Waarom bijna niemand zijn of haar bedrijfswagen wil afstaan
Je bedrijfswagen inwisselen tegen een bedrag in cash? Dergelijke nieuwe initiatieven worden voorlopig niet erg enthousiast onthaald.
Maar dé eerste keuze blijft de auto: voor 66,54% van de werknemers is en blijft dat hun enige woon-werkoplossing. Zo blijkt uit de derde mobiliteitsbarometer van hr-dienstenverlener Acerta, waarvan we de opvallendste conclusies op een rij hebben gezet.
In 2017 reed 19,5% van de bedienden met een bedrijfswagen. Dat is weer een stijging van 10,3% tegenover 2016. Opmerkelijk is dat de stijging bij de vrouwen met een bedrijfswagen 3 maal hoger is dan bij de mannen. Zij hebben echter nog een belangrijke achterstand in te halen om op hetzelfde niveau te komen.
“Het valt nog af te wachten wat de definitieve versie van het mobiliteitsbudget zal worden, maar dat de bedrijfswagen ter discussie staat, is een feit’, weet Dirk Wijns, Director Acerta Consult. “De Regering wil in elk geval werknemers van de bedrijfswagen weglokken door het de werkgever mogelijk te maken in de plaats een gunstiger behandeld loon toe te kennen. Echter, zoals we vroeger al stelden, lijkt het ons weinig waarschijnlijk dat het ‘cash for car’-aanbod werknemers massaal zal verleiden om niet meer voor de firmawagen te kiezen.”
De opmars van de fiets als vervoermiddel van en naar het werk begon al in 2011. En ook in 2017 zette deze trend zich door: het aantal werknemers dat regelmatig kiest voor de fiets nam opnieuw toe, nu met 8,2% ten opzichte van 2016. In 2017 koos 24,21% van de werknemers regelmatig voor de fiets als vervoermiddel.
“Uit onze dagelijkse contacten met CEO’s en hr-directeurs leren we dat werknemers meer en meer aan hun werkgever vragen om bedrijfsfietsen beschikbaar te stellen, al dan niet elektrische”, vertelt Dirk Wijns. “De langer wordende autofiles hebben blijkbaar een pijnpunt bereikt. En met een Benefit Motivation Plan, waarbij de werknemers de keuze krijgen om een deel van hun loon te besteden aan bv. een elektrische fiets, kan de werkgever aan die vraag van de werknemers tegemoetkomen zonder zijn loonkost te verhogen. Het helpt bovendien dat de overheid actief inspeelt op deze behoeften met een beleid dat steviger inzet op fiets(snel)wegen.”
Was in 2016 de mobiliteitsbarometer nog heel streng voor het openbaar vervoer, dan laat 2017 toch een verhoogde interesse in trein, tram, bus en metro zien. In 2016 was het gebruik van het openbaar vervoer voor de verplaatsing woonplaats-werkplaats gedaald. We vermoeden dat de aanslagen die in 2016 plaatsvonden ertoe leidden dat sommigen publieke ruimten en dus ook openbaar vervoer vermeden.
Dat negatieve effect is nu weer wat weggeëbd. Er valt in 2017 een stijging van het gebruik van het openbaar vervoer te noteren van +5,6%. Dit klinkt op zich positief, maar in absolute cijfers blijft het gebruik van bus, tram, trein en metro voor woon-werkverplaatsingen met 7,42% bescheiden. In dat resultaat zitten bovendien ook alle werknemers die het openbaar vervoer afwisselen met een andere oplossing zoals de auto of de fiets.
“Toch valt de realiteit positiever uit. Onze barometer meet de gegevens van de profit en de social profit, niet van de openbare sector en die laatste vertegenwoordigt juist de grootste groep van trein- en busreizigers”, verduidelijkt Dirk Wijns. “Het gebruik van het openbaar vervoer hangt verder ook samen met (de kwaliteit) van het aanbod en dat kan per regio nogal verschillen.”
