Bijna 50 % globale loonmassa verdeeld over 10 % van de werknemers

De Internationale Arbeidsorganisatie verzamelde loongegevens uit 189 landen. En daaruit blijkt dat bijna de helft van de totale loonmassa verdeeld is over 10 procent van alle werknemers.

Helemaal onderaan de ladder vind je de 20 procent slechtst betaalde arbeiders. Wat zij in handen krijgen? Amper 1 procent van de globale verloning. Nog een opvallend resultaat: als de 10 procent van de arbeiders die het minst verdienen, evenveel willen verdienen als hun best betaalde collega’s, dan moeten zij maar liefst 300 jaar werken. En we weten allemaal dat dat niet kan.

Arme werknemers

Een triestig fenomeen is dat de groep werkende armen, de mensen die dus werken maar op het einde van de maand amper of zelfs niet toekomen met hun loon, steeds groter wordt. Als je alle 189 landen in rekening neemt, dan verdient de helft van de armste werknemers amper 175 euro per maand.

Een vertekend beeld

Het goede nieuws is dat uit het onderzoek blijkt dat de ongelijkheid op het gebied van verloning kleiner wordt. En dat hebben we te danken aan twee landen: China en India, de landen die economisch erg sterk groeien. China haalt bijvoorbeeld elke dag zo’n 35.000 mensen uit de armoede.

Maar er is ook een keerzijde aan de medaille: zonder China en India blijkt dat in de meeste landen het tegenovergestelde gebeurt en dat de inkomensgelijkheid alleen maar toeneemt. Vijftien jaar geleden ging 53,7 procent van alle geproduceerde rijkdom nog naar de werknemers, in 2017 was dan nog maar 51,4 procent. De middenklasse kreeg twee jaar geleden 43 procent in handen, terwijl dat vijftien jaar geleden nog 44,8 procent was. En de mensen die het meeste verdienen, kregen in 2017 2,2 procent meer van het totaal.

De grote verliezer? Afrika

Dat is globaal het geval. Als je op nationaal niveau kijkt, zijn de verschillen vaak enorm. Vooral in de Afrikaanse landen. Neem nu Niger, waar de 10 procent best betaalde werknemers maar liefst 89 procent van de nationale loonmassa krijgen. En dat terwijl de 10 procent armsten amper 0,04 procent in handen krijgen.

In Slovakije, Slovenië en Finland is het dan weer een ander verhaal. Daar krijgen de bovenste 10 procent ongeveer 23 procent van de loonmassa, en de onderste 10 procent kan dan weer rekenen op zo’n drie procent.

(dt/em) - Bron: Express