3 feiten over jobs in de bouw

“De instroom is veel te laag.” (Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie)

Daar waar de bouwsector met zijn onzekere prijzen en bevoorrading door een turbulente periode gaat, is er inzake jobs één zekerheid: de nood aan mensen. Twee op drie bouwbedrijven hebben op dit moment openstaande vacatures, blijkt uit een bevraging van Bouwunie. Bij zes op tien van hen gaat het zelfs om meer dan één vacature. Want het gaat hard qua jobs in de bouwsector.

Feit 1: In de bouwsector is er jobzekerheid

Van oudsher is de bouw een sector met een relatief hoge graad van werkzekerheid. “Iedereen moet ergens wonen. Dus moeten er huizen of appartementen gebouwd of gerenoveerd worden. En dat betekent werk voor de bouwmannen en -vrouwen”, vertelt Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.

“Maar denk ook aan de grote infrastructuurwerken, zoals de Oosterweelverbinding, waar er veel mankracht voor nodig blijft. Net zoals er altijd mensen uit de bouw nodig blijven voor bruggen, spoorlijnen, wegenwerken, en noem maar op”, vult Waeytens aan.

Tegenover de werkzekerheid staat vandaag wel veel turbulentie: van grillige prijsevoluties tot een onzekere aanvoerketen. “Gelet op de prijsstijgingen gaan mensen hun niet-dringende renovatiewerken of bouwplannen misschien wat uitstellen. Maar projecten definitief in de ijskast stoppen, is moeilijker. Ooit moeten die werken gebeuren”, oppert hij.

De bouw blijft volgens hem overigens een aantrekkelijke sector om in te werken. “Je hebt werkzekerheid en verdient er goed je boterham. Je kan meebouwen aan de droom van iemand anders én er zijn tal van opleidings- en carrièremogelijkheden. Ook voor wie geen diploma of niet de juiste opleiding heeft, want het vak leer je nog het best op het terrein. En hoewel een werf per definitie tijdelijk is, krijg je quasi uitsluitend een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.”

Dit is werken in de bouwsector: 3 trends zijn bepalend

Feit 2: Haast elk bouwberoep is een knelpuntberoep

De meest recente knelpuntberoepenlijst van de VDAB leert dat de bouw met een flink tekort aan arbeidskrachten kampt. Meer zelfs: in de sector zijn er maar weinig jobs die geen knelpuntberoep zijn. “Jobs als bekister, stukadoor, dakdekker, schrijnwerker, glaswerker of sanitair installateur zijn statistisch gezien zelfs heel zware knelpuntberoepen”, illustreert Jean-Pierre Waeytens.

De cijfers liegen er, volgens hem, niet om. “De instroom is veel te laag. Bovendien beschikken de weinige kandidaten die er zijn vaak over onvoldoende competenties. Dat is echt een probleem. We merken dat heel wat bouwbedrijven zelfs de moeite niet meer doen om vacatures te plaatsen, omdat ze toch geen respons krijgen.”

Intussen sloegen werkgevers en de werknemers in de bouw de handen in elkaar om meer volk naar de sector te lokken. “In april lanceerden we de campagne De Bouw Kijkt Verder. Via infosessies, communicatieacties en sensibilisering proberen we elk jaar 20.000 mannen én vrouwen te overtuigen voor een job in de bouw. Ik zeg trouwens nadrukkelijk ‘én vrouwen’, want er zijn nog te weinig vrouwen in de bouw. Terwijl er ook voor hen heel wat carrièremogelijkheden zijn.”

Interesse in een job in de bouw? Bekijk het huidige vacatureaanbod

Feit 3: Haast elke bouwjob vereist opleiding

Er zijn heel wat jobs in de bouw die een specifieke opleiding of ervaring vereisen. Vaak gaat het dan ook om de grootste knelpunten in de sector, zoals werfleider en calculator bouw. “Voor elke job in de bouw heb je eigenlijk een opleiding nodig, al hangt het soort opleiding sterk af van job tot job”, stelt de gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.

“Maar er zijn ook heel wat jobs die je op het terrein zelf leert. Heel wat bouwbedrijven zijn daar trouwens vragende partij voor, net omdat je de mensen dan meteen kan leren wat ze echt nodig hebben op de werf”, klinkt het. “Daarom vragen wij als Bouwunie al langer een lastenverlaging voor opleidingen in de bouw. Zo kunnen er meer mensen zonder ervaring of zonder specifieke bouwopleiding in de bouw terecht zonder dat het voor de bouwbedrijven een te kostelijke grap wordt.”