Waarom vind ik moeilijk een job?
Vorige

1 van 203

Volgende
Volgend artikel:

‘Ghosting’ op arbeidsmarkt neemt toe: de cijfers

Brusselse sollicitant moet twee talen kennen

Op straat in Brussel
Met drie officiële talen (Nederlands, Frans en Duits) geven bedrijven uit het Brusselse de voorkeur aan kandidaten die minstens twee van deze talen spreken.
Voor bedrijven uit de Brusselse regio is het nog lastiger om geschikte kandidaten aan te trekken dan elders in het land. Dat heeft te maken met de slechte bereikbaarheid van de hoofdstad, maar veel kandidaten hebben ook last met de vaak vereiste tweetaligheid. Telewerken helpt dan misschien de mobiliteit, maar heeft ook nadelen. “Als je drie dagen per week thuis werkt, is dat een gemiste kans om Frans te oefenen.”

De war for talent die momenteel volop woedt, speelt Brusselse bedrijven nog net iets meer parten dan de concullega’s uit Vlaanderen of Wallonië. Dat zegt het rekruteringsbureau Hays. Twee zaken liggen aan de basis van dit fenomeen. Enerzijds schrikt het grote mobiliteitsprobleem in Brussel Vlamingen af om een job te gaan zoeken in deze regio. Veel werknemers willen immers de files vermijden. Anderzijds gaat ook het taalniveau van de gemiddelde Belg erop achteruit. Met drie officiële talen (Nederlands, Frans en Duits) geven bedrijven de voorkeur aan kandidaten die minstens twee van deze talen spreken, en dan laten we het Engels nog buiten beschouwing. Hoewel het niveau van het Engels meestal wel goed zit, beheersen veel kandidaten slechts een van de officiële landstalen.

“De meeste kandidaten moeten niet foutloos een tweede landstaal beheersen”, zegt Lore Temmerman, Regional Manager van Hays. “Maar het is wel belangrijk dat ze zich goed verstaanbaar kunnen maken en zich professioneel kunnen uitdrukken. Een goede beheersing van de grammatica en woordenschat blijft dus noodzakelijk.”

Het aanbieden van interne taalopleidingen is een aantrekkelijke maatregel voor heel wat werknemers. “We zien dat werknemers er gretig op ingaan wanneer taallessen gratis worden aangeboden”, aldus Temmerman. Anderzijds kunnen werkgevers extra flexibiliteit tonen en bijvoorbeeld de mogelijkheid tot telewerken aanbieden. Al kan dat ook contraproductief zijn: “Telewerken kan een van de oplossingen zijn voor het mobiliteitsprobleem, maar juist door in Brussel te werken schaaf je ook je Frans bij. Je leert bij door elke dag te communiceren in het Frans. Als de werknemer dan drie dagen per week thuis werkt, is dat natuurlijk een gemiste kans om Frans te oefenen.”

Passief en actief

Een van die instellingen in Brussel die van sollicitanten absoluut een goede kennis van het Frans vereist, is de FSMA, de Financial Services and Market Authority, de toezichthouder van de financiële sector in België. “Voor ons is het zeer belangrijk dat kandidaten een goede kennis van het Frans hebben, zowel passief als actief”, zegt woordvoerder Johan Corthouts. “Onze mensen komen voortdurend in contact met collega’s uit het andere landsgedeelte. Het is dus essentieel om beide talen te beheersen.”

Er is geen wettelijke verplichting dat FSMA-werknemers de andere taal machtig zijn, maar de toezichthouder is wel gebonden aan de taalkaders. Sinds 1966 is elke federale overheidsinstelling verplicht om haar personeel te verdelen volgens een taal en dat vast te leggen in een koninklijk besluit. Door die wet wordt de personeelsformatie van een federale instelling dus verdeeld in een Nederlands, een Frans en – voor de hogere ambtenarij – een tweetalig taalkader.

“Als we echt een zeer dringende vacature hebben, kan het wel eens gebeuren dat we toch voor een kandidaat kiezen die net iets minder scoort op talenkennis, maar in dat geval bieden we ook zelf taalopleidingen aan”, legt Corthouts uit. “Voor Engels geldt dat trouwens ook. Wij maken deel uit van internationale en Europese organisaties, en daar is de voertaal doorgaans Engels.”

Hoogopgeleid

Dat het taalniveau van sollicitanten er stelselmatig op achteruit gaat, wil Corthouts echter niet gezegd hebben. “Neen, die indruk hebben wij eigenlijk niet. Nu goed, wij zijn ook maar een kleine instelling”, stelt hij. “Bovendien is het merendeel van onze personeelsleden zeer hoogopgeleid. Meestal zijn het universitairen of zelfs doctorandi. Over het algemeen zit het met hun talenkennis wel goed.”

(fp) 

8 oktober 2018
Anderen bekeken ook