Wat met je bedrijfswagen na ontslag?
Werkgever en werknemer maken meestal duidelijke afspraken over het gebruik van de wagen tijdens de arbeidsovereenkomst. Maar wat na ontslag?
Het toekennen van een bedrijfswagen blijft erg functiegerelateerd én een belangrijke tool in de ‘war for talent’ naar de juiste profielen. Ongeveer een op drie bedienden beschikt over een bedrijfswagen. De mediaan-cataloguswaarde van deze wagens was in 2018 net geen 32.000 euro (incl. opties en btw, excl. korting). Concreet betekent dit dat de helft van de wagens duurder is dan dit bedrag, en de helft goedkoper.
Voor de startende bedienden (jonger dan 25 jaar) lagen deze cijfers wat lager. Een op vijf van hen heeft een bedrijfswagen, met een mediaan-cataloguswaarde van ongeveer 25.700 euro (incl. opties en btw, excl. korting).
Dat blijkt uit een onderzoek van hr-dienstverlener SD Worx, gebaseerd op de loongegevens van meer dan 100.000 Belgische bedienden bij meer dan 10.000 werkgevers in 2018.
De meeste bedrijfswagens worden aangeboden bij KMO’s. In bedrijven met minder dan 50 werknemers vinden we namelijk 43,4% van alle bedrijfswagens terug. Bij bedrijven met meer dan 500 werknemers zakt dit percentage tot 18,7%. Dit heeft een logische verklaring: procentueel gezien hebben minder functies recht op een wagen. Daarbovenop is er een groot verschil merkbaar in de cataloguswaarde binnen eenzelfde bedrijf wanneer er meer dan 1.000 werknemers zijn: de bedragen variëren er van ongeveer 14.500 euro tot 48.000 euro.
“In de ‘war for talent’ willen bedrijven de bal niet misslaan. Ze werken aan een marktconform loonbeleid en vergelijken ook het toekennen van bedrijfswagens, zowel naar wie er recht op heeft als naar cataloguswaarde. Niet verwonderlijk hebben functies zoals vertegenwoordigers en consultants vaker een bedrijfswagen. Zij hebben die wagen doorgaans nodig voor werkgerelateerde verplaatsingen. Maar ook project managers, ICT consultants, ICT developers/ingenieurs en heel wat functies op kader- en managementniveau zijn goed vertegenwoordigd in de bedrijfswagenmarkt”, vertellen Brigitte Oversteyns en Wout Dejaeghere, Reward consultants bij SD Worx.
“Je kan stellen: hoe meer commercieel, gespecialiseerd of strategisch de rol, hoe meer kans dat een bedrijfswagen tot de mogelijkheden behoort. Heb je een zuiver uitvoerende taak (waarvoor je je niet moet verplaatsen), dan is de kans dat je met een bedrijfswagen rijdt minder dan 10%.”
“Door de ‘war for talent’ blijft de bedrijfswagen vaak een ‘vaste waarde’ in het salarispakket bij heel wat functies, enerzijds omdat verplaatsingen bij de job horen en anderzijds als een van de verschillende verloningselementen waarmee de werkgever de werknemer wil belonen en binden. Al krijgen steeds meer werknemers hierin ook inspraak via flexibele beloningsplannen. Lang niet iedereen houdt vast aan een grote en dure bedrijfswagen. Het kunnen inruilen van die wagen voor een kleiner model en dat aanvullen met andere extralegale voordelen, leidt ook tot grote tevredenheid”, weet Wout Dejaeghere van SD Worx.
“De vorige jaren was er een duidelijke toename van het aantal bedrijfswagens. De stagnering van het aantal bedrijfswagens is dus wel degelijk nieuws. We zien 2 mogelijke verklaringen. De gunstige economische conjunctuur heeft geleid tot een belangrijke groei in de tewerkstelling. Deze groei doet zich in belangrijke mate ook voor bij bedienden die traditioneel eerder uitvoerende taken op zich nemen en niet in aanmerking komen voor een firmawagen. Anderzijds staan meer nieuw aangeworvenen kritischer tegenover de firmawagen dan hun voorgangers. De firmawagen is niet noodzakelijk meer hét te bekomen voordeel in een “onderhandeling” over loon- en arbeidsvoorwaarden”, vertelt Dirk Wijns, Director van ACERTA Consult.
Uit onderzoek van ACERTA blijkt dat de Belgische werknemer meer dan ooit verschillende manieren van transport combineert. Het vaakst wordt de auto gecombineerd met de fiets (11%). De auto blijft natuurlijk het populairst, maar ook het openbaar vervoer in combinatie met de fiets wordt regelmatig gebruikt. Zo nemen veel mensen een plooifiets mee in de koffer, of mee op de trein om de laatste kilometers naar het werk af te leggen. Bij anderen is het afhankelijk van de omstandigheden, zoals het weer, of de kinderen die van school gehaald moeten worden, enzovoort.
De gemiddelde woon-werkafstand is niet veranderd, deze bedraagt nog altijd ongeveer 19 km. Toch gaan steeds meer mensen met de fiets naar het werk. Dit komt dankzij de verbeterde, soms elektrische, fietsen en de beter aangelegde fietspaden. Hierdoor kom je sneller op het werk, sta je niet in de file en krijg je het gevoel dat je nog iets aan je gezondheid doet.
(mr)
18 juli 2016Werkgever en werknemer maken meestal duidelijke afspraken over het gebruik van de wagen tijdens de arbeidsovereenkomst. Maar wat na ontslag?
De verkoop van bedrijfswagens neemt in België niet af. Integendeel, België is koploper in de EU als het aankomt op luxewagens, vooral als bedrijfswagen.
Een overzicht van 5 duurzame alternatieven voor de bedrijfswagen die ook financieel interessant zijn voor werknemer én werkgever.
Hoe meer beroepskilometers iemand doet, hoe minder interessant een bedrijfswagen.
Vandaag rijdt 1 op 5 van de bedienden in België met een auto van het werk rond. Dat is een stijging van ruim 10% ten opzichte van een jaar eerder.
Dat is een opvallende vaststelling. Te meer dat het aantal werknemers met een bedrijfswagen die ook privé mag gebruikt worden, de voorbije 5 jaar met 50% is gestegen.
De Nationale Bank van België omarmt activity-based working: elke medewerker kiest de concrete werkplek in functie van de taak. Het gebouw, de digitale uitrusting en het HR-beleid maken die aanpak mogelijk.
We gaan dieper in op de taken, gevraagde competenties én de verloning van een field marketeer...
Een werkgever die timet hoelang je met een opdracht bezig bent... Het is niet alleen ergerlijk, maar het druist ook in tegen de privacywetgeving.