'Bij de zedenpolitie werken, is geen roeping'
'Sommige aangiften zijn vals. "Ik was te laat thuis en heb daarom gezegd dat ik verkracht ben." Dat komt voor' (Maurice De Grauwe, Commissaris)
Na de afdeling Moordzaken (Witse) en Vrouwenhandel (Matroesjka’s) krijgt ook de zedenpolitie met Code 37 nu haar eigen tv-serie. Commissaris Maurice De Grauwe lijkt echter in niets op de harde tante die Veerle Baetens in de reeks neerzet.
'Sommige aangiften zijn vals. "Ik was te laat thuis en heb daarom gezegd dat ik verkracht ben." Dat komt voor' (Maurice De Grauwe, Commissaris)
Terwijl ik met de commissaris aan tafel schuif, wordt enkele meters verder een meisje verhoord. Een verkrachtingszaak. Na het verhoor stapt de verhoorder zichtbaar teleurgesteld binnen. “Ze had 20 pinten op, compleet zat. Ze heeft geen idee meer hoe de dader eruitziet. Bovendien heeft ze zich na de feiten gedoucht. Geen DNA, geen robotfoto ... We hebben niets.”
U heeft een job die weinigen u benijden.
Veel politiemannen zeggen: de zeden, dat zou ik ook nog willen doen. Tot ze geconfronteerd worden met verkrachters, kinderlokkers en noem maar op. Er zijn er ook die eerlijk toegeven dat ze het niet kunnen. Ik zou ook niet dagenlang bij de fraudebestrijding in boekhoudingen kunnen wroeten. Toch is het geen roeping, bij de zeden werken. Het is een interesse.
Zo’n verhoor in een zedenzaak, zeker van kinderen, lijkt me niet evident.
Daar zijn speciale opleidingen voor. Dat kan je niet zomaar. Je mag geen suggestieve vragen stellen, want anders springt de advocaat van de verdediging daar op. Mislukt het, worden er suggestieve vragen gesteld, dan weet je op voorhand dat de rechtbank weinig met je verhoor kan doen. Dan zeg je toch: verdorie, wat heb ik hier nu gedaan?
Hoe krijg je een dader tot een bekentenis?
Veel daders gaan zelf door de knieën, zeker bij beelden van het verhoor van het slachtoffer. Maar een bekentenis alleen is niet voldoende. Je moet bewijzen hebben. Soms niet meer dan een detail. Daarom moet je goed luisteren, de juiste vragen stellen. Het is als puzzelen. Voor ons is dat een genoegdoening, kunnen zeggen: hé, die dader zit binnen. Dat gevaar halen wij van straat.
Zitten er eigenlijk vrouwen in de unit?
Bij ons werken er twee. De ene doet onder andere de kinderverhoren, de andere is een psychologe. Maar het is een misverstand dat vrouwen enkel door vrouwen verhoord willen worden. Sommigen doen zelfs makkelijker hun verhaal bij een man. Er zijn ook slachtoffers die als ze nog eens binnenkomen specifiek vragen weer door jou verhoord te worden.
29 september 2009