
3. Schrijnwerker 50,497 euro
4. Installateur cv 49,927 euro
5. Bestrater 49,491 euro
6. Metser 47,033 euro
7. Kabel- en leidinglegger 46,904 euro
8. Dakdekker 46,629 euro
9. Dakafdichter 46,375 euro
10. Stukadoor 45,789 euro

Bron: Bouwunie - Richtprijzen aan te rekenen lonen voor ondernemingen met 20 of meer arbeiders. 

Deze tabel is een rangschikking van de gemiddelde lonen per stiel. Voor een startende schrijnwerker, zonder ervaring, wordt bijvoorbeeld gemiddeld 46,105 euro per uur aangerekend. Dit uurloon kan nog met ongeveer 10 euro stijgen naargelang de schrijnwerker meer geschoold en ervaren is.

Vloerders en voegers sluiten de rij met respectievelijk 41,012 euro en 41,211 euro gemiddeld.

“Let op, dit zijn niet de brutolonen van de arbeiders in de bouw. Het zijn de zogenaamde regielonen, die werkgevers aanrekenen aan hun klanten voor de door hun arbeiders gepresteerde uren. In deze regielonen zit veel meer dan enkel het brutoloon van de bouwvakarbeider: zoals o.a. de socialezekerheidsbijdragen, de bijdragen voor het gewaarborgd loon en voor het Sluitingsfonds, alle bedrijfskosten en verzekeringen, de administratiekosten, het rollend materieel, de totale loonkost van de bedienden, enzovoort. Dit maakt ook meteen duidelijk waarom de lasten voor de werkgevers in de bouwsector in ons land heel hoog zijn”, zegt Jean-Pierre Waeytens, secretaris-generaal van Bouwunie.

De brutolonen van arbeiders in de bouw

  Bruto uurloon
Categorie I 13,965 euro
Categorie IA 14,658 euro
Categorie II 14,855 euro
Categorie IIA 15,628 euro
Categorie III 15,831 euro
Categorie IV 16,804 euro
Ploegbaas A 17,414 euro
Ploegbaas B 18,484 euro
Meestergast 20,165 euro

Bron: Bouwunie - Minimumbrutolonen vanaf 1 oktober 2017 

“Dit zijn de minimumbrutolonen in de bouwsector. In de praktijk zijn er weinig bouwbedrijven die hun arbeiders meer betalen dan deze minimumlonen. Een arbeider met een loon uit categorie III (voorheen: geschoolde 1ste graad) is een arbeider die na zijn opleiding zijn taken gedurende minstens 3 jaar zelfstandig kan uitoefenen. Iemand met meer ervaring behoort tot categorie IV”, aldus Jean-Pierre Waeytens.

Nettoloon

Een arbeider houdt, afhankelijk van zijn gezinssituatie, ongeveer 60 tot 65% over van zijn bruto-uurloon.

Bovenop het brutoloon hebben de arbeiders nog recht op een aantal extra’s.

  • Het vakantiegeld
  • De eindejaarspremie (de zogenaamde getrouwheidszegels)
  • Een premie voor weerverlet (wie buiten werkt krijgt jaarlijks een premie van 2 % van zijn jaarloon)
  • Een vergoeding voor de 12 rustdagen (een arbeider in de bouw werkt 40 uren per week i.p.v. 38 en krijgt daarvoor 12 rustdagen per jaar)
  • Verplaatsings- en mobiliteitsvergoeding
  • Ecocheques (of een gelijkwaardig voordeel)
  • Loonbijslagen voor risicovol werk enzovoort. Voor onder andere hoogtewerken, zandstralen of werken met pneumatische hamers worden ook extra’s betaald.
  • Sommige bedrijven geven ook nog maaltijdcheques of vergoedingen voor het zelf wassen en onderhouden van de werkkledij.

(mr) 

3 juli 2018