Werkgevers die inzetten op de individuele behoeften van werknemers, maken op de arbeidsmarkt een goede beurt. Mobiliteitsoplossingen aanbieden is één manier om zich te onderscheiden- ‘oplossingEN’, in het meervoud, want er is niet één beste mobiliteitsoplossing. Alles hangt af van de persoon, de plaats, het moment.
“De werkgever heeft daar een troef in handen: hij kan verschillende keuzes aanbieden binnen eenzelfde budgettaire kost. En hij hoeft daarvoor niet te wachten op de finale versie van het mobiliteitsbudget”, zegt Dirk Wijns. “Werkgevers die hun voortrekkersrol waarmaken door nu al in te spelen op de tijdsgeest, doen daar in de war for talent hun voordeel mee. En ook de mobiliteit algemeen, het milieu én het welbevinden van hun medewerkers kunnen er wel bij varen.”
Ere wie ere toekomt, de auto blijft de nummer één van alle gekozen mobiliteitsoplossingen, zo blijkt uit deze derde Acerta-mobiliteitsbarometer. 66,54% van de werknemers stelt zich ’s ochtends nooit de vraag: hoe ga ik vandaag naar het werk? Zij pakken elke ochtend trouw hun autosleutels en vertrekken, naar het werk en van daar ook terug – geen twijfel mogelijk.
Tellen we daar de werknemers bij die op een mooie dag al eens de fiets nemen, of al eens op de trein, tram, bus of metro springen, dan komen we aan 76,66%. Het blijft een ruime meerderheid. En toch is de populariteit van de auto met een half procent gezakt tegenover vorig jaar.
Belgen werken veelal niet zo ver van waar ze wonen. In 2017 bedroeg de gemiddelde woon-werkafstand net geen 19 kilometer. Voor het eerst zien we terug een zeer lichte stijging van de afstand die een werknemer bereid is af te leggen om te gaan werken (+2,5%), maar van een fundamentele ommekeer is zeker geen sprake.
Liefst 68% van de werknemers werkt binnen 20 km van huis. Traditioneel is de afstand die werknemers met een bedrijfswagen afleggen naar hun werk groter dan de gemiddelde afstand. Dat is ook in 2017 het geval. Echter, ook voor deze werknemers is de afstand die ze met de bedrijfswagen afleggen verder gedaald, naar het laagste niveau van de laatste 6 jaar, zijnde naar 31,1 km.
(sdc) - Bron: Acerta
20 februari 2018Je bedrijfswagen inwisselen tegen een bedrag in cash? Dergelijke nieuwe initiatieven worden voorlopig niet erg enthousiast onthaald.
De verkoop van bedrijfswagens neemt in België niet af. Integendeel, België is koploper in de EU als het aankomt op luxewagens, vooral als bedrijfswagen.
Een overzicht van 5 duurzame alternatieven voor de bedrijfswagen die ook financieel interessant zijn voor werknemer én werkgever.
De regering-Michel is het eens geworden over de invoering van een mobiliteitsbudget. “Maar toch zijn wij niet enthousiast”, luidt het bij Acerta.
Wie dit jaar in mei zijn verlof sluw inplant, heeft 21 vrije dagen. En die ‘meesterzet’ kan je realiseren door 10 verlofdagen (strategisch) in te plannen.
Vakantie voor de ene collega levert vaak meer werk op voor de andere... Ruim 1 op de 3 Vlamingen ervaart extra werkdruk tijdens het verlof van collega’s.
Jonathan werkt als burgerlijk ingenieur bij Sibelga: “Samenwerken voor onze en de volgende generaties Brusselaars, dat is wat ons verbindt”
Rijden met een supersnelle sportwagen én er nog voor betaald worden ook: de job van F1-piloot is voor velen dé droomjob. Maar hoeveel verdient zo’n racepiloot?
Zet jouw IT-talent in voor de MIVB en hulp miljoenen reizigers.