Werken in Brussel: 5 mythes doorprikt
We vroegen aan 9 belangrijke Brusselse werkgevers om enkele hardnekkige vooroordelen over werken in Brussel tegen het licht te houden...
Arno Wielant (26) werkt sinds 4 maanden als opzichter bouwwerken voor de NMBS. “Het grappige is dat ik als Brusselaar in Gent ben gaan studeren, er ben blijven wonen en nu weer in Brussel werk. Het voelt een beetje als thuiskomen.”
Arno is vanuit Gent met de trein elke dag 30 minuten onderweg naar zijn werk. “Vanop het perron sta ik in drie minuten in mijn kantoor in Brussel-Zuid”, zegt hij. “Met de auto is het een ander verhaal, maar in Brussel geraak je vlot overal met het openbaar vervoer.” Arno is een tweetalige ‘ket’, een geboren en getogen Brusselaar. Zijn schoolcarrière bracht hij door in het Sint-Jan-Berchmanscollege vlak bij de Kapellekerk en op Maria Boodschap, iets verderop aan Sint-Katelijne, de buurt waar Arno de beste herinneringen aan overhoudt. Hij volgde hogere studies bouwkunde aan Sint-Lukas (bij het Noordstation) en deed er daarna een schakeljaar bij aan de HoGent.
Twéé hippe studentensteden voor de prijs van één? “Gent is een echte studentenstad, terwijl Brussel meer een interculturele mix is. Zonder studenten is het erg stil in Gent, maar niet in Brussel. De studenten zitten trouwens vooral in Elsene en Etterbeek.” Wat zijn Arno’s favoriete plekken? “Nog altijd Sint-Katelijne en Sint-Goriks. Ik ga graag naar cafés als Monk, Kafka, Archipel en Bizon, de Vlaamse cafés dus. Er is een echt dorpsgevoel. Maar ik kom ook graag buiten het Vlaamse centrum, bijvoorbeeld op het Sint-Gillisvoorplein, een leuke bruisende buurt vol cafeetjes. Of rond Châtelain in Elsene. Elke Brusselse gemeente heeft wel gezellig kantjes. Voor onze teambuildings stelde ik mijn collega’s een paar mooie musea voor die ik zelf ontdekte: het Horta Museum, het Riolenmuseum en het Stripmuseum. Ik ken de stad goed, want voor mijn werk kom ik in alle stations. Ik ben vaak onderweg met de trein en de metro, dus ik zie de verschillen. Ik heb het gevoel dat ik weer ‘thuis’ werk, ook al woon ik nog in Gent. Na het werk duik ik dus graag nog even de stad in.”
Als Antwerpenaar van de Vlaamse naar de Belgische grootstad, hoe voelt dat? Jordi De Beule (33) werkt voor Actiris – de Brusselse tegenhanger van VDAB – en woont al 7 jaar in Schaarbeek. “Na mijn studies waren Brussel of Luik de opties, maar in Brussel heb je nu eenmaal véél meer carrièrekansen.”
“De communicatie verzorgen over de troeven van het Nederlands op de Brusselse arbeidsmarkt vind ik heel zinvol”, zegt Jordi. “Het leek me ook leuk om in een tweetalige omgeving te werken. Dat was nieuw voor mij. Een hele verdieping die elkaar goeiemorgen kust, dat was een minicultuurschok, ja (lacht). Ik ben opgegroeid in Antwerpen, waar ik aan de UA Taal- en Letterkunde gevolgd heb, Nederlands en Spaans. Ik heb dan jaren in Leuven gewerkt, waar ik naartoe pendelde vanuit Antwerpen. Toen mijn vriendin in Brussel ging studeren, zijn we naar de hoofdstad verhuisd. Daarna pendelde ik nog een tijdje naar Leuven, tot ik een job vond bij Actiris. In Schaarbeek vonden we een leuke stek in een mooie buurt bij het Josaphatpark. Later verhuisden we richting Daillyplein. Groen vind je overal wel in Brussel, dat is een van de onbekende troeven van deze stad. Schaarbeek is nog best betaalbaar én een fraaie woonplek. Vrienden verbazen zich er telkens weer over.”
Welke plekken heeft Jordi leren kennen? “Als muziekliefhebber kom ik geweldig aan mijn trekken in de AB: na mijn werk neem ik er gewoon de metro naartoe. Bozar en Flagey zijn al even tof. Veel cafés organiseren festivalletjes, zoals de Stoempconcerten met Beraadgeslagen in de Monk. Het is geschift hoeveel ongelooflijke eetplekken er in de buurt van mijn werk te vinden zijn, en we zitten niet eens in pal het centrum. En werken in Brussel is ook een rijkdom rond lunchtijd (lacht). In de slipstream van mijn vrienden-foodies ontdek ik enorm veel keukens. Mijn vriendin is een visuele kunstenares en Brussel laat ons ook op cultuurvlak niet op onze honger zitten. Alleen al het aanbod aan kleine arthousebioscopen zoals cinema Vendôme is zalig. Het leuke is dat je dat in Antwerpen ook allemaal hebt, maar in Brussel dan maal vier. Je wereld wordt er veel breder en kosmopolitischer van. Van zodra je een beetje buiten de Vlaamse bubbel in de Dansaertwijk komt – je moet al moeite doen om daarin te blijven, vind ik – raak je op café wel aan de praat met een IJslander of een Italiaan. Fietsen doe ik niet meteen in Schaarbeek wegens de heuvels, maar ik vind het openbaar vervoer in Brussel super. De MIVB rijdt klokvast en met de mobiele gps-tracker zie je alle doorkomsten. Ik geraak dus overal op tijd met de metro en de bus.”
