Vrijwilligerswerk
Vorige

1 van 34

Volgende
Volgend artikel:

4 manieren om extra bij te verdienen

Carrière in doe-het-zelf-ontwikkelingshulp: als je hart bij kinderen in Zuid-Afrika ligt

“In februari zal onze eerste leerling afstuderen. Ze studeerde businessmanagement. We vonden haar jaren geleden onder een brug, verslaafd aan het snuiven van lijm.” (Chantal De Maeyer, vzw Sprinkle)
Drastische veranderingen in iemands leven leiden tot drastische beslissingen. Chantal De Maeyer verloor zeventien jaar geleden haar man in een ongeluk. Het bracht haar ertoe om met Sprinkle te beginnen, de vzw die in Zuid-Afrika een opvangcentrum voor weeskinderen runt. Jobat steunt haar initiatief in het kader van de actie ‘Music For Life’. “Kleinschaligheid is onze kracht”, vertelt Chantal die van ontwikkelingshulp haar hoofdactiviteit heeft gemaakt.
“In februari zal onze eerste leerling afstuderen. Ze studeerde businessmanagement. We vonden haar jaren geleden onder een brug, verslaafd aan het snuiven van lijm.” (Chantal De Maeyer, vzw Sprinkle)

“Volgend jaar in februari zal onze eerste leerling afstuderen”, vertelt Chantal De Maeyer (59) aan het eind van ons gesprek. “Ze heeft businessmanagement gestudeerd en is klaar voor de arbeidsmarkt. Terwijl we het meisje jaren geleden letterlijk onder een brug hebben gevonden, verslaafd aan het snuiven van lijm.”

Het is voor zulke jongeren dat Chantal het doet. “Sprinkle is Engels voor sprenkelen. Het wijst ook op het kleinschalige van ons initiatief”, vertelt ze. Het project is, volgens haar, ontstaan uit de verontwaardiging voor menselijk leed dat een ziekte als aids met zich meebrengt voor kinderen. Na enkele reizen in Zuid-Afrika werden haar de gevolgen van de aidsproblematiek duidelijk. “Een hele generatie valt weg en miljoenen weeskinderen blijven achter. Massa’s gezinnen worden geleid door een kind van twaalf jaar of jonger.”

Chantal wil kinderen zonder familie toch een familiegevoel geven. In haar opvangtehuis en schooltje in Zuid-Afrika kunnen intussen een dertigtal kinderen terecht. “Kinderen leven er als broers en zussen samen”, vertelt ze. Het opvangtehuis (de term ‘weeshuis’ neemt ze liever niet in de mond) bestaat intussen twaalf jaar. “We hebben het vanaf nul zelf gebouwd. In het begin was er helemaal niks. Elektriciteit kwam er via een generator. Een boer kwam met zijn tractor water aanvoeren.”

Weduwepensioen

Chantal wilde altijd al iets doen in de ontwikkelingssamenwerking. “Na de dood van mijn man voelde ik dat ik nog een stuk gevoeliger was geworden voor wat er aan de overkant gebeurde. Je krijgt als het ware een nieuw zintuig.” Zodra haar twee kinderen afgestudeerd waren, nam ze het ingrijpende besluit om haar ontwikkelingsproject op eigen houtje uit te bouwen. Al was dat in financieel opzicht niet gemakkelijk. “Ik viel uiteindelijk terug op het weduwepensioen van mijn ex-man, aangevuld met een overlevingspensioen. Maar ik moest gelukkig geen huis meer afbetalen of huishuur betalen. Ik kwam rond. Sindsdien is Sprinkle mijn hoofdactiviteit.”

Sprinkle vzw
Uiteindelijk viel haar keuze op Zuid-Afrika, en Zululand in het bijzonder. “Ik vind Zuid-Afrika een zeer mooi land met weids uitzicht. Het gaf me telkens een soort van innerlijke rust als ik er kwam”, vertelt ze. “In het begin had ik het idee om samen te werken met een plaatselijk project. Maar ik vond er geen enkel waar ik me volledig in kon terugvinden. Zij doen goed werk, maar voldoen toch vaak aan basisbehoeften van eten, bed en school. Terwijl ik ook een echt warm thuisgevoel wil meegeven. Zo geven we de jongeren bijlessen, leren ze lezen en geven we ze waarden mee als respect.”

Kinderen achtergelaten

Belangrijk is dat het project is ingebed in de lokale omgeving. “In totaal werken er veertien plaatselijke bewoners aan mee. Die geven les, maar zorgen ook voor de opvoeding en het eten. We hebben er onze eigen moestuin en kweken onze eigen kippen”, vertelt ze. De plaatselijke bevolking heeft ook de grond geschonken waar ons gebouw op is gebouwd.” Ook Vlaamse studenten komen geregeld lesgeven of meehelpen in het schooltje. “Die jonge mensen pikken voor zichzelf veel mee. Het is natuurlijk een groot cliché, maar je beseft daar hoe goed wij het hier in België hebben.”

Weeskinderen zijn in Zuid-Afrika helaas een bekend fenomeen. Er wordt ook anders tegen kinderen aangekeken dan hier. “Vaak gaan vaders van kinderen naar Johannesburg, omdat ze daar vlotter werk vinden. Maar velen komen nooit meer terug. Ze stichten daar een nieuw gezin en dan hoort de familie er niks meer van”, vertelt ze. Maar ook de moeders kijken er anders tegenaan. “Sommige kinderen worden gewoon door hun moeder achtergelaten, in het beste geval gedropt bij hun oma. Maar wij maken het geregeld mee dat kinderen gewoon thuis werden achtergelaten. Moeders trekken weg om elders een beter leven te beginnen. Wij trachten deze cirkel van gewoontes te doorbreken.”

Zeester in zee

Natuurlijk wil Sprinkle graag uitbreiden. Zo droomt Chantal van een eigen schooltje voor technisch secundair onderwijs. “Want aan een goede loodgieter of elektricien is er zeker nood, die opleiding bestaat daar niet.” Al zijn er ook nog basisnoden: een internetaansluiting in het schooltje bijvoorbeeld, dat blijkt nog niet meteen mogelijk.

Sprinkle vzw
Sprinkle is een mooi initiatief, maar met dertig kinderen eerder kleinschalig. “Kleinschaligheid is onze kracht. Maar zeker in het begin heb ik letterlijk wakker gelegen van het feit dat ik al die kinderen niet kon helpen. Nu denk ik omgekeerd: het is niet omdat je niet alle kinderen kan helpen, dat je dat ene kind niet zou mogen helpen”, vindt ze.

Het is, zo vertelt Chantal, zoals het bekende verhaal van de man die op het strand zeesterren terug in de zee gooit. “Als iemand hem vertelt, dat het toch verloren moeite is en geen verschil maakt, antwoordt de man altijd: ‘wel, voor die ene zeester maakt het een wereld van verschil’.”

(wv) - Meer info: www.sprinkle.be 

8 december 2017
Anderen bekeken ook