Loon Afrikaan stijgt 50%
De komende 12 jaar zal volgens het Nederlandse adviesbureau Roland Berger het inkomen per inwoner in Afrika met 50% stijgen.
Het precariaat, ontstaan uit de woorden proletariaat en precair, is volgens Standing ‘a class in the making’. De Brit doelt op een groeiende groep werknemers die niet meer passen in de klassieke opdeling van midden- en arbeidersklasse. Een hoofdkenmerk van Standings precariaat is dat de - vaak tijdelijke - jobs waarin ze terechtkomen geen kans bieden op het ontwikkelen van een (arbeids)identiteit.
Doorgroeimogelijkheden ontbreken in een klimaat van jobonzekerheid, sociale mobiliteit is een illusie, aldus Standing. ‘Eens in het precariaat beland, is de kans klein dat je er op eigen kracht uit raakt.’
Ook de tijdrovende bureaucratie waarmee mensen geconfronteerd worden wanneer ze in aanmerking willen komen voor een uitkering of een nieuw baantje, zorgt volgens Standing voor vervreemding. Dit zogenaamde ‘work-for-labour’ eist veel tijd op. ‘We hebben de mond vol over deregulering, maar op het terrein merk je daar weinig van, integendeel.’
Eén verontrustende dimensie van zijn verhaal zet Standing herhaaldelijk in de verf: in het huidige economische klimaat kan iederéén kan in het precariaat terechtkomen. Zelfs wie het goed heeft en op het eerste zicht niet meteen voor zijn job hoeft te vrezen, valt ten prooi aan het ‘bag lady syndrome’: een plotse paniek waarbij men zichzelf op straat ziet belanden door een fout of tegenslag.
Die sfeer van constante angst en onzekerheid is voor Standing cruciaal. ‘Als lid van het precariaat ben je nooit op je gemak.’
Maar ook oudere werknemers, bejaarden met een klein pensioen en overgekwalificeerde schoolverlaters vallen onder Standings vlag. In een geglobaliseerde economie komen ook steeds meer arbeidsmigranten in het precariaat terecht, vaak op aansturen van het regime in het thuisland, dat hen wat graag ‘exporteert’.
Grosso modo heeft Standing het dus over de groepen die de gevolgen van de globalisering en economische crisis het hardst voelen. ‘Het precariaat heeft geen beslissingsrecht over vitale zaken als tijd, geld, ruimte en zekerheid. In die zin lijkt het precariaat van de 21ste eeuw op het proletariaat van de 19de en 20ste, al vermijdt Standing wel zijn precariaat enkel als slachtoffers te casten. Een relatief kleine groep ziet de arbeidsonzekerheid niet meteen als een probleem en geniet van de relatieve vrijheid die het biedt.
Standing belandde vorige week in Brussel als centrale gast op het eerste Labour Market Seminar van Randstad. Wanneer een hr-gigant een gastspreker uitnodigt die tijdelijke jobs rekent tot de symptomen van het bestaan als ‘precariër’, weet je dat het niet om een beleefdheidsbezoek gaat.
Standing richtte zijn pijlen op de flexibiliteits-eis die de moderne arbeidsmarkt in haar greep heeft. Voor Standing is er een duidelijke link met de toename van het aantal tijdelijke en uitzendjobs. ‘Een steeds grotere groep mensen komt van de ene tijdelijke baan in de andere terecht. Die doorgedreven flexibiliteit werkt de loonongelijkheid in de hand. Werkzekerheid is voor deze mensen ‘out of the question’.’
Jan Denys, arbeidsmarktexpert bij Randstad, is kritisch voor Standing. ‘Ik geef toe dat hij een wervend verhaal heeft, maar het is een ‘work in progress’. Het concept van een globaal precariaat is zo breed opgevat dat het wollig wordt. Om een voorbeeld te geven: het Belgische systeem van dienstencheques wordt door zuster Jeanne Devos gezien als een ideale oplossing voor de bescherming van het Indiase huispersoneel waarvoor zij zich inzet. In België zouden we mensen die via diezelfde dienstencheques werken, volgens Standing als precariaat moeten beschouwen ...’
