5 klassieke Powerpoint-missers

Fout 1: Slides zonder verhaal

De grootste fout bij presentaties zijn niet zozeer de slides zelf, oppert marketinggoeroe Steven Van Belleghem, die de klok rond presentaties verzorgt (en maakt). Je mag nog de mooiste slides hebben, als er geen verhaal achter zit, haalt het volgens hem weinig uit. Liefst ook een verhaal dat met enthousiasme en gepassioneerd wordt gebracht.

Fout 2: De spreker volgt de slides

Te vaak gaat het zo: de spreker klikt, kijkt naar de slide en geeft commentaar bij wat het publiek ziet. Dat is fout, want eigenlijk moet je als spreker weten welke slide er komt en een intro geven die leidt naar die nieuwe slide.

De noodzaak van een gestroomlijnd verhaal is daarbij cruciaal. “Te veel sprekers beperken zich tot het overbrengen van informatie, maar je moet je publiek ook overtuigen”, benadrukt Geert Van den Eijnden, docent schrijf- en presentatietechnieken bij Thomas More.

Fout 3: Slides die te druk zijn

“Te veel tekst op slides is een klassieke fout”, stelt Geert Van den Eijnden. Dat slides te klein of te druk zijn, komt vaak doordat velen het onderscheid niet maken tussen "slide rapporten" en "visuele slides". Slide rapporten zijn de gekende drukke slides die dienen om achteraf te lezen als discussiedocument bij vergaderingen. En die hebben als opzet om volledig te zijn.

De slides die op de persconferentie van de veiligheidsraad werden vertoond, moeten eigenlijk vooral in deze context worden aanzien. "Ze missen hier hun doel: mensen raken en in een sterk verhaal meenemen", vindt Van den Eijnden.

Fout 4: Veel boodschappen tegelijk

De regel is: 1 slide, 1 boodschap. Mogelijk heeft u meer elementen op een slide. Dat is op zich geen probleem. Maar dan moet u uw slide opbouwen met eenvoudige animatie zoals verschijnen of vervagen. Eigenlijk net zoals u content op een flipchart of whiteboard zou opbouwen.

Fout 5: Slechte visuals

“Nietszeggende beelden zijn een klassieke fout”, oppert Van den Eijnden. Visuele slides zijn dus de slides die we gebruiken tijdens ons verhaal. Maar die moeten dus ook echt visueel zijn. Maar vermijd de cliché beelden, zoals handen schudden bij klantvriendelijkheid. Bij visuele slides zet u best ook maar één kwalitatief beeld, anders raken de slides al snel overvol (zie fout 3). Van den Eijnden licht toe met een actueel voorbeeld: “Eén sterke foto van een corona-verpleger in actie zou bijvoorbeeld krachtig werken.”

Ken je de 10/20/30-regel? De veiligheidsraad alvast niet...

Een bekende regel tenslotte, om alles even samen te vatten, is de 10/20/30 regel van Guy Kawasaki: maximum 10 slides, maximum 20 minuten spreken en minimale font 30. Ook al is vergelijken moeilijk en het opzet anders, de regel van Guy Kawasaki staat wel heel ver af van de Powerpoint-presentatie die we zagen op de persconferentie naar aanleiding van de nationale veiligheidsraad van 24 april 2020.

(William Visterin) - Foto’s: Belga