Louise Isselé (29) werkt sinds anderhalf jaar voor talent.brussels, waar ze selecties voor topmanagers organiseert voor het Gewest. Haar kantoor ligt aan het De Brouckèreplein, hartje Brussel dus. Sinds haar twaalfde woonde Louise in Gent, dat ze vijf jaar geleden inruilde voor de hoofdstad. Wonen in Anderlecht bleek een dikke meevaller, vertelt ze ons.
“Gent is zowat mijn hometown en in het begin was Brussel een grote onbekende”, steekt Louise van wal. “Maar sinds ik in Brussel werk, ben ik een beetje verliefd geworden op de stad. Mijn eerste job hier was bij Bozar. Daar heb ik veel toffe contacten aan overgehouden. Bij talent.brussels ziet mijn job er totaal anders uit, maar daar koos ik zelf voor. Zeker de Brusselse overheidsdiensten zijn interessant voor Nederlandstalige kandidaten. Er is minder concurrentie dan in Vlaanderen, wat je een natuurlijke voorsprong geeft.” Brussel is een stuk diverser dan Gent als woon- en werkomgeving en heeft een enorm cultuuraanbod. “Ik ga graag naar WIELS in Vorst en Villa Empain in Elsene. Anderlecht is een gezellige woonplek waar de locals vaak nog Nederlands spreken en je vindt ook daar een uitgebreid cultuuraanbod. Ik volg fotografie aan de Academie Beeldende Kunsten in Anderlecht en in Zinnema, het lokale centrum voor amateurkunsten, kan je ook met Nederlands terecht – naast al die andere talen.”
In Gent was fietsen vanzelfsprekend voor Louise, in Brussel is het een beetje een statement. “Het blijft wel de snelste en leukste manier om je te verplaatsen. Er komen in Brussel langzaam maar zeker fietspaden bij en er zijn steeds meer deelfietssystemen zoals Villo! of BlueBike. De metro kan je prima combineren met de fiets. Vanuit Anderlecht is dat precies wat ik doe. Ik woon in de buurt van de Abattoirmarkt. Daar kom ik graag, al probeer ik wel de verkeerschaos te vermijden. Op de fiets voel ik me – ook als vrouw – meestal veilig, ook ’s avonds. Maar in de metro ben ik ’s avonds iets meer op mijn hoede. Weet je dat ik ook lid ben van een vrouwenfietsclub? Het is heel leuk om langs het kanaal op een kwartiertje al de groene velden van het Pajottenland te zien. Brussel is kleiner dan je denkt.”
Globetrotter en Vlaams-Brabander Vincent Vasseur (27) werd young starter bij de MIVB na een studieparcours dat hem via Polen, Rwanda, Brazilië en Frankrijk terug naar België bracht. Bij de MIVB wisselt hij om de acht maanden van afdeling om de organisatie door en door te leren kennen. “Daardoor heb ik in Brussel al op twee standplaatsen gewerkt, eerst in Haren en nu in ons hoofdkantoor aan het Warandepark.”
“Ik ben afkomstig uit de Vlaamse Rand, maar ik woon heel graag in Schaarbeek”, vertelt Vincent. “De MIVB is trouwens niet mijn eerste Brusselse werkgever. Ik vind Brussel een erg leuke stad waar na het werk enorm veel te doen valt. In de zomer ga ik op donderdagavond bijvoorbeeld graag naar de afterwork drink op het Luxemburgplein. Daar loop ik altijd wel ex-studiegenoten tegen het lijf met wie ik studeerde in het buitenland Het is ook best een kleine stad, vind ik”, zegt Vincent, die ook al in Parijs en Sao Paulo woonde. “Brussel is daarbij een leuke plek om mensen te leren kennen. De stad is heel kosmopolitisch. Het is de enige stad in België waar ik dat gevoel krijg en die wat mij betreft voldoende divers is om er fijn te kunnen wonen en werken. Iedereen ‘verstaat’ mekaar hier wel. Zo wérkt Brussel gewoon.”
Toch houdt Vincent ook van het ‘Brusselse’ Brussel. “Ik trek graag naar de Vlaamse cafés rond de Beurs, zoals Le Brasseur, Le Coq, Archipel, Merlo, … en naar het Sint-Goriksplein. Of naar de Brusselse musea, heel leuk in de winter als er nocturnes zijn. Brussel is een van de meest mobiele steden. Je raakt overal heel vlot, ook met de fiets. Bovendien geraak je vanuit Brussel zonder auto toch vlot overal in België.”
(Wieland De Hoon)
3 februari 2020We vroegen aan 9 belangrijke Brusselse werkgevers om enkele hardnekkige vooroordelen over werken in Brussel tegen het licht te houden...
Na New York en Londen gaat ook ons land, en met name onze hoofdstad, voor de bijl. Coworking komt opzetten.
Deze twee mensen hebben hun hart verloren aan werken in de buurt van het kanaal in Brussel.
Voor bedrijven uit de Brusselse regio is het nog lastiger om geschikte kandidaten aan te trekken dan elders in het land. Hoe komt dat?
Ook al willen sommigen de hoofdstad wel leren kennen, toch merken we bij de meesten weerstand. Bereikbaarheid wordt als de grootste drempel gezien.
Joke werkt bij Familiehulp dienstencheques: “Hier beteken je écht iets in het leven van anderen.”
Sinds 1 april 2023 hebben werknemers het recht om onbereikbaar te zijn na hun werktijd. Een goede zaak volgens zo’n drie op de vier werknemers.
Als gevolg van een arbeidsongeval kan je enkele maanden niet werken. Wat betekent dit voor je loon? Jobat zocht het voor je uit...
Per kalenderjaar mag je momenteel maximaal 600 uren werken als jobstudent, volledig vrij op te nemen tijdens het jaar, aan zeer interessante voorwaarden.