Denys: ’Ook de toename van het aantal tijdelijke banen waar Standing het over heeft, vind ik niet terug in de statistieken. Tussen 1985 en 2010 tonen de Eurostat-cijfers een toename met 9 procent. Dat is niet de explosie van ‘temporary labour’ die Standing ons voorhoudt. Ik hoop dat ik Standing ervan heb kunnen overtuigen dat de band tussen een tijdelijke job en een bestaan in het precariaat niet zo absoluut hoeft te zijn als hij voorstelt.’
In België leidt een tijdelijke baan vaak naar vast werk, argumenteert Denys. ‘Voor landen in diepe crisis snijdt Standings analyse meer hout. Als je mensen - noodgedwongen - lange tijd tegen hun zin in een opeenvolging van tijdelijke banen houdt, is dat slecht voor de samenleving. Het is cruciaal dat mensen de mogelijkheid hebben om door te stromen.’
Daags nadien, voor een internationaal publiek van vakbondsvertegenwooridgers, verwijst Standing half-ironisch naar zijn doortocht bij ‘de vijand’. ‘Internationale ‘jobbrokers’ moeten leren omgaan met de nieuwe realiteit op de arbeidsmarkt’, zegt hij als we hem om een reactie vragen. ‘Idealiter evolueren ze naar een service voor werknemers, eerder dan de commerciële industrie die ze vandaag zijn. Maar dat betekent ook dat arbeid een proces van ‘commodification’ moet doormaken: het moet worden ontdaan van de hele koehandel eromheen met bonussen en extralegale voordelen waarvan slechts een minderheid de vruchten plukt, en herleid worden tot een financiële overeenkomst die het resultaat is van een volwassen onderhandeling tussen werkgever en werknemer. Dat vereist een hogere mate van gelijkheid tussen de twee partijen dan nu het geval is. Een gegarandeerd basisinkomen voor iedereen zou een stap in de juiste richting zijn.’
Maar ook de vakbonden en andere arbeidsorganisaties krijgen van Standing huiswerk mee. ‘Het precariaat heeft aan jullie geen boodschap meer’, klinkt het onomwonden. ‘Er zijn nieuwe vormen van collectieve actie nodig. Progressieve partijen hebben nog geen agenda als het over het precariaat gaat.’
Sociaaldemocratische partijen verwijt Standing dan weer hun ‘third way’-socialisme uit de jaren negentig. ‘Er had meer moeten gebeuren om de sociale zekerheid intact te houden. In de VS deinst men er niet voor terug werklozen hun uitkering af te pakken op basis van een urinetest. Ook elders worden mensen vernederd en van het kastje naar de muur gestuurd als ze op dat systeem terugvallen. Dat hadden sociaal-democratische partijen zoals Labour van Tony Blair en hun Europese collega's niet mogen laten gebeuren.’
(ml)
4 mei 2012De komende 12 jaar zal volgens het Nederlandse adviesbureau Roland Berger het inkomen per inwoner in Afrika met 50% stijgen.
Door de crisis gingen veel akkoord met een salarisverlaging. Nadien zullen zij hun loon terug willen. Maar lukt dat zonder slag of stoot?
Werkzoekende jongeren en vijftigplussers zouden strenger opgevolgd worden. VDAB-baas Fons Leroy bespreekt de resultaten van het actieplan.
Vlaams minister Joke Schauvliege legt uit wat de transitie naar een duurzame maatschappij betekent voor onze economie, de werkgelegenheid, onze manier van leven en consumeren.
Sony Kapoor zag als bankier bij Lehman Brothers wat er verkeerd liep in het financiewezen. Nu is de Indiër directeur van de economische denktank Re-Define.
Er wordt veel over de groene economie gepalaverd, maar levert die nu ook banen op? We mogen toch hopen op een positief effect, zo blijkt.
Ben jij immuun voor een burn-out? Denk niet dat het jou nooit kan overkomen, want het aantal werknemers dat uitvalt door een burn-out stijgt elk jaar.
Wat denk je ervan om samen met je collega’s te sporten tijdens de werkuren, al dan niet virtueel? Te mooi om waar te zijn? Niet per se!
Welke skills heb je nodig als project manager engineering? Welk loon kun je in deze rol verwachten? Welke opportuniteiten zijn er?